Richard zat op het kamertje dat zijn oom
en tante vorige week in allerijl voor hem
hadden ingericht. In het dorp waarvan hij
de naam maar niet kon onthouden. Hij
keek uit het raam. Een troosteloos rijtje
lage flatgebouwen verveelde zich in de
miezerige regen. Waarom bouwden ze in
godsnaam flatgebouwen in een dorp? Alsof
het niet al erg genoeg was.
Het was zomervakantie, en er was niemand
op straat. Al dagen. Woonde hier eigenlijk
wel iemand? Hij kon die mensen die er niet
waren geen ongelijk geven.
Thuis was er in het park altijd wel iemand
te vinden geweest. Iemand die wilde
voetballen. Desnoods Henk-Jan. Hier
woonde zelfs geen Henk-Jan. Hij ging
Henk-Jan straks zelfs nog missen! Hij
miste zijn eigen kamer. Hij miste zijn eigen
spullen.
Het kamertje dat hij nu had was duidelijk
altijd de opslagruimte van het flatje
geweest. In de hoek stonden vaalbruine
verhuisdozen opgestapeld en onder het
bed lagen rollen tapijt en een kroonluchter
en nog wat overbodig geworden dingen.
Met een poster van Ajax had hij
geprobeerd er nog iets van te maken. De
foto van pa, ma, Marijke en zichzelf had hij
boven zijn bed geprikt. Richard keek
ernaar. Nog geen jaar geleden was die foto
genomen. Marijke woonde nu in
Amsterdam, ze ging studeren na de zomer.
En hij, hij zat opgesloten in een dorp
waarvan hij de naam niet kon onthouden.
Ver weg van zijn vrienden, te wachten tot
hij weer terug mocht. Als hij ooit nog terug
mocht.
'Wat zou je graag doen deze vakantie?'
Richard lag thuis op de bank te lezen in
zijn lievelingsboek. Zijn zus zat aan tafel te
studeren. Hij keek op uit zijn boek. Zijn
vader vroeg het hem nogmaals.
'Over een maand is het vakantie, wat zou je
dan graag doen?'
Richard had er nog geen moment aan
gedacht. Vakantie was voor hem eigenlijk
218
VOEEfcAEVEWIAAL
hetzelfde als geen vakantie, alleen dan
zonder school.
Opstaan, niet naar school, voetballen in
het park, eten, voetballen in het park en in
het weekend niet naar de voetbalclub maar
voetballen in het park. Zoiets.
Ze waren vroeger eens met z'n allen naar
Texel gegaan, maar dat was geen succes
geweest. En nu, zonder zijn moeder, kon
hij zich nauwelijks voorstellen dat zijn
vader opeens op vakantie wilde.
'Geen idee,' antwoordde hij, 'voetballen
met Hein, denk ik.'
'Maar zou je niet eens iets anders willen?
Altijd maar voetballen in dat park.'
Marijke sloeg haar boek dicht.
'Wat wil je nu eigenlijk zeggen, Pa?'
Ze keek hem met een spottend glimlachje
aan.
'Je gaat toch zeker niet vertellen dat je
plannen hebt. Wij met z'n drieën op
vakantie zeker.' Ze barstte in lachen uit.
'Dat kan gezellig worden.'
'Ik heb het niet tegen jou, Marijke, ik
probeer even met Richard te praten.'
Zijn zus en zijn vader hadden
tegenwoordig dagelijks dit soort ruzies.
Gisteravond ook weer. Hij was er wakker
van geworden.
Marijke was weer te laat thuisgekomen. En
zijn vader was daar weer woedend over
geweest. Met z'n drieën op vakantie was
inderdaad niet zo'n goed idee.
'Richard,' begon hij aarzelend. 'Richard,
zoon van me, luister eens.'
Zijn vader nam een slok wijn en vervolgde.
'Je weet dat er nogal wat veranderd is
sinds, eh, je moeder is overleden. Het is
een heel zware tijd geweest, voor ons
allemaal. We hebben ons daar goed
doorheen geslagen, maar...'
door Rick de Leeuw
foto's Louis van de Vuurst
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1999