Foto: George Verberne elftal was, als ik m'n man uitspeelde. Maar daarvoor moest ik wel goed staan, of liever gezegd in een positie komen dat dat gemakkelijker ging. Hij had heel goed gezien dat als ik goed stond, ik negen van de tien keer m'n man uitspeelde. Ivic leerde me dat daartoe van belang was dat ik me op het juiste moment vijf meter van m'n tegenstander vandaan bewoog. Vijf meter naar links, rechts. Of vijf meter naar achteren. Maar Ivic zag ook dat ik goed aangespeeld moest worden. Door Suurbier en Schoenaker. Daar hebben we eindeloos op getraind. En Suurbier - dertig jaar inmiddels al en een vedette - kreeg net zo lang op z'n donder van Ivic tot hij bij de les was. Hij had gezien dat Suurbier me vaak veel te laat aanspeelde, als ik de back in m'n rug had. En ik moest natuurlijk op tijd aangeven wat ik ging doen, welke kant ik op bewoog. Het moment van die eerste training, toen ik eigenlijk bij Ajax was om m'n voetbalschoenen op te halen, is feitelijk het moment uit m'n loopbaan. Zonder Ivic zou m'n carriere een vroegtijdige dood gestorven zijn. Ivic heeft mij voor het voetbal behouden. Natuurlijk verloor ik m'n karakter niet. Dus had ik soms geen zin. En ik bleef eigenzinnig. Maar zonder hem was voetbal niks meer geweest voor me. Hij bracht het plezier terug.' AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1999 213

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 213