Een bank vol
comebacks: Tonny
Bruins Slot, Johan
Cruijff, Bob Haarms en
Pim van Dord.
Johan Cruijff, in 1973 met veel bombarie
vertrokken uit de Meer, werd weer een
Ajacied. Nou is er in het geval van Cruijff
veel voor te zeggen dat zelfs als hij niet
lijfelijk bij Ajax present is, hij er toch is (hij
zal het ongetwijfeld zelf zeggen in de trant
van 'je hoef er niet te zijn om te laten
gebeuren wat je wil.'). De geest van Cruijff
is bij Ajax de laatste dertig jaar altijd
aanwezig geweest, maar in dit verhaal
beperken we ons tot de stoffelijke mens,
die Johan ondanks alles toch óók gewoon
is.
In 1980 was Cruijff al vaker met Ajax gaan
meetrainen. Ook had hij als 'technisch
adviseur' aan de dug-out van de Meer
geroken (Ajax - FC Twente 5-3,
30 november 1980, interventie naast Leo
Beenhakker), maar van een officiële
comeback was nog geen sprake.
In de eerste helft van 1981 speelde Cruijff
wedstrijden voor het Spaanse Levante en
de Washington Diplomats. Zijn loopbaan
leek daarna nu echt voorbij, totdat het
Ajax-bestuur en Cruijff op 3 december van
dat jaar tot overeenstemming kwamen.
Zijn basissalaris zou naar verluidt rond de
150.000 gulden per jaar bedragen, met daar
bovenop een recettededeling boven het
begrote aantal toeschouwers.
Ajax - Haarlem was in die tijd een
wedstrijd die voor ongeveer 10.000
toeschouwers zou zijn gespeeld. Nu
bekend was geworden dat Cruijff zijn
comeback zou maken, stroomden er op
zondagmiddag 6 december 1981
tienduizenden mensen naar de Meer, veelal
nog zonder kaartje. De loketten werden
bestormd en tot aan de rust verkocht men
nog kaartjes. De mensen in de rij werden
opgezweept door de geluiden uit het
stadion, waar Cruijff alle critici stil kreeg.
In de 21ste minuut passeerde de 34-jarige
(uiteraard met nummer 14 op de rug) Piet
Huyg en Martin Haar en versloeg doelman
Edward Metgod met een sublieme lob. Het
doelpunt is ondertussen een van de meest
vertoonde voetbalmomenten, maar het
blijft ook na de honderdste keer ontroeren.
Cruijff voegde op die dag een nieuwe
'trofee' aan zijn erelijst toe: die van de
mooiste comeback.
Ajax werd dat én het volgende seizoen mét
Cruijff landskampioen, maar in 1983
verklaarde het Ajax-bestuur dat men
Cruijff niet meer nodig had. En weer
vertrok Cruijff met veel lawaai uit
Amsterdam, om in 1985 een nieuwe
comeback te maken - nu als trainer,
pardon: technisch directeur. Jaren later
keek Cruijff terug op zijn spraakmakende
comebacks: 'Ik ben drie keer bij Ajax
gekomen, alle drie de keren op een
moment dat de kas leeg was en alle drie de
keren ben ik weggegaan met een volle kas.'
Arnold Mühren
Als technisch directeur (een nieuwe
functie, omdat de 'trainer' Cruijff geen
Foto: Hans van Tilburg
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1999
171