mm. FRAGMENT 7 Hij staart roerloos naar zee. Phillip Cocu. Cocu staart beter naar een horizon dan wie ook ter wereld. Phillip heeft niet eens een mooie zonsondergang nodig om in een peilloze lethargie te tuimelen. Hij staart maar en hij denkt. Aan wat of wie? Wat gaat er door zijn gedachten? Goethe? Vondel? Drummond de Andrade? Seedorf is ook zo'n dromer en filosoof daar zat als kleuter al een deskundige in. En Dennis niet te vergeten. En Sar en Ronald Het zijn denkers, denkers met de voeten. Wetenschappers haast. Er is ook een dichter bij: Wim Jonk. Jonk is de Rainer Maria Rilke van het Nederlands elftal. Jan Mulder, Villa BvD, De Bezige Bij, Amsterdam 1999 RD VvdR: 'Hugo Camps.' VvdR: 'Het is nogal modieus geworden zo over voetbal te schrijven. Het is Jan Mulder? Van zulk geschrijf ben ik niet kapot. Neemt niet weg dat Mulder prachtige dingen heeft geschreven. Zijn eerste bundel, De opmars der strafschopgebieden, is weergaloos mooi. Het heeft nauwelijks verkocht. Maar toen het verscheen was het de mode ver vooruit. Ik zou dolgraag Mulders memoires over zijn tijd bij Anderlecht willen uitgeven. Mulder heeft veel navolgers gekregen. Het zou me niet verbazen als Mulder hier Hugo Camps parodieert.' RD: 'Precies, het had Hugo Camps kunnen zijn. Ik heb een bloedhekel aan dit aanstellerige geschrijf over voetbal. Het is gebaseerd op een eenvoudige stijlfiguur. Lyrisch doen, een engelenwolk rondom voetballers optrekken; het is poëzie op de grassprieten. Het is camp. Nee, het is "camps". De ironische benadering van sport, zoals die van Jan Mulder en vroeger Barend en Van Dorp, heb ik lange tijd erg leuk gevonden, maar slaat al enige jaren totaal niet meer bij me aan. Het is dood tij. Wat betreft het hele voetbal.' FRAGMENT 8 Wie Voetbal International, het enige Nederlandse tijdschrift van betekenis op dit gebied, doorbladert, krijgt al gauw de indruk dat alle voetballers achterlijk zijn. Maar het enige dat wordt weergegeven, is de achterlijkheid van de journalist. De artikelen gaan zelden over voetbal. Men roddelt over vedetten, reserves, trainers, hulptrainers, bestuurders, scheidsrechters, geldschieters en makelaars. Men bericht over intriges, samenzweringen, transfers, buitenland, en vooral zichzelf. Het is het verstikkende imperium van de mistmachinebediener en vlekkenjezuïet Jansma. Op een toon van heilige verongelijktheid, alsof het hem allemaal persoonlijk wordt aangedaan, presideert hij over sport. Alles en iedereen wordt beoordeeld. Niets mag zichzelf zijn. Het is het Holland waar je in lege dorpsstraten wordt nagestaard. Philip Markus, De weg naar Oude God Nijgh Van Ditmar, Amsterdam 1991 VvdR:De vlekkenjezuïet Jansma: komt me bekend voor. Ik ben het er zo mee eens, dat ik het zelf geschreven zou kunnen hebben. Ik zou dit moeten weten....' RD: 'Maar ik wéét het: Philip Markus.' VvdR: 'Ik krijg Voetbal International iedere week gratis. Een cadeau dat aan mij is besteed. Ik lees het blad nog altijd van a tot z.' RD: 'Jezus Vic, jij bent echt een gelovige gebleven. Ik sla me met moeite door de sportpagina in de krant. Wie tegenwoordig de rechtsback van Heerenveen is, weet ik niet meer. Mijn voetballiefde is enorm verflauwd. Ik ben nu in staat Europa- Cupfinales over te slaan zonder daar enige spijt over te hebben. Er is een jongensdroom van mij in de zeik genomen. Als veldsport is voetbal overleden. Het is een aankoopsport geworden. Het grote probleem voor clubs als AC Milan, Barcelona of Bayern München is hoe ze al die aankopen tot één harmonieus geheel moeten smeden. In andere woorden: hoe maak je er weer gewone jongens van.' VvdR: 'Alles is tegenwoordig mis met het voetbal. Op tv moet ik eerst dat oeverloze gezwets van Hans Kraay senior aanhoren voor ze aan de doelpunten van het weekeinde beginnen. Heb ik in de tussentijd wel mooi Jiskefet gemist. Als ik met mijn dochters naar het stadion wil, kan ik geen kaartje krijgen. Nee, dat moet je halen in de voorverkoop en dan moet ik ook nog een pasje hebben.' FRAGMENT 9 MARIJE: Ik houd niet van voetbal, omdat ik een vrouw ben. Ik voel me door en door vrouw. Het heeft ook te maken met hoe we ons uiten. Ik heb gemerkt dat ik het heerlijk vind om over seks te praten. Dat doen wij vrouwen dolgraag. Over voetbal praten dat lijkt me vreselijk. Hoe moetje dat volhouden? Maar de mannen hebben er geen enkele moeite mee. En over seks praten ze volgens mij nooit. In elk geval niet serieus. Jan Tetteroo, De fantastische Boris Engel, L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen 1998 RD: 'Geen idee.' VvdR: 'Frits Barend? O nee, het gaat over literatuur. Ronald Giphart? O, Jan AJAX MAGAZINE SEPTEMBER 1999 123

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 123