die tijd niet ongebruikelijk dat schrijvers
afgaven op voetbal. In de geheime
dagboeken van Hans Warren staan
gelijksoortige dingen.'
RD: 'Ik geloof niet Reve voetbal minacht,
hij zet zich af tegen het arbeiderisme in die
tijd. En tegen de intellectuelen en de
mensen uit de kunst die zich in die jaren
meester aan het maken zijn van het
voetbal. Iemand als Gerben Hellinga, die
zich tot dan vooral had beziggehouden met
"serieus" toneel, schreef bijvoorbeeld het
stuk Ajax-Feyenoord. Het waren de jaren
dat de eretribune voor een groot deel werd
bevolkt door intellectueel gajes.'
VvdR: 'Ja, nu zit er gewoon weer
onderwereld met zeventien jaar zwaar.
Mijn broer was een zakenrelatie van John
van Dijk, eigenaar van SW, tevens de
autohandelaar die kilometertellers liet
terugdraaien door goed opgeleid personeel.
Ieder jaar belde Van Dijk mijn broer op.
"Ja, John van Dijk hier, luister, jij wordt
ook sponsor van ons SW-ke, hè?"
Vervolgens noemde Van Dijk als
sponsorbijdrage precies de jaarwinst die
mijn broer op hem had. Ik ben weieens
mee geweest naar SW. Oei, wat een enge
mannen daar. Later, toen SW en
Dordrecht '90 fuseerden, kwam er zo'n
ander heerschap. Cees den Braven. De
fusie was bedoeld om Dordrecht in de
eredivisie te krijgen. Dat ging ten koste van
NAC. Kwaad dat ik was.'
RD: 'Frans Derks, jullie Frans Derks uit
Breda, heeft zich bij dat SW/Dordrecht
anders wel opgewerkt tot voorzitter of
zoiets. Frans Derks, de fluitpoot - zoals hij
ooit in Propria Cures werd betiteld.'
VvdR: 'Ach, Frans Derks. Vraag de
jeugdspelers van NAC maar eens hoe vaak
zij, net als zij na de wedstrijd onder de
douche stonden, nog even door hem zijn
gecomplimenteerd. En denk nou maar niet
dat hij oogcontact zocht met die jongens.
De blik was altijd iets lager.'
FRAGMENT 6
Mijn coming out vond pas aan het einde
van de jaren zeventig plaats; pas toen
durfde ik de wereld recht in het gezicht te
kijken, en eindelijk hardop te zeggen: 'Ja,
ik houd van voetbal! En wat dan nogV
Sindsdien heeft alles wat maar naar de
stem (of de teksten) van Bob Dylan klinkt
op mij dezelfde uitwerking als de
woorden 'Internationale Solidariteit met
de Derde Wereldop de
modelarbeider uit het voormalige
Oostblok.
Herman Koch, 'Kick Off 2 of De Lange
Aanloop naar Amerika', in: Hard Gras,
lste jaargang, nummer 1,
september 1994
RD: 'Een late bekeerling. Iemand die pas
eind jaren zeventig durft te zeggen voetbal
leuk te vinden: zo iemand deugt eigenlijk
niet. Rob Schouten misschien? Robert
Anker? O, Herman Koch. Het heeft er een
tijdje op geleken dat de Nederlandse
schrijver net even te graag en openlijk zijn
voetballiefde moest etaleren. Ik geloof
overigens dat degenen die in Hard Gras
publiceren wel echte liefhebbers zijn.'
VvdR: 'De aangeplakte, kunstmatige liefde
voor voetbal is ergerlijk. Ik ben een
oerliefhebber. Op m'n vierde zag ik m'n
eerste wedstrijd. NAC - VW, 4-1; 0-1 bij
de rust. Momenteel zitten al die cabaretiers
op de tribune. Heb ik niets mee. Het is
allemaal najagen van succes. Als je NAC-
supporter bent, ga je ervan uit dat het niets
wordt. Als ze dan een keer winnen, is de
euforie met geen enkele zege van Ajax te
vergelijken. In de jaren zeventig ging ik
regelmatig naar Ajax. Ik ergerde me toen
altijd aan de volstrekte sfeerloosheid in het
stadion. In de ArenA tref je nog steeds
dezelfde matte sfeer. Voor een mooie actie
wordt plichtmatig geapplaudisseerd, maar
het publiek schreeuwt nooit eens spontaan.
Ajax speelt altijd mooi voetbal. Dat zagen
wij in Breda ook wel. Er bestaat in Breda
nog altijd veel ontzag voor Ajax. Maar er
kleeft iets arrogants aan die club. In Breda
wordt ook nog steeds met de nodige
reserve gekeken naar wat Ajax ooit
uithaalde met Nico Rijnders. In de rust van
de Europa-Cupfinale tegen Panathinaikos,
in 1971, heeft die jongen kenbaar gemaakt
dat hij hartklachten had. Ajax heeft daarna,
op initiatief van dokter Rolink, er alles aan
gedaan Rijnders zo snel mogelijk te
verkopen. Komt er eindelijk eens een
goede voetballer uit Breda, en dan springen
ze zo met hem om.'
RD: 'Toen heel Nederland aan de voeten
van Ajax lag, schoof mijn sympathie steeds
meer naar PSV. PSV kon niet, hè. Van de
drie grote clubs in Nederland is PSV altijd
de lulhannes geweest. PSV was Philips,
geld, Brabant enzovoort. Om tegen dat
gekakel in te varen, koos ik voor PSV. De
gebroeders Van de Kerkhof, Willy van der
Kuylen, de man met het beste schot van
Eurazië: geweldige spelers. Met Feyenoord
heb ik nooit iets gehad. In de jaren vijftig al
waren Feyenoord-supporters het grootste
geteisem dat er rondliep.'
AJAX MAGAZINE SEPTEMBER 1999
121