Zit stil: honderd jaar Je weet het wel, je bent je er zelfs bijna constant van bewust want regelmatig word je ermee geconfronteerd, maar toch: het is moeilijk om er werkelijk bij stil te staan. De vaart der tijden jaagt als een sneeuwstorm over de jaren. De seizoenen razen voorbij, ook de - en vooral de - voetbalseizoenen. Weet u nog van wie die mooie balaanname was in de wedstrijd FC Twente - Ajax? Geen idee? U kent de uitslag wel? Met moeite. Ja, de cijfers tellen, die blijven wat langer zweven, die nemen hersenruimte in beslag. Maar zelfs die cijfertjes hebben het razend moeilijk om overeind te blijven in het waanzinnige aanbod en daarmee in de vluchtigheid van wat ons wordt aangereikt. Morgen is al bijna voorbij, overmorgen grijpt ons vast, volgend jaar staat voor de deur. Met een verblindende, door commerciële poespas gedeukte en geblutste en misvormde roes zal het millenniumogenblik niet meer dan een flits in de tijd zijn. Op naaf drieduizend! De kwaliteitsmomenten waarop je kalmpjes achterover leunt in een fauteuil en de mooie dingen des levens overpeinst, zijn weggeschoffeld in de race die bij geboorte begint en bij graf eindigt. Toch nodig ik u uit om aan te schuiven. Hier, op papier, heb ik nog twee oude fauteuils bijeen geschoven/ Gevonden op de zolder in mijn hoofd. Gaat u zitten. Nee, niet zo gespannen, laat u maar fijn onderuitzakken en ondersteunen door het ontvangende leer. De brede armleuningen zijn vrienden, de zitting een vriendelijk gastheer. Zo is het goed. Kopje koffie? Kopje thee? We sluiten de waan van de dag buiten, zelfs het belang van de uitslag van Ajax - Feyenoord doven we met een minzame draai Van de vingers. Buiten spoedt het leven zich in allerijl van ramp naar glorie, van schandaal naar heldendom, van winst naar verlies, van doodslag naar geboorte. Sluit het buiten, schuif een geluiddichte wand van gezellige gordijnstof voor zodat het zachte licht van de schemerlamp een nog warmere sfeer kan brengen. Op 18 maart 2000 viert Ajax zijn honderdjarig bestaan. U knikt, wist het al. Ah, vergeeft u mij mijn aandrang die mogelijk wat onbetamelijk voorkomt, maar leeft er naast dat koele weten ook besef? Beseft u de werkelijke betekenis en de diepere waarde van dat honderdjarig bestaan? Beslist, het is de moeite waard om daar bij stil te staan, pardon, bij stil te zitten, hier in deze ruimte van gemoedelijkheid en stemmigheid, hier in onze fauteuils. Honderd jaar Ajax is niet slechts een in getal omvat begrip, het is een prachtige gouden lijst om een element in ons leven dat bijzonder dierbaar is. Iets om langer dan een paar seconden halt bij te houden. COLUMN door David Endt Neemt u de tijd. Laat in deze serene rust de geweldige geschiedenis stap voor stap aan u voorbij trekken. En het geeft niet of uw eigen aan de club verbonden historie een tijdspanne van tien, vijfentwintig of zeventig jaar beslaat. Wanneer u zich er rekenschap van geeft hoe uniek het jubileum is, zult u zich ook bewust worden van de waarde van uw eigen geschiedenis van die club. Welnee, natuurlijk bestaat die niet louter uit overwinningen, lofzang en gouden glans van roem. Het kraakt ook wel eens, bij liefde hoort ook pijn en verdriet. Arabesken en prikkeldraad. Dat maakt het leven rijk. En rijk is het leven van de aanstaande honderdjarige. Zit er bij stil en zie, gedrenkt in onze kleuren, hoe Ajax zich verhoudt met de wereld van Amsterdam, van Nederland, de wereld als compleet fenomeen. Zoek uw dierbare momenten uit en merk hoe u, zo op uw gemak in deze fauteuil, de u dierbare momenten als een trage, dikke sigarenrook om u heen walmt, vol tegenzin om zich te laten opnemen in de atmosfeer. Vanzelf komen de verhalen, blijmoedig en droevig, spannend en luchtig. U luistert naar mijn verhaal terwijl in uw hoofd zich een volgende vertelling alweer ontwikkelt. U vertelt uw verhaal en in mijn hoofd krijgt een volgende anekdote vorm. Laat het jubileum u niet ontschieten, beleef het met liefdevolle intensiteit, met volle aandacht, in volledig, kalm bewustzijn. Zo is het goed, we glimlachen om aardse zaken die men actueel noemt. Winst of verlies, scheidsrechterlijk onrecht of de mazzel van een eigen doelpunt. We glimlachen om zoveel futiliteit. Geen uitslag kan onze brede beleving van het grote goed aantasten. Dat is voor de razende wereld buiten ons, voor het jachtige opportunisme dat regeert buiten deze muren van waarlijk Ajaciedschap. Hoor eens, een kleine vertelling. Een van mijn allereerste verhalen die ik over Ajax schreef, was gedompeld in een interview met een toen al oude Ajacied, Roef Vunderink. Ik was jong, een jongen nog. Maar ik lag aan de lippen van die bonkinge sterke oude man die zoveel clubhistorie in zich droeg. Zittend in een ouderwetse fauteuil verhaalde hij over zijn club. De jongen luisterde en krabbelde hanenpoten in zijn blocnote. Op een gegeven ogenblik werden de woorden van de oude man mijmeringen. Zijn kreukige ogen knepen nog wat toe. 'Ach, de opgang van dat mooie houten stadion. De zondagmorgens voor de wedstrijd met al dat volk voor de poorten. De vlaggen die waaiden in de wind, de promenade waarop de dames zo prachtig konden flaneren...' De jongen met het blocnote kon de stilte die volgde pas doorbreken toen de walm van Vunderinks gevoelswoorden volledig was opgetrokken. Die sfeer, mijn vriend, dergelijke sentimenten die wij allen wel ergens bewaren en kunnen oproepen, stijgen boven de door resultaten gevoede cijferreeksen uit. Samen inhaleren wij het rijke besef als honderdjarige groter te zijn dan het moment van scoren. Zit erbij stil. Leun erbij achterover. Ik houd van uw glimlach. Voel het kameraadschappelijke leer van uw zetel. Meesmuil om de vliedende, ratelende, hijgende, kwaliteitsarme, fauteuilloze computerwereld buiten. Laat de waarde van een magisch, eenmalig ijkpunt u niet ontnemen. Ajax, honderd jaar. Zit erbij stil. AJAX MAGAZINE SEPTEMBER 1999 107

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 107