na de 2-2 in de eerste wedstrijd een
gemakkelijke zege voor United worden. En
Arnold gaat er beslist eentje maken,
desnoods vanaf de stip. Alleen dat ene
vinnige spelertje van Bayern zit hem steeds
dwars. Die kogelharde
rechtermiddenvelder die daar in de buurt
van Stefan Effenberg en Mario Basler
loopt. Jan Wouters is zijn naam. Een
gepeperd kereltje. Beetje type Van Halst.
Voortdurend pratend en aanwijzingen
gevend. Het zou ons niet verbazen als die
later nog eens een toptrainer ging worden.
Overigens deinst hij er ook niet voor terug
het vuile werk op te knappen en af en toe
de handjes te laten wapperen. Zoals zojuist
meneer Gascoigne heeft moeten
ondervinden, toen hij met Wouters de
Een gepeperd kereltje -
Jan Wouters is zijn
naam - dat er niet voor
terugdeinst het vuile
werk op te knappen en
af en toe de handjes te
laten wapperen.
Dan opeens maakt er een Duitser naast ons
de fout van zijn leven. Hij tikt mij op de
schouder en zegt met dubbele tong en
vreselijk Bayerns accent:
'Zeg Hollandse vriend, speelt Jordi Cruijff
nog steeds bij Manchester United?'
'Nee,' antwoord ik, 'Jordi is zwaar
geblesseerd geweest en speelt nu in Spanje.
Maar hij komt wel weer terug, hoor, Jordi
is een geweldige voetballer.'
'Ach zo,' gaat de Duitser lallend voort,
terwijl zijn negentien vrienden elkaar
giechelend aanstoten, 'en hoe gaat het met
lucht in ging en even later bij de
kaakchirurg op de behandeltafel lag.
Samen met de eeuwig jonge Lothar
Matthaus lijkt Wouters in deze
Champions-Leaguefinale de dienst uit te
maken. Voor Arnold Mühren is het dus
zaak om bij deze twee terriërs uit de buurt
te blijven. En te zorgen dat de spitsen aan
het kanon komen, want het staat nog
steeds 1-0 voor de Duitsers en er is niet zo
lang meer te spelen.
Bij het openen van biertje nummer tien
komt het geluid van de twintig Duitsers tot
ons alsof we onder water zitten.
Suizebollend vaag verstaan we iets van
Bayern Bayern über alles en Wir sind die
Besten. Langzaam draaien we ons om,
constateren dat Louis van Gaal helemaal
niet in dit café zit en beginnen te begrijpen
dat drank meer kapot maakt dan je lief is.
Vanaf morgen zullen we niet meer zo veel
drinken, beloven we, kletsen vervolgens de
flessen tegen elkaar, zingen spontaan Prost
prost prost Kamerad mee met onze nieuwe
vrienden en zetten de halzen aan de mond.
Met een Budje in een café in Miami te
midden van Duitsers naar de belangrijkste
wedstrijd van het jaar kijken en niet eens
meer de naam van ons hotel weten, dat
gaat nog een lange avond worden, zijn we
bang. Maar wat kan ons het schelen, als we
maar lol hebben.
AJAX MAGAZINE SEPTEMBER 1999 103