'Droge humor'
Joop Hiele, keeperstrainer bij Willem II:
profvoetbal, soms moet je ook eens geluk
hebben. Een toonaangevende trainer moet
het bijvoorbeeld in je zien zitten.
Regelmatig is de internationale status die
Danny Blind en ook Jan Wouters op
redelijk gevorderde voetballeeftijd alsnog
hebben bereikt, rechtstreeks verklaard uit
de bijzondere visie van Johan Cruijff. Ook
als coach van Ajax zag Johan immers meer
dan al die andere trainers. Hij wilde
verdedigers die bovenal goed konden
voetballen. Zonder Cruijff zou Blind
vermoedelijk nooit een zo glanzende
internationale loopbaan hebben
gerealiseerd. Er zijn echter nog vier andere
coaches, vier bondscoaches, die het talent
van Blind op juiste waarde wisten te
schatten: Ger Blok, Leo Beenhakker, Dick
Advocaat en Rinus Michels. Blok kende
Blind nog van de jeugdploeg voor 16- en
17-jarigen, die indertijd door zijn KNVB-
Blind in 'discussie' met de scheidsrechter tijdens
Zwitserland - Nederland op het EK '96 in
Engeland.
Foto: Louis van de Vuurst
'Bij Oranje zaten Danny en ik vaak op de bank. Vanaf de buitenkant zag je niks aan
ons, maar innerlijk was er onvrede. In het begin, toen Danny nog bij Sparta speelde,
had hij Wijnstekers voor zich. Dat was niet echt prettig, maar hij kon er vrede mee
hebben. Later ging het anders. Hij speelde toen bij Ajax en had zich niet alleen als
speler, maar ook als persoonlijkheid ontwikkeld. Terecht kreeg hij het gevoel dat hij
niet op de reservebank thuishoorde en hij uitte dat ook. Op de bank was hij rustig,
maar hij kon soms met droge humor scherp uit de hoek komen.'
collega Ron Groenewoud werd geleid en
tevens van de Jong Oranje-lichting 1982-
1983. Blok vond Blind zo goed, dat hij in
de lente van 1984 voor de laatste
wedstrijden in het kwalificatietoernooi
voor de Olympische spelen van Los
Angeles tegen Joegoslavië en Italië werd
opgesteld. Veel eer was er overigens niet
meer te behalen, want Oranje was in een
eerder stadium al uitgeschakeld. De
olympiërs zouden door spelmaker Louis
van Gaal op sleeptouw worden genomen,
maar het bleef bij goede bedoelingen.
Vooral de Roemenen waren te sterk.
Twee jaar later, kort na de dramatische
uitschakeling door de Belgen voor het WK
in Mexico, zaten Dick Advocaat, Leo
Beenhakker en Rinus Michels in Zeist te
dubben over een 'nieuw' Nederlands elftal.
De 'verliezende' 2-1 overwinning op België
bleek meteen de laatste interland te zijn
geweest van rechtsback en aanvoerder
Bennie Wijnstekers, van stopper Michel
van de Korput, van de die dag in de kast
gehouden stofzuiger Willy van de Kerkhof
en van spits Peter Houtman, terwijl Michel
Valke en Simon Tahamata ook nagenoeg
aan het einde van hun Oranje-termijn
waren.
De drie bondscoaches zetten voor de
positie van rechtsback enkele namen op
papier. Sonny Silooy was voorlopig de
eerste keus, Adri van Tiggelen was het
alternatief voor rechts zo lang op links de
altijd wat zenuwachtige Peter Boeve nog
een kansje werd gegund. En Danny Blind
telde volgens interim-bondscoach Leo
Beenhakker beslist ook mee. Beenhakker
nam nog steeds waar voor Michels, toen op
12 maart 1986 de oefenwedstrijd in Leipzig
tegen Oost-Duitsland moest worden
gespeeld. Silooy werd in het A-elftal
opgesteld, maar Beenhakker zei er meteen
bij: 'We willen ook kijken wat een jongen
als Blind op internationaal niveau waard is.'
Danny, al bijna 25, stond toen nog steeds
onder contract bij Sparta en voor hem werd
in Halle, daags voor de A-interland, een
plaatsje als dispensatiespeler voor Jong
Oranje ingeruimd.
AJAX MAGAZINE JUNI 1999