Am
m
Hoort de grote Ajacied Danny Blind thuis in het rijtje Grote
Ajacieden met Sjaak Swart en Piet Keizer?
Het aangename van Danny Blind is, dat je hem zelf kunt laten
antwoorden in je gedachten. Blind is de meest kort-geïnterviewde
voetballer van zijn tijd. Als er een analyse van een wedstrijd moest
komen, klopte men meestal bij Danny Blind (aanvoerder, oudste,
verbaal de beste) aan. Het liefst keek ik naar hem, wanneer de
vraag gesteld werd en hij in beeld zwijgend wachtte. Op dat
moment zag je het antwoord in volle glorie gevormd - Blind kan
geweldig minachtend tegen je zuchten en toch sympathiek
overkomen.
Ik kan zijn antwoorden dromen. Hoor en zie Danny nu die aanzet
tot een wegwerpgebaartje met de toevoeging 'ach' maken.
Vervolgens produceert hij een schamper lachje, kijkt nog eens om
zich heen en langs de camera óm te zien wat er daar allemaal
rondloopt voordat hij, na een laatste zucht en mistroostig ophalen
van de schouders, overgaat tot de beantwoording: dat categorieën
en rijtjes van journalisten hem totaal niet interesseren.
Danny Blind was een speler met leiderskwaliteiten waarvan de
voetbalwereld nog veel zal horen. Zijn bestuurlijk hoogtepunt tot
nu toe bereikte Danny vlak nadat bekend was geworden dat Ajax
Oranje ging boycotten. Hij werd voor de televisie geïnterviewd en
zei toen, dat hij nadrukkelijk wilde stellen dat de boycot niet tegen
bondscoach Guus Hiddink was gericht, integendeel. Danny,
letterlijk: 'Ik heb tijdens de vorige wedstrijd een goeie indruk van
Hiddink gekregen.'
Danny Blind heeft een goeie indruk van Hiddink gekregen. Ik
moest die zin even op me laten inwerken. En dan heet ik niet eens
Hiddink. Wat zou Guus op dat moment hebben gedacht? 'Fijn van
Danny'? Die had ook domweg een cijfer aan Guus kunnen geven.
Een zeveneneenhalf. Van Danny Blind persoonlijk weliswaar, maar
het blijft een cijfer, koud en kil. 'Een goede indruk' is de taal van
een ervaren man, die zijn oordeel pas na rijp beraad heeft
gevormd.
Danny Blind was een speler die naarmate zijn voetbalsuccesverhaal
vorderde steeds meer bestond uit televisiebeelden, fragmenten van
acties en stukjes film voor en na de wedstrijd. Zeg 'Blind' en ik zie
hem in volle sprint een kous optrekken. De een na de andere foto
verschijnt voor mijn ogen: juichend na een goal (blij als de
middenvoor van BI), geconcentreerd het vaantje goed oprollend
in de spelerstunnel, in blote borst na shirtjesruil in gedachten
verzonken het terrein verlatend, verbeten accelererend op het
middenveld, teleurgesteld na een bijna doeltreffend schot, niet al te
zenuwachtig terughobbelend naar zijn
plaats in de verdediging.
Ik zag hem graag een bal wegtrappen en nog
liever strategisch over het veld heenkijken:
een paar verre mannetjes op de juiste plaats
zetten, nog enkele verkeerde looprichtingen
corrigeren met de hand, dan een korte
COLUMN
door Jan
Foto: Louis van de Vuurst
breedtepass om 'm meteen terug te krijgen, kop omhoog, de
situatie als geschikt beoordelen en dan met de pass strooien.
Hij was beter dan Hierro, De Boer, Vasovic, Sammer, Thon,
Adams, Blanc, Stam, Olsen, de Italianen, de Brazilianen en de
Fransen en toch had zijn houding iets bescheidens. (Dat laatste
kan aan mij liggen. Een Nederlander is gauw geneigd een
buitenlander beter te vinden, vooral als hij mooi zwart haar heeft.)
Danny schommelde een beetje heen en weer met de kop half
tussen de schouders en hij was bij wijze van spreken bereid om het
hoofd helemaal in de schoot te leggen op een moment dat de
Argentijn Passarella nog een laatste scheermes trok.
Het allerliefst zag ik Danny Blind op de grond liggen.
Hij lag er veel - Zeeuwen zijn net Groningers. Ik kan het weten, ik
ben zelf specialist op de grond liggen. Het is mij door mijn
jeugdleider, meneer Wubs, met de paplepel ingegoten dat je niet
op de grond mag liggen. Maar je verlangen is te groot, je doet het
toch.
Wanneer de heer Wubs door Winschoten fietste, hoorde je hem
veel 'niet lig-gen!' roepen. Hij reed dan door een straat waar
niemand te bekennen was. 'Niet lig-gen!' In een steeg waren een
paar jongens aan het voetballen. Wubs schreeuwde 'niet liggen!' en
reed door. Een halve minuut later hoorde je hem op het
Noorderplein weer brullen. Een pupillen wedstrijd ligt graag op de
grond. Het meest in Zeeland, Drenthe en vooral Groningen. (In de
Randstad en Limburg zie je het veel minder.) Sommige jongens
krijgen het er nooit meer uit en Danny was er zo eentje. Liggend
op de grond na een wanhopige laatste
sliding op een doorgebroken speler, was zijn
diepste liefde voor het voetbal. Het liefst
verloor Blind een duel. En dan de boel
Mulder moedeloos aan- en nakijken. In deze
momenten openbaarde zich de heroïek van
Danny Blind die wars van heroïek is.
AJAX MAGAZINE JUNI 1999