De Bra op twe Als Danny (David Franciscus, Oost- Souburg, 1 augustus 1961, liefdevol opgevoed, drie kinderen, 42 interlands) over zijn jeugd vertelt, valt mij één uitspraak speciaal op: 'Wij keken thuis uit over een weiland. Dat beeld gaat het verst terug in mijn herinnering.' Een weiland, 1: dat niet heel dicht bij een voetbalveld? En bovendien, is het niet zo dat iemand die ver kan kijken, ver leert denken? Danny Blind leerde in elk geval ver en helder te denken: 'Ik hoef geen Porsche te hebben, maar ik wil goed kunnen eten, goeie schoenen hebben en in een goed bed liggen.' Van het weiland van Oost-Souburg werd het RCS, de plaatselijke club, van daaruit naar Sparta en van Sparta naar Ajax - van een hele grote bos haar, via een snor naar een kleine bos haar, maar wel altijd, zoals hij zelf zegt: de Braun op twee - die stoppelbaard is inmiddels het handelsmerk van Danny Blind, een handelsmerk dat hij overigens niet commercieel uitbuit. Hij is ook niet het type man dat houdt van modefotografie en daarmee samenhangende rimram. Nee, Danny Blind richt zich op Ajax: 'Ajax is een mooie sexy vrouw met een uitstraling die iedereen aan wil raken, voor mij een onvoorwaardelijke liefde.' Dat wil ik geloven, maar de sportverslaafde Danny Blind is ook een aardige en leuke man - en leuk is de grens waarboven mensen acceptabel zijn, eronder dus niet. Hij is sympathiek en zelfbewust, hoewel hij zelf zegt: 'Ik blijf toch dat Zeeuwse jongetje, wél zelfverzekerd, maar de ondertoon van verlegenheid is nog steeds voelbaar.' Geld, zie boven, is prima, maar niet zijn voornaamste doel. Hij is ook niet de man die ertegen opziet om na een gezamenlijk genoten lunch te zeggen: 'Geef mij de rekening maar,' en dat is dan nog maar een van de dingen die mij opvallen. Zoals ik ook noteer dat geen kind tevergeefs een handtekening vraagt en hij op welgemeende, vriendschappelijke wijze zijn arm kan leggen om de schouder van een makker met wie hij een eindje oploopt. Als Godenzoon mocht hij tegen staatssecretaris Terpstra 'Erica' zeggen. Nou, dan ben je iemand. Ja, hoor ik zeggen, maar hoe aimabel is hij in het veld? Heeft hij niet dikwijls moeilijkheden met scheidsrechters? Gele kaarten genoeg toch? En rood tijdens een interland? Jawel, maar Blind is een gedreven en geboren aanvoerder en vindt onrecht - al of niet op de juiste wijze ingeschat - onverdraaglijk: 'Je moet het tegenwoordig in je hoofd aardig op een rijtje hebben, wil je mee kunnen komen.' Wel, hij kan meekomen. Als drager van de COLUMN door Thomas Rap Foto: Louis van de Vuurst Ajax-cultuur, met zijn didactische kwaliteiten, als aanjager, als adviseur voor andere spelers en als nuchtere, taakbewuste verdediger die ooit zei: 'Ik ben geen streber, maar ik houd ervan meer te bereiken dan een ander.' Zeuren doet de oude rot niet, alles wat tegenzat doet hij af als 'vervelende ervaringen', maar de boosheid is wel van zijn baardige gezicht te scheppen als hij 'wegens gebrek aan wedstrijdritme' of 'nog niet geheel hersteld' op de bank moet zitten. Dat zijn de momenten dat het elftal hem mist: zijn verfijnde techniek, prachtig positiespel en als dirigent van de defensie en hoeder van de moraal. Hoe moet de toekomst eruit zien, de toekomst waarin hij niet meer op die vreugdeloze grasmat van de ArenA actief is? Blind: 'Als ik geblesseerd ben - in de loop der jaren gebeurt zulks natuurlijk, TR - kijk ik meer naar de wedstrijd als trainer en let niet op de schoonheid waar het publiek op afkomt. Het gaat mij veel meer om de verschuivingen op het veld. Ik probeer te ontdekken wat er wel en niet goed gaat in het systeem.' Blind is - zoals reeds geconstateerd - een man die na kan denken, iets wat niet van iedereen kan worden gezegd. Sterker nog, dat slag is schaarser dan vliegen in de winter. Er is één ding waarmee ik graag zou willen eindigen na alle loftuitingen: Danny Blind is óók, en geen klein beetje, een ijdele man. Altijd gekleed naar de laatste mode en daarin zeer zorgvuldig - zie ook zijn Prince de Galle-pak. Maar ik vind: wie niet ijdel is, heeft geen gevoel voor schoonheid, in alle opzichten, en wie geen gevoel voor schoonheid heeft, mag niet in het met roem en glorie overgoten Ajax-shirt voetballen. Danny Blind dus wel, Danny Blind juist. Het zal mij en vele anderen pijn doen hem na dit seizoen niet meer als voetballer terug te zien, de jongen die ooit zei dat hij 'er nooit bij had stilgestaan profvoetballer te worden.' Ik zou in tegenspraak met de gebruikelijke formule willen zeggen: 'Ga voort jongeman, het verstand op scherp, de groen-blauwe blik op zeer dichtbij en, vooruit, de Braun op twee AJAX MAGAZINE JUNI 1999 47

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 47