Foto: George Verberne
Johan Cruijff lanceert
Dick van Dijk, wiens
solo zal eindigen met
een sierlijke val in
het strafschopgebied.
De door Gerrie
Mühren benutte
penalty brengt Ajax
op 2-1.
wedstrijd zo lang duurde vanaf de zijkant.
Zijn elftal had gewonnen, 3-1.
Nee, voetballen was niet leuk als je niet
mee mocht doen.
'Maar als er voetbal op televisie is, wil je
het wel altijd zien.' Zijn vader gaf nog niet
op. 'Dan mag je toch ook niet meedoen?'
'Ja, maar dat is anders, dan kan je niet
meedoen. Je kan toch niet door het scherm
heenstappen, of wel soms?'
Waarom begreep zijn vader dat nu niet.
'Als je er zelfbij bent en je mag niet
meedoen, dan is het niet leuk. Snap je?'
'O, dan geef ik die kaartjes wel aan iemand
anders,' zei zijn vader luchtig en draaide
zich om.
'Welke kaartjes?'
'Voor Ajax. Tegen Arsenal. Olympisch
stadion. Volgende week woensdag.'
'Wat? Nee! Ik bedoel, dat is natuurlijk weer
heel iets anders. Anders dan met je eigen
elftal, bedoel ik. Dan is het niet leuk! Naar
Ajax is juist geweldig!'
Zijn vader draaide zich lachend om en
haalde twee tickets uit zijn binnenzak.
'Maar eerst moeten we vanmiddag jouw
eigen elftal aanmoedigen. Juist als je
geblesseerd bent moet je laten zien dat je er
echt bij hoort! Dan pas ben je een echte
teamspeler'
'Okee dan, vooruit,' gaf hij schoorvoetend
toe.
Bij de deur aarzelde hij even voor hij zijn
jas aantrok.
'Je was toch niet echt van plan die kaartjes
aan iemand anders te geven, hè?'
Het stadion zag er indrukwekkend uit.
Onwillekeurig greep hij zijn vaders hand.
Dat had hij in geen jaren gedaan. Hij wilde
zijn hand terugtrekken, maar zijn vader zei
dat het in deze mensenzee verstandiger was
dicht bij elkaar te blijven.
'Als we elkaar kwijtraken, gaan we naar dat
café daar op de hoek. Begrepen?'
Hij knikte. Dat zou nooit gebeuren. Ajax -
Arsenal missen. Voor geen goud.
Cruijff, Keizer, Swart, ze speelden
vanavond allemaal! En hij was erbij.
Europa Cup 1, kwartfinale, lichtwedstrijd
tegen Arsenal. Uit Engeland!
Bij de ingang kochten ze een
programmaboekje. Voetje voor voetje
schuifelden ze de trappen op, het stadion
binnen. Hij las over de zegetocht van Ajax
in het vorige seizoen. Over de finale in
Londen, tegen Panathinaikos. Over Ruud
Krol die niet mee kon doen, maar door zijn
optreden als supporter toch zijn aandeel in
de overwinning had gehad. Hij had het op
tv gezien, hij wist het nog goed. Krol was
een echte teamspeler, net als hij! Plotseling
struikelde hij over de hakken van de man
die voor hem liep. De rij was tot stilstand
gekomen. Hij keek op uit het blaadje en
verstijfde. Diep onder hem, in een zee van
licht, lag het veld van zijn dromen. Hij was
hier nog nooit eerder geweest, maar hij
herkende het. Hier kwam hij al jaren.
'En? Zin om mee te doen?' vroeg zijn vader
toen ze eenmaal zaten.
'Natuurlijk, maar het kan nog niet,'
antwoordde hij met een serieus gezicht.
'Vandaag moet ik nog rusten van de dokter.
Dat weet je toch?'
De wedstrijd trok als in een roes aan hem
voorbij. Het gezang van op de tribunes, het
gejuich, de langgerekte kreten van spanning
en teleurstelling die door het stadion
trokken. Het was er allemaal alleen voor
hem. En hij herkende het allemaal.
De 2-1 overwinning was volgens hem mager,
maar voldoende voor de uitwedstrijd over
twee weken. In de trein naar huis waren ze
het roerend met elkaar eens.
'Ajax zal daar in Londen heus niet opeens
gaan verliezen,' wist hij zeker.
'En trouwens, over twee weken zou jij mee
kunnen doen,' viel zijn vader hem bij. 'Dan
is die blessure toch over?'
'Pap, daar ben ik toch nog te klein voor.
Over een paar jaar misschien!'
Diezelfde nacht nog won hij samen met Ajax
de Europa Cup. In het stadion dat hij zo
goed kende. Zijn moeder was erbij. En ze
bleef de hele nacht.
212
AJAX MAGAZINE JUNI 1999