t> r i TCk ^ÜCl
5141 itnSrtl
Geschrokken greep hij naar zijn knie. Het
deed geen pijn, dat niet. Het voelde eerder
koud. Tintelend. Als vingertoppen in de
winter. Het spel ging intussen gewoon
verder. In de middencirkel probeerde Ton
Verbeek met een sliding de bal te
heroveren. De bal die hij zo-even zo
knullig verspeeld had. Hij probeerde
overeind te komen. Au. Maar even niets
doen. Wat kon het zijn? Hij had, met de
bal aan de voet, soepel één, twee man
gepasseerd om daarna een steekballetje te
geven op de inkomende Peter de Greef. En
nu lag hij hier. Hulpeloos. Er trok iets
warms vanuit zijn enkel omhoog. Hij
probeerde nog een keer zijn been te
strekken. Niets. De bal rolde over de zijlijn.
Ingooi voor New Boys. Gelukkig was er
niet gescoord. De keeper van de
tegenstander riep dat er nog eentje op hun
helft lag. Peter de Greef had het ook al
gezien.
'Wat gebeurde er nou?'
'Geen idee, ik wilde 'm binnendoor geven
en opeens lag ik. Mijn knie. Niks ergs,
hoor.'
'Ziet er anders niet goed uit,' zei de keeper.
'Helemaal dik, dat is niet goed, hoor!
Geloof me, dat is helemaal niet goed. Ik
heb een buurjongen gekend die...'
'Zo kan-ie wel even,' onderbrak Peter hem.
'Het is al erg genoeg zonder jou.'
Hij keek naar zijn knie en inderdaad.
Belachelijk dik. Leek helemaal niet meer op
zijn eigen knie. De scheidsrechter gebaarde
dat de inworp even moest wachten en
kwam op een draf aangelopen.
'Verzorging nodig?' De scheids keek om
zich heen en wenkte de grensrechter. Ome
Koen stak onmiddellijk, watertas in de
hand, het veld over.
'Kun je 'm buigen en strekken? Kun je je
been nog buigen en strekken?' hijgde Ome
Koen kortaf. Hij probeerde het tevergeefs.
Zijn moeder kwam het veld oprennen.
'Ik kan je ook geen twee maanden alleen
VOETMLVEMAAL
door Rick de Leeuw
laten of het gaat helemaal mis. Wat moet je
nu weer zonder been?'
Zonder been? Hij keek naar zijn knie en
inderdaad, zijn been was weg. Zijn
voetbalschoen zat keurig rond het stompje
waar tot voor kort zijn onderbeen begon.
Ome Koen legde net een nieuwe strik in de
veter.
'Zo, zo kan-ie wel weer, scheids,'
commandeerde Ome Koen. 'Mijn spelers
kunnen wel tegen een stootje. Ze zijn toch
zeker niet van suikergoed, of wel soms?'
Ome Koen boog zich over hem heen, en
met dreigende stem herhaalde hij zijn
vraag.
'Of wel soms?'
'Eh, nee, nee, natuurlijk niet,' stamelde hij.
Hij trachtte op te staan. Zijn plotseling veel
te korte been slipte telkens onder zijn
lichaam vandaan. Hij draaide zich om en
probeerde het opnieuw. Zijn moeder wilde
hem helpen maar de scheidsrechter hield
haar tegen.
'Straks zal hij het ook alleen moeten doen,
mevrouwtje.'
'Mam heus, het gaat wel.'
'Maar die arme jongen is nog veel te klein
hiervoor en kijk dan, hij heeft pijn.'
En inderdaad, het begon nu ook pijn te
doen.
'Ik kan het niet langer aanzien.' Zijn
moeder draaide zich om en liep langzaam
in de richting van de poort van het stadion.
Een fel wit licht tegemoet.
'Mamma, nee! Blijf hier!' Hij schreeuwde
zo hard hij kon.
Hij schrok wakker. Hij voelde aan zijn
knie. Een smeulende pijn verwarmde het
gewricht. Sinds zijn moeder twee maanden
geleden was overleden droomde hij iedere
nacht van haar. Gisternacht had hij
gedroomd dat ze samen in een auto zaten
die almaar harder ging.
'Remmen los!' had ze naar hem
geglimlacht, en hij had het fijn gevonden.
Haren in de wind en steeds sneller en
sneller. Joelend van opwinding,
schreeuwend tegen de bulderende wind.
Maar de opwinding sloeg om in paniek
toen hij opzij keek en merkte dat hij alleen
in de wagen zat. Toen hij naar het stuur
Foto: George Verberne
:>m
AIAX MAT.A7INF MINI 1999