Buskermolen: 'In de tijd dat we als vierde
elftal uitkwamen in de reserve eerste klasse
hebben we wel altijd goed gepresteerd.
Maar op een gegeven moment
konden we daar niet meer goed
in meekomen. Het
loopvermogen schoot
tekort tegen die
jonge jongens en
daarom zijn we
nu het
veteranenelftal
geworden.'
Maar een nog belangrijkere reden om
veteranen te worden was volgens
Leeuwendaal de te hoge reistijd. 'We
moesten dan op zaterdagmorgen om negen
uur in de bus naar Veenendaal en dat is
niets voor ouwe mensen. De meesten, zoals
Keje Molenaar hadden weliswaar permissie
om met de auto te gaan, maar toch: het
was niet meer op te brengen.'
Type Finidi George
Zoals zoveel van zijn medespelers miste
ook Leeuwendaal het grootste deel van
het seizoen vanwege een blessure.
Nu had hij genoeg aan zijn hoofd
omdat hij ook leider is, maar hij
had toch een nuttige kracht
kunnen zijn. Leeuwendaal,
hoewel ook al weer een jaartje
ouder, heeft altijd op een redelijk
niveau gevoetbald.
Als klein jongetje doorliep hij zes jaar lang
de jeugdopleiding van Ajax. Vervolgens
vertrok hij naar het sterke DWS en daarna
was hij nog een aantal jaar actief voor
ABN/AMRO. Toen keerde Leeuwendaal
terug op het oude nest en hij speelde nog
negentien jaar bij de amateurs van Ajax.
Wat voor speler hij was? 'Ik was vrij klein
en in verslagen van de jeugd stond altijd:
de fragiele Leeuwendaal gaf de voorzet
waaruit die en die scoorde. Doelpunten
maakte ik niet zoveel, ik was meer een man
van de voorzet. Type Finidi George.'
Leeuwendaal is een echte Ajax-man. 'Ik
ben volgend jaar 25 jaar lid. Al op jonge
leeftijd ging ik met mijn vader vanuit Oost
naar Ajax. De liefde voor Ajax, die gaat van
vader op zoon. Er bestaat niets anders in
het leven dan die club. Je kunt voor
Twente worden als het even minder gaat,
maar zo werkt het gelukkig niet bij mij.'
De mindere periode van het
eerste elftal gaat Leeuwendaal aan het
hart. Maar ook dit jaar waren er weer
van die momenten om te koesteren. 'Ik
assisteer perschef David Endt weieens,'
vertelt Leeuwendaal. 'Dat deed ik ook
tijdens de benefietwedstrijd van Cruijff.
Dat was een fantastische ervaring. Wat ik
allemaal meemaakte... Het moment dat
Van Basten naar Sjakie Wolfs liep om een
paar kicksen te halen bijvoorbeel, dat
vergeet je je leven lang niet meer. Het was
allemaal zo mooi en ik maakte het van
dichtbij mee. Dan zie je hoe groot Ajax is.
De volgende dag heb ik vrij genomen om
bij te komen van alle emoties,' aldus
Leeuwendaal.
Pas 47
Ook Buskermolen heeft het nog steeds
naar zijn zin bij de club waar hij al zo lang
lid van is. Zelfs nu de resultaten van zijn
team wat minder zijn. 'We hebben nog
steeds heel veel plezier,' zegt hij. 'De spelers
zijn ook niet zo heel ziek meer van een
Als steunpilaren van het elftal, zoals Dick
Schoenaker, afwezig zijn door blessures betekent
dat een flinke aderlating.
nederlaag. Okee,
heel even, maar
daarna wordt er
alweer volop gedold.
Ik moet weieens aan FC Amsterdam
denken. Daar was het ook altijd lachen,
gieren, brullen. Maar toch kon er ook
gepresteerd worden. Dat moet bij ons ook
gaan gebeuren.'
Want al met al waren de resultaten
natuurlijk niet om over naar huis te sturen.
Positieve uitschieters in het
veteranenelftal? Het blijft lang stil. Dan
zegt Buskermolen: 'Het is voor het eerst in
mijn carrière dat ik mijn zoon onder mijn
hoede heb en dat is ontzettend leuk. Jan is
aanvoerder van mijn elftal en hij was dit
seizoen duidelijk een van de positieve
uitzonderingen. Hij is nog echt zo'n speler
die er altijd voor gaat. Maar ja, hij is ook
nog jong, hè. Hij is pas 47. Hij heeft ook
nog de conditie om elke week alles te
geven. Jan heeft drie keer de marathon
gelopen en dus is zijn fysieke gesteldheid
een stuk beter dan die van de rest. Ik moet
zeggen: de conditie van de meeste spelers
valt me niet mee.'
Dat komt natuurlijk ook door de leeftijd.
Neem Sjaak Swart nu. Die is toch alweer
zestig jaar. Buskermolen: 'Een week of vier
geleden heb ik met Sjakie gesproken. Ik
zeg: Sjaak jongen, je kan niet meer
functioneren op jouw leeftijd. Al jouw
medespelers hebben veel minder
kwaliteiten en als je daar van afhankelijk
moet zijn, dat gaat niet meer. Nou, Sjaak
vond dat ik daar wel gelijk in had.'
Alles had volgens Buskermolen anders
kunnen zijn als jongens als Schoenaker,
Molenaar en Spanjaard niet zo vaak
afwezig waren geweest. Daarom zal er het
volgend seizoen ook het een en ander
veranderen. 'Je hebt altijd een stuk of drie,
vier van dat soort jongens nodig om het
team draaiende te houden,' zegt
Buskermolen. 'Als trainer kun je een paar
van die gasten in de as zetten en dan gaat
alles vanzelf. Daarom denk ik ook dat we
volgend jaar weer hoge ogen kunnen
gooien.'
180
AJAX MAGAZINE JUNI 1999