Spartak Moskou - Ajax 1 -0
Udinese - Ajax 2-1 (4 november 1997)
WÈÊÊÈÈÊÊÊL—
Foto: Louis van de Vuurst
Wat hoe dan ook rest, is een wellustige
nostalgie. Waarschijnlijk zal er tijdens alle
festiviteiten rond Blinds afscheid een
poging worden ondernomen hem tot een
nieuwe Mister Ajax te bevorderen, zoals
dat ook vergeefs bij Stefan Pettersson is
getracht. Mister Ajax zal Sjaak Swart
blijven en niemand anders, maar hij hoort
Danny Blind over
(17 maart 1998)
'Thuis met 1-3 verloren, maar op alle manieren probeer je als aanvoerder het geloof
erin te houden. Direct en via de media, in de hoop dat dat weer in de groep
terechtkomt. Maar de nekslag was de derde tegengoal in de ArenA geweest. Over de
amateuristische manier waarop we die tot stand lieten komen kan ik me nog staads
opwinden. En in Moskou kregen we ook weer in het begin een gouden kans! Ze waren
er rijp voor, hoe gek dat ook klinkt. En waar je ook aan denkt, dat is die serie
wedstrijden waarin je je op het laatste moment nog gered hebt, zoals tegen
Grasshopper Club in Zürich. Het was toch weer een kwartfinale, zo slecht deden we het
nu ook weer niet. De normen zijn wat Ajax betreft hoog gesteld.'
bij de voorlaatste succesperiode. De
voorlopig laatste fase van de roem werd
geleid door Blind, die zich daarmee alle
recht heeft verworven te worden tot de
icoon van de club.
Kleingeld
Voor de met 1-0 verloren thuiswedstrijd
tegen Vitesse werd er gecollecteerd voor
een publiek afscheidscadeau voor 'onze
eminente aanvoerder'. Een man stopte
verschrikt voor de groene bus. Hij keek
vermoeid als iemand die al aan de kanker
en het rode kruis had gegeven. 'Voor
Danny Blind', luidde het goede doel
volgens de collectant die in de
supporterswereld bekend staat als opa. De
man zocht in zijn knip. 'Ik heb geen
kleingeld,' zei hij. 'Alleen maar een joetje.'
Bij zijn buurvrouw probeerde hij vergeefs
te wisselen. Zegge tien gulden. Voor vijf
kampioenschappen, vier nationale bekers,
drie nationale Supercups, een Europese
Danny Blind over
'Weer een die past in een rijtje "weggesleept voor de poorten van de hel". Van der Sar
verrichtte onwaarschijnlijke reddingen, zelfs een keer dat ik me praktisch al naar de
middencirkel draaide bij een schot van Amaruso. Die moest zitten, maar Sar hield hem
eruit. Voor Udinese, al een paar jaar topper in Italië, was het in alle opzichten de
wedstrijd van het jaar. Ze vonden verliezen heel erg, maar het was toch minder erg,
want het was tegen Ajax. Dat zegt iets over Ajax. Aan die status gaan we hier wel eens
voorbij.'
Supercup, een UEFA Cup, een Europa Cup
voor bekerwinnaars, een Europa Cup voor
landskampioenen en een Wereldbeker.
Alleen omdat de buurvrouw niet kon
wisselen doneerde de man uiteindelijk toch
het tientje. Als dank voor al het succes.
In Nederland doen we helaas zo min
mogelijk aan helden. Daarom is er hier ook
niets aan. Een held is een voorbeeld; een
droom; een onhaalbaar ideaal. Onwenselijk
en onmogelijk in het poldermodel. Aan die
penalty in Tokio wordt schandalig weinig
gerefereerd. De goal van Kluivert tegen
Milan zie je gemiddeld om de drieënhalve
dag op tv, terwijl het beslissende doelpunt
tegen Grêmio ligt te schimmelen in de
krochten van het Media Park. Het zal er
nog een keer uitkomen, als Danny Blind
zijn afscheidswedstrijd heeft gespeeld en de
sportrubrieken versuft op zoek gaan naar
glorieuze momenten van de Hollandse
Baresi.
De voetballer in kwestie doet er op zijn
beurt ook alles aan om het heldendom te
ontlopen. En zo zal Blind, ontroerd of niet,
zich ook nu weer verbaasd hebben over de
collectieve dankbaarheid die hij bij zijn
vaarwel over zich zag worden uitgestort.
De Belgen smalen immer over de dikke
nek van den Ollander, maar dat is alleen
maar juist vanuit het perspectief van een
minderwaardigheidscomplex. In alle
nuchterheid moeten we vaststellen dat we
in Nederland de heroïsche realiteit uit het
oog hebben verloren. We gaan gebukt
onder een meedogenloze bescheidenheid.
Grauwe staar belemmert ons het zicht op
de redeloze trots. Blind zijn wij.
100
AJAX MAGAZINE JUNI 1999