Het 90-jarig bestaan
van SDW werd gevierd
in aanwezigheid van
drie toppers die de
club heeft
voortgebracht, Richard
en Rob Witschge en
Heini Otto. Rechts
naast Richard aan de
bar zijn moeder Willy.
Richard enkele jaren geleden bedankte
voor Oranje. 'Vroeger kwam hij ook niet
snel terug op zijn besluit. Maar hij was
nooit lastig. Alleen in de zin dat hij heel
veel aandacht nodig had. Hij was een boef.
Zelfs tijdens trainingen moest je hem in de
gaten houden. Als hij het op zijn heupen
kreeg, klom hij zomaar in de lichtmast.'
'In het veld had Richard ook altijd het
initiatief,' vervolgt Peil. 'Hij vroeg altijd
om de bal en deed er ook altijd iets goeds
mee. Als ik hem nu zie voetballen bij Ajax,
denk ik vaak, dat is Richard helemaal niet
meer. Ik zie hem nu vaak alleen nog maar
ballen afpakken en afgeven. Maar ja, dat is
ook het systeem van Ajax. Dat weet ik als
geen ander. Ik heb ook nog een paar
seizoenen in het tweede van Ajax
gevoetbald. Het systeem gaat voor het
individuele belang. Eigenlijk is dat zonde.
Maar goed, Ajax is er groot mee geworden.
Maar bij Richard hebben ze te veel het
eigen initiatief weggenomen.
Hij was een echt voetbaldier. Maar ik
moest ook weieens tegen hem zeggen:
Richard, nu moet je echt de bal afspelen.
Hij was een pingeldoos. Maar wel een
genot om naar te kijken. Hij had overal
maling aan. Echte Amsterdamse bluf.'
Dat is niet verbazingwekkend. Wie
herinnert zich niet de Europa-
Cupwedstrijd van Ajax in het Olympisch
stadion tegen het Duitse HSV, waarin
Witschge als 18-jarige de Duitse rechtsback
Manfred Kaltz helemaal gek maakte met
zijn schijntrappen? Of zijn
hooghoudkunstje tegen Feyenoord, twee
seizoenen geleden in de ArenA? En ook
speelde Witschge de grote Jan Wouters
eens door de benen, tijdens een van zijn
eerste trainingen bij de selectie van Ajax.
Peil: 'Ia, dat is typerend voor Richard. Zo
ken ik hem. Echt overal maling aan. En
vroeger had hij ook al een ontzettende
traptechniek. Dat is niet voor niets zijn
product geworden. Wel was hij toen veel
meer een werker dan hij nu is. Richard liep
overal in het veld. Echt, hij was niet moe te
krijgen. Als ik nu wel eens zie hoe hij bij
Ajax zijn man laat lopen. Bij ons hielp hij
iedereen. Richard ging bij wijze van
spreken op doel staan als dat nodig was.
Mensen zeggen nu vaak dat hij nonchalant
is. En ik moet zeggen, op mij maakt hij ook
weieens die indruk. Dat ik denk: ben je er
nu wel of niet bij? Als jochie verzaakte hij
nooit, was hij er altijd bij. Richard was
altijd de spil van het elftal.'
Talenten in overvloed
De kantine van SDW stroomt inmiddels
vol. Het bier vloeit rijkelijk, maar Peil gaat
onverstoorbaar verder met zijn verhaal. 'Ik
zag altijd wel aan Richard dat hij het ver
zou gaan schoppen. Net als bij zijn broer
trouwens. Eigenlijk vond ik Robbie in die
tijd nog beter. Al waren er bij SDW nog
veel meer spelers waarvan ik had verwacht
dat zij betaald voetbal zouden halen. In die
tijd had SDW talenten in overvloed, dat is
tegenwoordig niet meer. Weet je, eigenlijk
heeft het mij niet zozeer verbaasd dat
Richard het heeft gehaald, als wel dat er
niet veel meer jongens van SDW aan de
top zijn gekomen.
Richard moest ik wel altijd in de gaten
houden, want hij haalde altijd veel
kattekwaad uit. Ja, hij had altijd streken.
Het was een brutaal mannetje. Geintje hier,
AJAX MAGAZINE MEI 1999