de eerste club van
Op bezoek bij
SDW
Richard Witschge
Amper een paar dagen bij de hoofdmacht van Ajax speelde Richard Witschge de
grote Jan Wouters door de benen. Een typisch staaltje van Amsterdamse bluf,
Richard Witschge ten voeten uit. Een jongen met een eigen wil en een eigen
mening, waar hij voor uitkomt ook. Dat was bij de Amsterdamse
amateurvereniging SDW, waar Richard op zesjarige leeftijd zijn loopbaan begon,
al niet anders. 'Richard deed precies waar hij zelf zin in had. Hij was echt een
schoffie.'
reen boefje,' vertelt Gerrit
l^enwoordig voorzitter van SDW.
nooit uit het oog verliezen.'
nuwacHVH^entelt Singer langs het
l de derdeklasser. SDW
thtige tweede paasdag
een belangrijke wedstrijd tegen Voorland,
in de strijd om de vierde periode.
Ten tijde van de vroege jeugdjaren van
Richard Witschge speelde Singer samen
met vader Piet Witschge in het eerste elftal
van SDW. Singer: Tk kan mij nog
herinneren dat wanneer wij met SDW
voetbalden, Piet aan de wisselspelers vroeg
om zoonlief Richard in de gaten te houden.
En dat was nodig ook. Dan klom hij weer
in een boom, dan viel hij weer in een sloot.
Wij hebben hem hier zelfs eens uit een
lichtmast moeten halen
TOMd NAAK CLMfc
door Remco Stunnenberg
Binnen in de kantine leeft Willy Witschge,
de moeder van Richard, hartstochtelijk
mee met de wedstrijd. Net als haar man is
zij SDW altijd trouw gebleven. Zij staat
nog immer achter de bar in de kantine.
Samen met een aantal zussen, nichten en
aangetrouwde familie wordt er
geschreeuwd dat het een lieve lust is. En
niet zonder resultaat. SDW wint met 3-2.
'Rob en Richard zijn bij wijze van spreken
op het voetbalveld geboren,' vertelt Willy.
'Zij waren nog geen week oud toen wij ze
al meenamen naar SDW. Richard was echt
een boefje. Heel anders dan Robbie, die
was een stuk rustiger. Vanaf het moment
dat Richard kon lopen, begon hij met
voetballen. Het was echt zijn lust en zijn
leven. Dat is het trouwens nog. Ik zag ook
al snel dat hij wel talent had. Vooral zijn
passing was als klein jochie al heel goed. En
zijn inzet! Echt, als je hem zag voetballen
leek het wel alsof hij door een muur heen
moest. Hij kon ook absoluut niet tegen zijn
verlies. Dan was hij een paar uur niet te
genieten. Van school moest hij ook niets
hebben. Vooral aan huiswerk had hij een
bloedhekel. Piet en ik hebben hem wel
altijd achter zijn broek aan gezeten, maar
dan zei hij altijd: ik word toch
profvoetballer.'
Inmiddels betreedt ook Singer de kantine,
AJAX MAGAZINE MEI 1999