'Nice book' Dat gedoe met losse blaadjes, afgescheurde kaartjes en vunzige bierviltjes vond ik maar niks. Ik maakte plakboeken om de handtekeningen van mijn favorieten in te verzamelen. Het eerste plakboek stamt uit 1966. Een smal groen boek dat oorspronkelijk bestemd was als fotoalbum. Over het groene omslag plakte ik witte, rode en weer witte banen, keurig naast elkaar. Uit kranten en tijdschriften knipte ik de foto's van mijn favorieten. Vervolgens plakte ik ze netjes in het plakboek en schreef ik onder elke foto een korte verklarende tekst. Soms nam ik het plakboek mee wanneer ik op zondagmiddag naar de Meer fietste. Na de wedstrijd wachtte ik de spelers op en bedelde om een handtekening. Er volgden meer plakboeken. Aan materiaal geen gebrek want juist in 1966 was Ajax zijn opmars naar de internationale top begonnen door voor de elfde keer kampioen van Nederland te worden. De pers besteedde veel aandacht aan Ajax en Voetbal International bestond net (55 cent bij de kiosk) en was een geweldige bron van foto's, verhalen en koppen. Tijdens het seizoen 1967-1968 kocht Ajax een Zweedse voetballer. Zijn naam zong van het papier: Inge Danielsson. Hij droeg een moordend schot in zijn benen. Danielsson was niet een voetballer van het technisch verfijnde type. Hij had wel een gevoel voor de juiste positie voor het doel. Het Zweedse dynamiet ontplofte regelmatig. Een van de mooiste explosies dreunde in de thuiswedstrijd tegen GVAV. Dat was niet zomaar een wedstrijd want een seizoen eerder had Ajax een afgrijselijke nederlaag geleden tegen de Groningers. Eigenlijk werd er van keeper Tonnie van Leeuwen verloren. Toen was Danielsson er nog niet, deze zondag wel. Ik geloof dat Inge Danielsson er twee maakte. Een daarvan was onvergetelijk. Midden in de drukte van het strafschopgebied kreeg hij de bal op heuphoogte aangespeeld. Hij draaide zijn lichaam wat naar voren, zwiepte zijn rechterschietbeen opzij, linkerarm en rechterbeen lagen even horizontaal in eikaars verlengde. Wham, de rechtervoet raakte de bal vol aan de bovenkant. De bal ketste via het gras in het doelgebied hoog tegen het net. Het was een typisch spits-doelpunt. Geen tijd om na te denken, doen. De coördinatie en het venijn om te scoren zaten in Danielssons schot verenigd. Een heerlijk doelpunt door het ongecompliceerde karakter en door de carambole die de bal maakte. Ajax won met 3-1. Na de wedstrijd sloop ik via een toegangsdeur, door het halletje, de trap omhoog naar de eretribune. Op zachte voeten glipte ik de deur naar het restaurant binnen en daar was ik, temidden der Ajacieden. Ze stonden aan de bar met hun vrouwen en vriendinnen en hun kennissen na te praten over de wedstrijd. Ik probeerde zowel beleefd als doortastend te zijn bij het vragen om een handtekening. Een aantal spelers zetten hun krabbel. Vlot, zonder op- of omkijken. Even de pen over het papier en verder met het gesprek. Zoals dat ook nu nog gebeurt. Ik tikte Inge COLUMN door David Endt foto Louis van de Vuurst Danielsson op zijn rug. Hij draaide zich om en pakte het boek, opengeslagen op een bladzijde met zijn foto, en zette zijn handtekening. Ik volgde de bewegingen van de pennepunt. In zwierige letters signeerde hij Inge Danielsson. Voornaam en achternaam in krulschrift. Een van de mooiere handtekeningen, zag ik meteen. Ik wilde het plakboek alweer overnemen maar Danielsson begon het door te bladeren. Drie of vier minuten. Langer zal het niet zijn geweest maar voor mij was het alsof de Zweedse voetballer een hele middag de tijd nam om mijn werk te bekijken.Nice bookzei hij en reikte mij met een brede lach het boek weer aan. Verbouwereerd stond ik te kijken. De voetballer had mijn plakboek doorgebladerd en gezegd: 'Nice book'. Het zijn de kleine dingen die het doen. Een klein gebaar, een korte opmerking. De paar minuten aandacht voor mijn plakboek en die ene opmerking van Inge Danielsson maakten hem tot held. Hij was mijn speler. Ik zag ook wel dat hij een minder verfijnde speler was dan de van talent overlopende ploegmaats om hem heen. En hij bleef ook niet lang. Na de verloren finale tegen Milan keerde hij terug naar Zweden. Ik zag hem terug op de middag voor de erewedstrijd Johan Cruijff. In het Amsterdamse Hilton-hotel. Het kostte moeite hem te herkennen. Hij stond er niet in Ajax-tenue, haalde niet explosief uit. Deze meneer Danielsson droeg een brilletje en had wit haar. Hij stond bescheiden, wat afgezonderd terwijl verderop Ajacieden van alle generaties elkaar op de schouders sloegen en in de armen vielen. Ook zij herkenden Inge Danielsson slechts met aarzeling. Hetzelfde overkwam ook het publiek in de van sentimenten doordrenkte avond die volgde. Daar draafde Inge Danielsson, met zijn brilletje, naar de middenstip. De man van mijn plakboek, de man van het verwoestende schot tegen GVAV, de man van de goals tegen Benfïca, de man van de zwierige handtekening in mijn plakboek. De man van 'Nice book\ Het was mooi om hem weer te zien. AJAX MAGAZINE MEI 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 41