Eenmaal in de
kleedkamer overwon
Marco van Basten zijn
aanvankelijke
aarzeling om uit de
anonimiteit te treden.
Zijn verschijning op
het veld in Ajax-tenue
werd met een
ovationeel applaus
begroet.
Marco van Basten
lacht als hij na
terugleggen van Johan
Cruijff ('Ik mag wel
zeggen dat het een
knappe pass was')
gescoord heeft. De eer
voor 'Ajax-thuis' was
gered, de eindstand
bepaald op 2-1 voor
'Ajax-uit', maar dat
was onbelangrijk. De
ontroering, die over de
tribunes sidderde
omdat Marco even,
voor één keer terug
was, ontlaadde zich in
een overdonderend
geraas. Dit was
Cruijffs avond, dit was
óók Marco's avond.
Begeleid door verzorger Sjaak Wolfs begeeft
Robbie de Wit zich naar de middenstip waar hij de
aftrap verrichtte van de 'voorwedstrijd' tussen
twee teams van oud-spelers die voor Ajax in een
finale hebben gestaan.
Jan Mulder 'verdiende' zijn
opstelling door de wedstrijden
om de Europese Supercup tegen
AC Milan in 1974, toen Ajax uit
met 1-0 verloor en thuis mede
door het openingsdoelpunt van
de door knieproblemen
geplaagde spits met 6-0 won.
Ook de andere
doelpuntenmakers uit die
wedstrijd - Piet Keizer, Johan
Neeskens, John Rep, Gerrie
Mühren en Arie Haan - waren
van de partij.
'Ajax heeft terecht gewonnen' concludeert de stadionspeaker na
2 x 20 minuten, terwijl Johan Cruijff zwaait naar het publiek dat hem
bedankt voor een onvergetelijke avond. Naast hem bedenkt Piet
Keizer, die geen spelbreker wilde zijn en twee minuten meespeelde,
zich dat het nu echt de laatste keer geweest is.
AJAX MAGAZINE MEI 1999
37