L'étoile Davids
que les
ies
e.
.erci
sür
promettait un
d'artistes. Un
las-Yougosla-
compte, ii y a
e carré sur la pe
il. Et même si
w, le coach you-
.ive de la présen-
avicevic d'entrée
père un festival,
"ocu. Overmars
,f^ic. Stojkovic,
:1 y a de quoi
»x du beau
Ta vee
'e ta-
tremble eik
vre Mijato\k
est le premie
nalty au cc
Pas de quoüf
comml
yougosk
Seedorfl
pas plus
Jugovic ou k
timides cor
Edgard Davis, le sauveur de la mécanique orange. - Photos La Dépêche T. BORDAS.
II faut même attendre la 23'
'te pour voir Bergkamp, ens,
'e^yjupyier tir de j
Bergkamp, idéalement mis sur
orbite par Franck de Boer, éli-
■iiMBkidi
ment oublié par Davids au
cond poteau MêêÊÊH^i est bat
44
La Dépêche du Midi,
dinsdag 30 juni 1998
En als ik mij niet vergis zit daar beneden
Dick van Dijk, die vorig jaar is overleden,
maar voor dit soort wedstrijden graag een
uitzondering maakt. Gaat het wel helemaal
goed met me?
Inmiddels zijn de spelers op het veld
verschenen en heeft mijn mentale
dronkenschap mij een onvermoede gave
bezorgd: ik kan horen wat de spelers
denken. Ik hoor Wim Jonk, gepasseerd,
binnensmonds vloeken op de bondscoach.
Ronald en Frank de Boer maken
onhoorbaar ruzie met elkaar. Dennis
Bergkamp denkt aan Faas Wilkes. Marc
Overmars is in gesprek met zijn knie,
Edwin van der Sar met zijn handschoenen,
Michael Reiziger met het gras. Alleen wat
Edgar Davids denkt, kan ik niet concreet
krijgen. Onze nationale nummer 16 heeft
zichzelf omheind met een dikke laag
concentratie. Door niets of niemand laat
hij zich vanavond van de wijs brengen, hij
is al helemaal bezig met de wedstrijd en
maakt het mij onmogelijk zijn gedachten te
lezen. Of toch. Ja, vaag, ver weg, hoor ik
iets. Iets van muziek, er komen flarden van
het Amerikaanse volkslied uit zijn hoofd.
Daartussendoor klinkt het messengekletter
van de Jets en de Sharks. Leonard
Bernstein pakt zijn dirigentenstokje. Maar
David Bowie schudt zijn hoofd. This is not
Americazegt hij, en met een knipoog naar
Major Tom vliegt hij verticaal het stadion
uit. Ik schud mijn hoofd en maak met mijn
pinken mijn oren schoon. Is het zo
langzamerhand niet eens tijd dat ik een
valiumpje neem?
De middag voor de wedstrijd is het gezellig
druk in Toulouse. De terrasjes zijn
doorlopend vol, de glazen steeds maar
enkele seconden. Er wordt hevig
gespeculeerd. Voor de Nederlandse
kenners, zo'n twintigduizend in getal, kent
de voetbalwereld geen enkel geheim. Guus
Hiddink is een tactisch onbenul, want eens
De Graafschap, altijd De Graafschap.
Lorenzo Staelens moet verwekt zijn door
een gerestaureerde NSB'er. Hasselbaink
had nooit mee mogen gaan. En in de finale
kunnen we beter tegen Brazilië spelen dan
tegen Frankrijk, want anders krijgen we net
als in '74 en '78 weer een omgekochte
scheidsrechter. Trouwens, dat Franse bier
is niet te zuipen, de plakjes worst zijn voor
driekwart gevuld met knoflook en Ajax
gaat het vanavond op z'n sloffen redden.
Ajax? Ja, Ajax. Nederland speelt vanavond
met acht spelers die door Ajax zijn
gevormd, plus drie invallers van PSV. Moet
kunnen. De invallers gewoon overslaan en
het komt best voor elkaar allemaal. En
Joegoslavië dan? Dat heeft niets om het lijf.
De spelers mogen blij zijn dat ze even een
paar weken hun soldatenpak uit mogen.
Savicevic, Milosevic, Mijatovic, Jugovic,
Djorovic, Petrovic, allemaal uitgebluste
vedetten. Komen hier alleen maar om
vakantie te vieren. Fluitje van een franc.
Ik zal zo'n vijfduizend wedstrijden in mijn
leven live hebben bijgewoond, van hoog
tot laag, op het veld en in de zaal, maar dit
wordt de meest gedenkwaardige. De
ambiance, het belang, de temperatuur, het
voorgevoel dat deze dag me mijn leven
lang zal bijblijven, het idee dat we best eens
wereldkampioen zouden kunnen worden,
vanavond wordt de meest bijzondere
wedstrijd. Bovendien schrijf ik vanavond
AJAX MAGAZINE MEI 1999