'Marco was een fantastische jongen, ook voor de groep' Htr MGMENr In het vorige 'Moment' noemde ik Henk van Teunenbroek de nestor van de jeugdopleiding. Daarbij deed ik geen recht aan de leider van de Al, Cas Harms, die nog net iets langer aan de opleiding verbonden is. Ik werd misleid door zijn nog jeugdige uiterlijk. 'Ik ben sinds 1950 lid van Ajax. Na selectie- en proefwedstrijden werd ik als tienjarige aangenomen. Ik begon dus bij wat toen nog de welpen heette. Ik kom uit Amsterdam West, het stadsdeel van DWS en Blauw Wit. Maar op jonge leeftijd was ik al gek van Ajax. Ajax heeft altijd hoog gespeeld en goed voetbal gespeeld. Ook in die tijd was het voor een jongetje het beste wat er was. Daar zou je graag bij willen horen. Dat is dan op m'n tiende gelukt. En ik ben er nooit meer weggegaan. Ik kwam niet uit een Ajax-familie. Maar toen ik eenmaal aangenomen was, hebben m'n ouders me altijd gesteund en kwamen ze kijken. Als het even kon brachten ze me weg met de auto. Maar ik ging ook wel met de tram. Ik weet dus van huis uit, hoe belangrijk de steun van ouders is. Ik heb tot m'n vijfendertigste zelf gevoetbald. Op een gegeven moment vroeg Bob Haarms of ik niet bij de jeugd wilde komen. Ik speelde toen nog in het vijfde, een heel gezellige groep. Ik zei dat ik nog heel graag zelf wilde blijven voetballen. Dat was geen bezwaar. "Als je op zaterdag de pupillen begeleidt, dan kun je gewoon op zondag blijven voetballen," zei Bob. Dat was een prima oplossing. De begeleiding was toen heel anders dan nu. Nu gaan een trainer, een begeleider en een fysiotherapeut met een elftal mee. Vroeger ging alleen een leider mee, met een waterzak. Dat is heel lang zo doorgegaan. Ik heb de periode van Cees Groot meegemaakt. Die trainde in z'n eentje dertien elftallen. Maar hoe groot en intensief begeleiding door Klaas Vos foto's Louis van de Vuurst ook is: talenten breken onder alle omstandigheden door. Daar zijn het talenten voor. Ik zag Van Basten toen hij tien jaar was op een jeugdtoernooi. Hij liep met de bal aan de voet van de ene kant van het veld naar de andere kant, zonder dat er iemand aan te pas kon komen.' Zelf heb ik in de jeugd gespeeld met Tonnie Pronk, Piet Keizer en Peet Petersen. In de tijd van Buckingham. Ik speelde rechtsback of voorstopper en moest het altijd van m'n werklust hebben; ik was geen groot talent. Maar dat vond ik niet erg, het belangrijkste was dat ik bij Ajax speelde. Toen ik zeventien was kreeg ik de A-griep. Nogal hevig. Achttien dagen lag ik in het Wilhelmina Gasthuis. Daarna mocht ik anderhalf jaar niet voetballen. Ik had toen een dermate grote achterstand, dat ik laag bij de senioren moest beginnen. Uiteindelijk bleek het derde het hoogst haalbare. M'n zoon heeft het verder geschopt. Die heeft ook de hele jeugdopleiding doorlopen en heeft onder Johan Cruijff één keer als linkshalf het eerste gehaald. Hij werd daarna uitgeleend aan Telstar, scheurde er z'n kruisbanden en toen was het ook voor hem afgelopen.' In 1975 begon ik bij de D-pupillen. Dat heb ik twee jaar gedaan. Daarna drie jaar de Cl en vanaf 1980 doe ik de Al. Ik ben begonnen met Aad de Mos als trainer en zat daarna op de bank naast Hassie van Wijk, Dirk de Groot, Cor van der Hart, Louis van Gaal, Gerard van der Lem, Co Adriaanse, Herman Borman en nu dan Jan Olde Riekerink. Van alle jongens die ik een elftal heb gehad was Van Basten de allergrootste. Maar als elftal was de lichting met de De Boertjes, Hesp, Vink, Richard Witschge, Danny Muller, Bryan Roy en Dennis Bergkamp de allerbeste. Met z'n negenen gingen ze in één keer over van de BI naar de Al. De A2 werd dus overgeslagen. Als ik terugkijk begrijp je dat er ontzettend veel mooie momenten geweest zijn. Wat me direct te binnen schiet is een wedstrijd in en tegen Haarlem. Johnny van 't Schip speelde toen in de Al en Aad de Mos was trainer. Wij kennen Johnny voornamenlijk als rechtsbuiten. Maar hij was toen een fantastische 10. Aad de Mos durfde het echter niet aan; hij vond hem daarvoor te licht. Ik zei dat hij het gerust met hem kon proberen. Enfin, Johnny op de 10 en hij speelt een geweldige wedstrijd, die we met 3-2 wonnen. Twee weken geleden speelde de BI onder leiding van Johnny van 't Schip in Haarlem. Omdat de Al niet hoefde te spelen, ben ik wezen kijken. Als eerste zegt Johnny tegen mij: "Weet je nog, Cas, op dit veldje, met die Aad de Mos. Ik weet nog steeds niet waarom hij zich toen zo druk heeft gemaakt." Ik heb begrepen dat volgend seizoen Johnny de Al gaat trainen. Ik zie ernaar uit om op een andere manier weer samen te werken. Ik heb hem zes jaar in de jeugdopleiding bij me gehad en dat was een prachtige tijd. Een mooi moment was natuurlijk ook toen we vorig jaar met maar één verliespunt kampioen werden. En in vijf toernooifinales stonden. Het mooiste doelpunt dat me bijstaat, is een goal van Van Basten in Zeist, tijdens een toernooi om het algehele landskampioenschap. Hij was toen blessuregevoelig, had vaak last van z'n lies. En kon daardoor niet alles spelen. In de beslissende wedstrijd tegen Feyenoord stond hij wissel. Hij wilde eigenlijk ook niet spelen. Maar in de tweede helft werd 202 AJAX MAGAZINE MEI 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 202