KATERN Foto: Collectie Ajax Eddy Pieters Graafland in actie voor Ajax bij Feyenoord (30 maart 1958, 2-3). Enige maanden later stapte de doelman over naar de grote concurrent. meteen wilde ik er ook een. Helaas is het met die trui niet goed afgelopen. Hij is in de droogtrommel gegaan en er als maatje junior uitgekomen. Ik droeg vaak witte kousen. Dat was een verschil met Keizer, want die droeg zwarte. Ik heb altijd voor mijn eigen spullen gezorgd, daar bemoeide de club zich niet mee. Accessoires vond ik belangrijk. Ik keepte het liefst met mijn blote handen; contact met een leren bal vond ik het lekkerst. Later werden de ballen waterafstotend en daar moest je je tegen wapenen. Je gebruikte handschoenen met rubberachtige stroken aan de binnenkant. Ook heb ik nog met wollen handschoenen gekeept. Tijdens een wedstrijd van het militaire elftal zag ik de keeper van Italië met leren handschoenen. Die wilde ik ook. Hij vertelde me na afloop waar hij ze gekocht had in Rome. Maar het gekke was: ik kon er helemaal niet mee uit de voeten. Ik had ze op de training al uitgeprobeerd. Ik was een Pietje Precies, nam geen onnodige risico's. Ik was ook een van de eerste keepers die een lijst had van strafschoppennemers. Ik las alles over mijn sport in binnen- en buitenlandse bladen. Zo wist ik precies in welke hoek veel spelers zouden gaan schieten. Ik heb er op die manier aardig wat uitgehouden, onder andere van Daan Schrijvers en Willy van der Kuijlen.' Verre uitgooi 'Het liefst pakte ik de ballen klemvast. Mijn handen zijn erg groot; met één hand kan ik zo een bal optillen. Wegstompen deed ik niet veel, daar hield ik niet van. Binnen het doelgebied was ik ijzersterk, daarbuiten wat minder. Op de lijn was ik praktisch onverslaanbaar. Ook had ik een zeer goede timing wanneer een speler alleen voor me opdook. Ik was een meester in één-tegen- één situaties. Een echte meevoetballende keeper was ik echter ook weer niet. Jan Jongbloed van DWS was de eerste meevoetballende keeper van Nederland. Ik stond bekend om mijn verre uitgooi. Ik gooide de bal zo tot over het middenveld. Daar trainde ik speciaal op. Het was belangrijk dat er snel een aanval werd opgezet. Met een goede uitgooi sla je al wat meters over. In de zomer deed ik bij Ajax aan honkbal en cricket. Ik heb nog samen gecricket met Wim Schoevaart. Die sporten waren natuurlijk ook niet slecht voor de perfectionering van mijn uitgooi. Bij het honkbal was ik zelfs werper. Ik kan me niet herinneren dat ik een slechte wedstrijd bij Ajax heb gekeept. Ik haalde meestal een ruime voldoende. Als we thuis speelden deed ik de warming-up in de lange gang van de Meer, waar de spelers me wat balletjes in de handen schoten. Ik heb later bij Feyenoord twee uitzonderlijke wedstrijden tegen Ajax gespeeld. In de Kuip werd het een keer 9-5, een andere keer 9-4. Klaas Nuninga zei na afloop tegen me dat het net zo goed andersom had kunnen wezen. Dat was ook zo, zowel Ajax als Feyenoord speelde heel goed. Feyenoord scoorde alleen wat meer. Nee, ik heb mijn vertrek bij Ajax nooit betreurd. Ik wilde als sportman zo ver mogelijk komen. Eind jaren vijftig was Feyenoord toch wat beter. En het had een groter stadion. Maar ook bij Ajax had ik een mooie tijd. Als ik oude maatjes tegenkom is het nog altijd gezellig. Hebben we het over vroeger. Ik heb nog de eerste Europa-Cupwedstrijd van Ajax gespeeld, tegen SC Wismut in Oost-Duitsland. In 1970 ben ik gestopt, vlak nadat ik met Feyenoord de Europa-Cup had gewonnen. Enige jaren daarvoor was ik al onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ik heb mijn sport altijd positief benaderd. En heb ook veel van de sport teruggekregen. Als dank wilde ik na mijn carrière iets terugdoen. Ik had zoveel plezier beleefd aan voetbal dat ik een beeld beschikbaar wilde stellen aan de beste voetballer van de eredivisie. Ik belde Bob Spaak van Sport in Beeld. Hij vond het een fantastisch idee. Een beeldhouwer uit Landsmeer maakte een beeldje van een juichende keeper, gebaseerd op een foto van mij in het Olympisch stadion. De Eddy PG-trofee was een begrip in Nederland. Ik kom nog vaak bij wedstrijden, ook in de ArenA. Dat is soms wel raar. Op de zondag dat Ajax tegen Vitesse speelde regende het pijpenstelen. Maar in de ArenA was het droog. Dan merk je wel dat er erg veel veranderd is. Ik kan me nog derby's tegen De Volewijckers herinneren in Amsterdam Noord. Je stond daar vaak dik in de modder. Ik vond het heerlijk om in de regen en modder bezig te zijn. Soms waren de elastieken van mijn trainingsbroek door de modder zo zwaar geworden dat de broek afzakte. Met veters probeerde je ervoor te zorgen dat de schade beperkt bleef. Na afloop ging ik dan met trainingspak en al onder de douche staan. Heerlijk was dat.' 88SS38I 388S3SS SBiSSSi SS5SS3I liWRsa üinaia AJAX MAGAZINE MEI 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 182