Penalty's stoppen
KATERN
Geen onderdeel in het voetbal dat beter geknipt is voor een
keeper om zich te onderscheiden dan een strafschop. Als de bal
erin gaat is er niks aan de hand, wordt hij gestopt, is de
doelman de grote held. En voor dat laatste hoef je geen absolute
topper te zijn.
Zowel Ron Boomgaard als Sjaak Storm was voornamelijk
reservekeeper bij Ajax, maar beiden kenden hun moment van
glorie.
Op 13 september stond bij Ajax tegen MW de 19-jarige
Boomgaard in het doel voor de geblesseerde Bertus
Hoogerman. In Maastricht maakte Boomgaard zich onsterfelijk
door zijn doel schoon te houden bij drie strafschoppen. Hij
stopte een strafschop van Michel Thai en Chris Coenen. Vlak
voor het einde kreeg MW een derde pingel. Boomgaard 'keek'
de inzet van Willy Brokamp naast het doel. Na deze
heldendaden was Boomgaard zo in de war dat hij door
ploegmaat Wim Suurbier van het veld begeleid moest worden.
Sjaak Storm, gehuurd van FC Groningen, baarde in december
1989 opzien door binnen vier dagen twee keer een strafschop te
keren. Eerst stopte de stand-in van Stanley Menzo bij Vitesse
een inzet van John van den Brom. De woensdag erop ranselde
de reservedoelman in een bekerduel een inzet van Pascal Maas
van Eindhoven uit zijn doel. Zoals het een echte Hollander
betaamt bleef Storm er nuchter onder: 'Och, je moet een beetje
mazzel hebben.'
De belangrijkste penalty is zonder twijfel gestopt door Edwin van
der Sar. In de penalty-reeks na afloop van Ajax - Grêmio in 1995
sloeg hij de eerste strafschop uit het doel, daarmee Ajax op het
spoor van de wereldtitel zettend.
Foto: Louis van de Vuurst
Edwin van der Sar stopt de eerste strafschop van Grêmio in Tokio. Even later
was Ajax wereldkampioen.
Bals had al een grote prijs in zijn bagage
toen hij naar Ajax kwam. Met PSV was hij
in 1963 kampioen van Nederland
geworden (in een wedstrijd tegen Ajax!),
maar dat was volgens Bals niet te merken
geweest in zijn salaris. In 1965 vroeg hij
een salarisverhoging van slechts 1000
pietermannen, maar dat vond de Philips
Sport Vereniging al te gortig, waarna het
zeldzame gebeurde: een PSV'er werd goed
genoeg bevonden door en voor Ajax.
In Amsterdam was Bals met vier
landskampioenschappen in vijf jaar uiterst
succesvol. Hij was een wat merkwaardige
doelman; een bal liet hij weieens uit zijn
handen glippen of een bal werd niet altijd
even ver weggestompt, maar Bals had ook
zo zijn dagen dat hij onpasseerbaar was.
Vooral in Ajax' nieuwe specialiteit
(Europa-Cupwedstrijden) maakte hij veel
indruk. Bals was geen stilist, maar wel
iemand die er stond als het erop aankwam.
Een van zijn specialiteiten was zijn
spelinzicht en het daaruit voortvloeiende
goed en getimed uitlopen. Bals was een
perfect radertje in de
augustus 1960. In de tweede wedstrijd van
het seizoen won de latere landskampioen
met 9-5. Op 29 november 1964 werd het
9-4. Sjaak Swart had na afloop een
opmerkelijke verklaring voor het matige
keepen van Hoogerman die dag: de Ajax-
doelman zou de contactlenzen van zijn
schoonmoeder in hebben gehad. Het is een
verhaal dat nooit is bevestigd of ontkend;
Foto: Collectie Ajax
in ieder geval is het leuk genoeg om te
geloven.
Hoogerman keerde in 1965 terug naar zijn
oude club Meerboys. De pas enige
maanden daarvoor aangestelde trainer
Rinus Michels kwam vervolgens met de, zo
bleek later, tweede baanbrekende keeper
uit de Ajax-historie op de proppen: Gert
Bals.
Jan van Drecht was
meer dan tien jaar als
doelman actief bij
Ajax, maar stond
zelden lange tijd in de
basis. Hier, op 22 april
1951, pakt hij de bal
klemvast in een duel
bij DWS (3-0).
AJAX MAGAZINE MEI 1999
175