aan het slot van de competitie ons beste spel kunnen laten zien.' Hoe staat het clubvoetbal in Brazilië er nu voor? 'De Braziliaanse clubs zijn nog steeds bezig met opleiden. Spelers worden klaargestoomd voor het grote werk en vervolgens voor veel geld verkocht aan Europese clubs, waar ze zich vervolgens verder kunnen ontwikkelen. Dat is voor de meeste clubs in Brazilië de enige manier om te kunnen overleven.' Baby Voor de enorm grote en voetbalgekke familie van Wamberto (hij is de jongste uit een gezin met tien kinderen) is het natuurlijk spijtig dat zij de familietrots niet regelmatig aan het werk kunnen zien. Toch heeft de overstap van Standard naar Ajax het kijkgenot in Sao Luis vergroot, want de Braziliaanse televisie laat regelmatig beelden van Ajax zien. De contacten met zijn familie onderhoudt Wamberto voornamelijk per telefoon. Hij praat met zijn ouders of met zijn oudste broer, die hem veel adviseert. Uit al die telefoongesprekken put hij belangrijke motivatie om bij Ajax naar behoren te presteren. De betrokkenheid met het jongste gezinslid is enorm. Ze noemen hem nog steeds 'de baby', zegt Wamberto verlegen lachend. Is hij tevreden over zijn ontwikkeling als voetballer? Wamberto: 'Ik ben zeer tevreden. Het is alleen jammer dat we niet op de eerste plaats staan. Maar ik ben heel blij dat ik aan de staf en het bestuur heb kunnen laten zien dat ik heel erg mijn best doe.' Was het niet een vreemde belevenis voor Wamberto om in zijn eerste jaar bij Ajax meteen al met een trainerswissel te worden geconfronteerd? Wamberto: 'Natuurlijk was dat moeilijk. Maar dat gold voor de hele groep. Ik denk dat dat gedoe toch van invloed is geweest op ons spel en onze 'We moeten niet stilstaan bij het verleden. We moeten verder, naar voren' Toen Ajax in 1995 met Marcio Santos op de Braziliaanse toer ging, leverde dit niet het gehoopte succes op. Integendeel zelfs, want Santos - in Amsterdam gekomen als de wereldkampioen van 1994 - kwam bij Ajax nauwelijks aan spelen toe en keerde na twee jaar teleurgesteld terug naar zijn vaderland. Is Wamberto niet bang geweest voor een dergelijk drama? Wamberto komt veel vaker aan spelen toe dan zijn landgenoot, maar zijn gelaatsuitdrukking verraadt een gevoel van medelijden met de verdediger die het bij Ajax niet redde. Wamberto: 'Ik ben niet iemand die bang is. Ik wil goed voetbal laten zien. Voor de club, voor de fans en voor mijn medespelers. Ik ben niet bang dat mij hetzelfde overkomt als Santos. Of dat zelfvertrouwen is? Tja, als ik het niet heb, dan heeft niemand het. Zo redeneer ik. Ik geloof in mijzelf. Ik concentreer me voor iedere wedstrijd en doe altijd mijn best. Dat concentreren begint voor mij op maandag al, als de vorige wedstrijd is afgelopen. Zo bereid ik me op iedere wedstrijd een week lang voor. Nee, nerveus ben ik bijna nooit. Niet meer dan anderen. Bij het begin van een wedstrijd zijn alle voetballers altijd wat gespannen, maar zodra je het veld op loopt, is dat gevoel verdwenen.' Braziliaanse elftal Voor iedere beroepsvoetballer is een plaats in het nationale elftal een droom. Voor een Braziliaan waarschijnlijk nog meer. Het dragen van de blauw-gele combinatie moet een fantastisch gevoel zijn. Ook voor Wamberto. Hij is niet bang om in Europa over het hoofd gezien te worden. Wamberto: 'Ajax staat voor mij op de eerste plaats. Dit is de club waar ik met open armen ben ontvangen en waar ik vanaf het begin heel goed ben behandeld. Maar op de tweede plaats staat het Braziliaanse elftal. Als ik ooit geselecteerd word, is dat natuurlijk heel belangrijk voor huidige positie op de ranglijst. Het is belangrijk dat we onze koppen in de wind steken en niet bij het verleden blijven stilstaan. We moeten verder, naar voren.' Hoe zie je de toekomst van Ajax? 'Ik zie veel mogelijkheden.' Wamberto zegt het met een ernstig gezicht. Hij neemt sowieso steeds enkele seconden de tijd alvorens hij de vragen beantwoordt. Wamberto: 'Ajax heeft een nieuw team met veel jonge spelers. Als we doorgaan met het werk waarmee we nu bezig zijn, kunnen we nog heel ver komen. Dit jaar moeten we afwachten. Ik ben wel iemand die altijd positief blijft denken. Dit is mijn elftal, mijn hart ligt bij Ajax. Ik zie ook wel in dat Feyenoord eerste zal worden, maar in de tweede plaats geloof ik nog steeds.' Met veel gevoel voor understatement zegt hij lachend: 'In voetbal kan alles gebeuren.' AJAX MAGAZINE MEI 1999 15

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 15