gemiddeld negentig procent is. Dat is beter dan bij het tweede.' De heren gaan geregeld met elkaar op stap en ook de vrouwen kunnen goed met elkaar opschieten. Goed voor de teambuilding. Toch merk je in het veld niet altijd dat het maatjes zijn. Boot: 'Ik wil niet zeggen dat ze erop los schelden, maar ze vertellen elkaar wel flink de waarheid. Dat zou iets minder kunnen. Maar verder is het een fantastische groep.' Een team met mogelijkheden ook, volgens Boot. Er speelt een aantal jongens in dat hogerop wil en zo nu en dan met het tweede meetraint. 'Sommigen van hen ontwikkelen zich zo goed dat ze volgend jaar misschien de overstap kunnen maken naar het tweede. Dat zou een heel goede zaak zijn, want dan hoeven we niet zoveel spelers van buitenaf te halen. Dat heeft grote voordelen, want zij hebben een sociale band met Ajax en weten ook wat er hier van je wordt verwacht en wat je kunt verwachten.' Maatschappelijke carrière Behalve jongens die de ambitie hebben om in het tweede of zelfs nog hoger te komen, bestaat het derde elftal uit spelers die niet altijd kunnen trainen. Ze hebben het druk met hun maatschappelijke carrière en zijn daardoor wat lager gaan spelen. Cees van Oevelen - zoon van een van de beruchtste assistent-scheidsrechters van Amsterdam en omstreken, vlaggend bij Ajax zaterdag 1 - is daar een mooi voorbeeld van. Van Oevelen (27) werkt bij Caron Stevens op het Leideseplein, een onderneming die is gespecialiseerd in ondernemingsrecht. In het dagelijks leven begeleidt hij cliënten met ingewikkelde zaken als het oprichten van een vennootschap. 'Wij zeggen altijd dat we het grootste kantoor van de wereld zijn,' aldus Van Oevelen. 'Caron Stevens zit verspreid over de hele wereld.' Van Oevelen, die zich behalve als actieve voetballer ook als lid van de ledenraad verdienstelijk maakt voor de club, is al vanaf zijn achtste jaar verbonden met Ajax. Hij meldde zich aan op de jaarlijkse Talentendag en werd eruit gepikt door de scouts. Tot zijn zestiende jaar doorliep hij de jeugdopleiding van Ajax. Teleurgesteld dat het daarbij bleef? Dat viel wel mee. 'Ik zag het wel een beetje aankomen. Iedereen met een beetje intelligentie kan wel inschatten hoe je ervoor staat in vergelijking met de anderen. Ik wist dat slechts een op de honderd jongens het uiteindelijk redt bij Ajax en ik was niet de topper waar Ajax altijd naar op zoek is. Het was dus in feite logisch dat ik afviel.' Van Oevelen vertrok naar AFC om daar twee jaar in de jeugd te gaan spelen. AJAX MAGAZINE MEI 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 153