Het derde zit i
Heel goed gaat het nog niet met het derde
elftal van de zaterdagafdeling. Maar de laatste
weken is er een opgaande lijn te bespeuren.
Volgens trainer Cees Boot, leider Frans
Grootenboer en speler Cees van Oevelen zullen
He resultaten alleen maar beter worden.
^ffe kenden een dramatische start, maar de
laatste tijd gaat het weer beter. Toch is de
kwaliteit niet Meer wat het is geweest. Ik
durf het nauwelijks hardop te zeggen, maar
ik denk dat veel spelers voor andere clubs
kiezen omdat die betalen. Daardoor spelen
er geen kanjers zolMrroeger meer in het
derde elftal. Het verloop is veel te groot
geworden.'
Frans Grootenboer (57) kan het weten. Hij
is sinds negen jaar leider van het derde
elftal en heeft de spelers zien komen en
gaan. Zijn constatering dat het momenteel
even wat minder gaat, is bitter. Maar ja, de
mindere periode gaat hem, als echte
Ajacied, aan het hart. En een echte Ajacied
is hij, laat daar geen twijfel over bestaan.
Grootenboer is al vanaf 1951 lid van Ajax.
Ook in die naoorlogse tijden waren er al
selectiewedstrijden en Grootenboer bleek
talentvol genoeg om te worden
aangenomen. Tien jaar was Grootenboer
destijds en hij werd ingedeeld bij de welpen
(tegenwoordig de E-junioren). Ajax is
nooit meer uit zijn hart verdwenen.
Achtenveertig jaar nadat hij lid werd, is
Ajax nog steeds 'zijn cluppie'.
Jaren geleden was Grootenboer ook een
van de oprichters van de zaterdagafdeling
van Ajax. Samen met mensen als Hennie
Henrichs, broer Rolf Grootenboer
(tegenwoordig werkzaam bij de BI) en
Cees Boot (op dit moment trainer van het
tweede en derde van de Ajax-
zaterdafdeling), zette hij de amateurtak op
poten. Toen Johan Cruijff er ook wel wat
ZAXltVAC,
door Erik Brouwer
foto's Louis van de Vuurst
in zag, kon het niet meer fout gaan.
Grootenboer voetbalde op dat moment
zelf in de zondag 5. Toen de
zaterdagafdeling was opgericht kende hij
zelfs nog even een periode van sportieve
hoogconjunctuur toen hij gevraagd werd
voor het eerste. Maar hij deed al snel een
stapje terug naar het tweede en daarna naar
het derde. Vervolgens stopte Grootenboer,
inmiddels al dik in de veertig, helemaal
omdat hij toch ook aan zijn
maatschappelijke carrière moest denken.
Inmiddels is hij alweer een jaar of negen
leider van het derde elftal.
En met succes. 'Toen ik begon, speelden
we in de laagste klasse. Nu spelen we
reserve eerste klasse. Promoveren kunnen
we niet, omdat hoger spelen niet mogelijk
is. Als een speler uit het derde hoger wil
spelen, zal hij naar het tweede moeten. Dat
vinden wij trouwens helemaal niet erg. Wij
vinden het juist heel leuk als een speler via
het derde de stap omhoog neemt. Ooit
speelde Imro Wielkens bij ons. Die jongen
zat op een dood spoor en wij gaven hem de
kans om hier te voetballen. Na drie
wedstrijden speelde hij al in het tweede,
even later speelde hij de sterren van de
hemel in het eerste elftal. Weer een paar
maanden later speelde hij betaald voetbal
in Spanje. Dat is toch mooi?! Daar zijn we
dan enorm trots op.'
Zeventien spelers
Dit seizoen mag het dan niet zo heel goed
draaien, Grootenboer heeft er nog steeds
plezier in. Vorig jaar dreigde hij even met
opstappen, maar daar schrok het bestuur
zo van dat zijn wensen direct werden
gerealiseerd. 'Ik had veel te weinig spelers
tot mijn beschikking en daardoor was het
plezier even weg. Het gebeurde nogal eens
dat ik op vrijdagavond maar moest hopen
dat er niemand afbelde, omdat we anders
niet genoeg spelers zouden hebben. Maar
AJAX MAGAZINE MEI 1999