^moefws roffelen op het gras. Daar, links buiten. Je hoortfhet terwijl het hier, op de ■ribune, onhoorbaar is. Je hoort ze met je ■hart. Daarfttt een jong veulen, het rent, I het dartelt blij voorbij, zijn klaterdraf lacht I de menners uit. Niemand kan het P beteugelen. Verse ijzertjes zilveren op het groen. Amechtig, met graaiende armen, met houten benen proberen de menners het veulen te stoppen. Dan houdt het stil. Plotseling, als door een bliksemschicht geraakt. Het veulen draalt en draait, voetje voor voetje. Nee, hij wil niet meer vooruit. Hij hoort de aanmoedigingen niet, de uitnodiging slaat hij in de wind. Hij weigert, hij is moe, hij komt kracht tekort om twee, drie keer achter elkaar aan de haal te gaan. Hij laat de menners naderen. Bijna hebben ze hem. En juist wanneer de opgeluchte menners ervan overtuigd zijn dat het veulen is getemd: daar roffelen de hoefjes weer, daar galopeert hij schaterend ertussenuit, tussendoor, vantussen. Plukjes gras spatten met wortel en al door de lucht en maken een serpentine-spoor op het gras. Voor wie waren de serpentines? Voor wie waren de onnavolgbare galoppen? Voor wie waren de spattende plukjes gras? Ze waren voor de mensen die anderhalf jaar aan de andere kant van het hek stonden en het veulen in hun hart voelden rennen en de onhoorbare hoefjes hoorden en gelukkig werden met zo'n dartel, nukkig, speels en onbeteugeld veulen in hun kleuren. Anderhalf jaar, slechts anderhalf jaar en toch een echte Ajacied... Het huivert in mijn pen. Robbie de Wit voetbalde bij de club van A;JA>CZIELEN door David Endt illustratie Thijs Damsma Jan Wouters die ook de club van Mark Verkuijl en van zijn broer Peter was. Met Mark vormde hij het centrale verdedigingsduo. Mark de stopper, Robbie de libero. Het talent openbaarde zich niet zo duidelijk, pas later kwam het veulen links buiten op drift. Eerst bij FC Utrecht en al snel bij Ajax, in de grootse Meerse wei waar dartelende veulens meer dan waar ook worden omhelsd en waar die opwellende dartelheid van energie en intelligentie werd voorzien. Het veulen leerde zijn eigen kracht kennen en de kracht te verdelen en zo, na de eerste maanden van waanzinnige serpentines, kneed hij door zich te beperken naar grotere mogelijkheden en nog grotere onvoorspelbaarheid. Hij leerde zijn intuïtie te hanteren, hij kon de impuls sturen. Ah, Robbie de Wit, Robbie de Wit. Volbloed, Ajacied. Volbloed Ajacied, ondanks de slechts anderhalf jaar. Drapeer rood-witte guirlandes om zijn hoofd, draai rood-witte slingers om zijn bast, wikkel rood-witte serpentines om zijn benen en strik een rood-witte strik om zijn hart! Jij opende in naam van Oranje de poort naar het EK in Duitsland. Drie Magyaren in Boedapest zagen links en buiten slechts de zilverende ijzertjes aan je galopperende hoeven. Serpentine. Je liet een gouden bal in het net vallen. Anderhalf jaar, slechts anderhalfjaar... Mijn pen snikt de letters op papier. Mijn pen breekt als een door sentiment overmande stem. Zoals het veulen werd gebroken voordat het volkomen kon worden. De serpentines gleden weg, de draf verbrokkelde, de knikkende knieën maakten dat de ogen water maakten. Het verdriet te schrijven over een Ajaxziel wiens talent tijdens de ontluiking gesmoord werd. Er knapte iets in zijn hoofd. Zomaar een dag in de vakantie. Knapweg, afgelopen. Iets legde een knoop in zijn carrière en nam hem zijn voetbaltoekomst af. Ik zie hem nu op de tribune. Robbie de Wit. Hij kijkt naar wat er beneden op het veld gebeurt. Hij ziet hoe spelers serpentines willen leggen. Het kost moeite. Om te leggen en om te zien. Ik denk aan het spel dat van hem is afgepakt. Zonder reden. Ik zie zijn blik en zijn kwajongenslach. Want hij weet te lachen, te schertsen. In zijn hoofd worden de serpentines nog steeds geboren en draaft nog steeds het veulen. Hij gaat voorbij de zielesmart die ik in mijn pen voel trillen en hij lacht. Voorbij de droefenis en de verpulverde hoop praat hij met wijsheid over het voetbal en lacht hij naar het leven. Ik hoor hoefjes roffelen op het gras. Het werk van Thijs Damsma is te bezichtigen bij Galerie Peter Bax, Singel 82, 8601 AM Sneek AJAX MAGAZINE APRIL 1999 75

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 75