AJAX MAGAZINE APRIL 1999 61
is. Met iedereen bedoel ik niet alleen de
spelersgroep en de technische staf, maar
alles om het stadion heen, dus ook de pers.
Als ik een keer een wat mindere wedstrijd
speel, staat dat meteen in alle kranten. Dat
hoort erbij. Ik vind dat niet nadelig, maar
juist leerzaam. Ik kan beter nu al met die
dingen geconfronteerd worden, want dan
word ik er later alleen maar beter van.'
Betekent dit ook datje met beide benen op de
grond moet blijven staan? Datje ervoor moet
waken om niet te veel met je hoofd in de
wolken te lopen, of word je daar bij Ajax
voor gewaarschuwd?
'Dat hangt natuurlijk heel erg van je
persoonlijkheid af. Ik vind niet dat ik er
veel last van heb. Ik reageer normaal op
iedereen die normaal tegen mij is. Mensen
zeggen weieens: jongen, je bent veranderd.
Maar het eigenaardige is dat dit meestal
door mensen wordt gezegd die mij
helemaal niet kennen. Dus dan vind ik het
ook niet erg als ze zoiets zeggen. Maar als
mensen van wie ik houd zoiets zouden
zeggen, weet ik zeker dat ik ben veranderd.
Dan wordt het dus tijd om op te passen en
mijn houding te veranderen.'
Over alle journalistieke aandacht, die de
'ftÖNAlP PEPGER scweeuwpe SOMS
TE3EN ME, MAAR 0? HETMATST
SCWEEMWPE IK SOMS OOK TERMq'
veel meegemaakt. Kun je het zelf nog wel
bijhouden?
'Ik merk ook dat het heel hard gaat. Ze
zien me bij Ajax nu niet meer als een
talent, maar als een volwaardige speler. Dat
betekent dat iedereen nu keihard voor me