O
O
O
O
O
O
OO
OO
OO
OO
Haarms' debuutwedstrijd, Ajax - Heracles
op 28 september 1952 (1-0), was de
afscheidswedstrijd van Jan Potharst, die na
237 wedstrijden zijn plaats als centrale
verdediger (de term bestond destijds nog
niet) afstond aan Ger van Mourik.
Na zijn debuut speelde Haarms in het
seizoen 1952-1953 nog drie wedstrijden in
het eerste. Op 5 oktober uit tegen
Wageningen, waarvan Ajax met 4-1
verloor; als invaller voor Hans Boskamp op
12 oktober thuis tegen de latere kampioen
RCH (1-2) en op 23 november thuis tegen
NEC (2-0). Ajax eindigde als derde in de
eerste klasse A.
Bob Haarms speelde rechtshalf in de toen
gebruikelijke 3-2-5 (soms: 2-3-5)
opstelling. Rinus Michels was de spits. In
het stopperspilsysteem waren de
halfspelers de aan- en afvoertroepen tussen
verdediging en aanval. Zij moesten grote
afstanden kunnen belopen en dat was
precies waar Bob Haarms goed in was met
zijn lange benen en ijzeren conditie. Van
zijn techniek moest Haarms het niet
hebben. Op karakter en inzet haalde hij het
eerste. Zijn taak was het de uitblinker van
de tegenstander, vaak de linksbinnen, uit te
schakelen. 'Het was afpakken en inleveren,'
zegt hij daarover. 'Meer niet.'
Zijn bijnaam luidde 'De Spijker', hem
gegeven door zijn jeugdvriend Eddy Pieters
Graafland omdat hij zo lang en dun was.
En zo hard, moeten zijn tegenstanders
gedacht hebben, door wie hij gehaat werd
vanwege zijn puntige ellebogen.
Het seizoen 1953-1954 was een topseizoen
voor Bob Haarms, die in 24 van de 26
competitiewedstrijden opgesteld werd.
Ook de beslissingwedstrijd tegen DWS, op
Hemelvaartsdag 1954 in het Olympisch
stadion, speelde hij, maar dat werd een
deceptie. Ajax verloor met 5-2.
Na negen wedstrijden werd in het seizoen
1954-1955 de competitie gestaakt toen de
KNVB en de 'wilde' profbond NBVB het
eens werden over de invoering van betaald
voetbal. Dat was jammer voor Haarms, die
alle negen wedstrijden gespeeld had en met
Ajax bovenaan stond.
Van de 26 wedstrijden die Ajax in de
nieuwe competitie speelde, maakte
Haarms er slechts drie mee. Op
12 december verdraaide hij tien minuten
voor het eind van de wedstrijd Ajax -
Be Quick (5-1) zijn knie. Meteen de
volgende dag werd hij aan zijn meniscus
geopereerd door dokter Tetzner, de
befaamde knietjesdokter over wie gezegd
werd dat hij behalve heel veel knieën van
anderen ook die van zichzelf opereerde.
Na een voorspoedige revalidatie speelde
Haarms pas op de laatste speeldag van het
seizoen 1954-1955 weer in het eerste. Ajax
had zich al gekwalificeerd voor de nieuw te
vormen hoofdklasse, dus er stond niets
meer op het spel. Ajax verloor met 5-3 bij
DFC, maar voor Haarms was het een
rentree met een gouden randje: hij
scoorde.
Over zijn op 26 juni 1955 gescoorde
doelpunt zegt Haarms: 'Het was uit een
hoekschop. Van buiten het
strafschopgebied kopte ik die bal keihard
in... en hij zat. Maar om heel eerlijk te zijn:
voor die bal erin ging, zaten er nog net
twee kleine haartjes van Rinus tussen. Ze
hebben het doelpunt toch op mijn naam
gezet. Misschien omdat Michels er al
zoveel gemaakt had en ik nog niet één.'
Bob Haarms is een bescheiden mens.
Negen dagen na het enige doelpunt dat hij
ooit voor Ajax scoorde, kreeg Haarms zijn
eerste profcontract aangeboden. Daarin
werd bepaald dat hij voor iedere wedstrijd
die hij speelde dertig gulden kreeg bij een
overwinning, twintig bij een gelijkspel en
vijftien bij een nederlaag. Per week kwam
AJAX MAGAZINE APRIL 1999