Het eeuwige ja-woord AAN Qt ZIHUttN Wat zal hij zich verbeten hebben! Voorovergebogen, ellebogen op de knieën, driftig inhalerend aan z'n sigaret, de blik vol onbegrip en ergernis. Waar het juist op strijd aankwam, lieten z'n jongens het afweten. Dat je niet beter kunt, is een pijnlijke constatering, maar vooruit. Maar dat je niet beter wilt en uiteindelijk daarom verliest: dat kan er bij hem niet in. U begrijpt: ik schrijf dit na de uitwedstrijd tegen FC Twente. Naast hoevelen heeft hij al niet gezeten? Naast Michels, de onverzettelijke; Kovacs, de charmante tacticus; Knobel, de wel vakbekwame, maar wat naïeve Brabander, wiens functie hij overnam na diens ontslag; de éénj aars vlieg' Hans Kraaij; Ivic, de warmbloedige, sobere meester van de eindeloze herhaling; de vroegere assistent van Michels, Cor Brom; Cruijff, de maestro par excellence; Beenhakker, de vlotte communicator; Van Gaal, de alles eisende perfectionist; Olsen, de gentleman; en nu weer naast Wouters, de onverstoorbare vuurvreter. Maar hoe ze ook waren en zijn: hij bleef dezelfde en diende. Gedreven door de hartstocht en passie van de ware 'amateur'. Gedreven door liefde, liefde voor die ene. Onvoorwaardelijk en trouw: door dik en dun, in goede en slechte tijden, in weer en wind, op de berg en in het dal(letje). Toen eenmaal, meer dan vijftig jaar geleden, het ja-woord klonk, hoefde dat nooit meer herhaald te worden. Eén woord was voldoende voor ruim een halve eeuw daden. En dat zal blijven. Ook als hij van die bank af moet. Het is liefde tot het einde, tot de dood. En dan nog. Sloven uit verslaafdheid. Vrijwillig, 'tout court'. Geen dag is te veel en geen uur te vroeg. IJzeren wil en stalen discipline. Rood het bloed, wit het zweet, gemengd de tranen. Vaak van veel vreugde, soms ook van veel verdriet. door Klaas Vos Foto: Louis van de Vuurst Er telt maar één ding: hij, zij, het moet winnen! (Ja, Ajax is hij, zij en het in één; 'God', alles en in allen.) Hij weet, dat zijn eeuwige trouw, die liefde voor altijd, bij de huidige acteurs op het groene toneel nog slechts sporadisch aanwezig is. Waar hij altijd gebleven is, is het al jaren bij hen een komen en gaan. Maar voor hem is onvoorstelbaar, dat waar je het mooiste shirt ter wereld aan mag, al is het maar voor even, je dan verzaken kunt. Onvoorstelbaar dat een gegeven ja-woord niet elke keer weer leidt tot het ja-woord van inzet en de absolute wil tot winnen. Op 8 maart is hij 65 jaar geworden. Volgens maatschappij en wet moet je dan met pensioen. Maar Ajax is de maatschappij niet. Zeker niet voor hem. Ajax is liefde tot de dood en nog verder. Ajax is identiteit, onvervreemdbaar van hem zelf. Je kan je zelf toch niet met pensioen sturen. Ajax is de eeuwige droom, die in 1934 met hem zelf geboren werd. De permanente droom van glorie voor zijn club. Een droom die al vele malen werkelijkheid werd. Mede dankzij hem! Maar die werkelijkheid vervult de droom niet alleen, hij houdt hem ook steeds wakker en levend. Achterover leunen is er nooit bij! Doorgaan, strijden, de mouwen gestroopt, de beuk erin: de prijzenkast is nooit te vol! Trouwe oer-Ajacied: van harte gefeliciteerd en nog vele jaren van glorie en plezier met jouw, met onze club! AJAX MAGAZINE APRIL 1999 215

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 215