■■Hl
neerploffen en gevraagd of hij twee
drankjes wilde inschenken. Terwijl hij in
de keuken naar de glazen zocht hoorde hij
vanuit de kamer een zwoel muziekje. Van
natuurkunde zou vandaag maar weinig
terechtkomen. Met het hart in de keel liep
hij terug de kamer binnen.
'En ze heeft grote tieten,' kwam Zwaag
luidruchtig de recreatiezaal
binnengestormd. Dijksma balkte hem na.
'So joh, enorme tetters!'
'Hou je kop over Marjolein!' schreeuwde
hij verontwaardigd.
'Marjolein? Die is gek. We hadden het niet
over Marjolein! Angelique, die Franse stoot
uit die televisieserie. Wat een tieten heeft
die! Mocht die Marjolein van jou willen!
Maar wat ziet ze toch in godsnaam in die
lelijke graaf?'
'Volgens mij is het een baron.'
'Een graaf!'
'Nee, een baron!'
'Luister Dijksma,' Zwaag ging recht
tegenover Dijksma staan, 'als ik zeg dat het
een graaf is, dan is het een...?'
'Graaf, Bennie.'
'Dat dacht ik ook!'
Hij liep de eetzaal uit. Woensdagmiddag.
Over drie uur begon de verplichte
studie.
Ze mochten het kostschoolterrein niet
verlaten, maar verder hadden ze alle
mogelijkheden. Vanuit de recreatiezaal
klonk muziek. De lange gang waar hij
liep vervormde het geluid tot een
somber gebonk. Dat zal de nieuwe
Supertramp zijn. Hij zou ze wel eens
even vertellen wat hij ervan vond!
Rond de pick-up in de hoek zaten
Pierre, Zwaag, Dijksma en Gerard.
Vastberaden ging hij erop af.
'Hou je bijtende commentaren maar voor
je, en nee, we gaan vanmiddag niet met je
voetballen. Sodemieter op!'
Bennie Zwaag had hem niet eens een blik
waardig gegund terwijl hij dat zei. Ton
Dijksma barstte in gehinnik uit. Gerard en
Pierre keken niet eens op. Ze zaten op de
bank, verwikkeld in een discussie. En niet
over voetbal. Wat was er aan de hand? Zij
waren veranderd. Zij, niet hij!
Gerard, zijn beste vriend hier op
kostschool, zat naar Supertramp te
luisteren. Uitgerekend samen met de
vijand. Zwaag en Dijksma, waar ze
vorig jaar nog de meest verbeten duels
mee uitvochten op het voetbalveld.
'En het is trouwens Genesis!'
'Hoezo, Genesis?'
'Je luistert niet eens. Dit is Genesis,
Peter Gabriel, weet je wel. Of heb je
daar ook al nooit van gehoord?'
Gerard zuchtte demonstratief. Tot
groot vermaak van de vijand.
'Ach, Genesis, Supertramp, één pot nat!
Achterlijk gedoe! Vanavond is Ajax
tegen Lillestrom. Telt dat opeens niet
meer?'
Ze konden de hele middag voetballen, ter
voorbereiding op de match van vanavond.
Zoals ze dat altijd gedaan hadden voor
belangrijke wedstrijden. Of voor iets
minder belangrijke wedstrijden. Waarom
nu dan niet?
'Pierre is naar de muziekbieb geweest en
we gaan vanmiddag platen draaien. Hier,
luister hier dan eens naar: Close To The
Edge, te gek!'
Gerard legde met een geoefend gebaar een
nieuwe plaat op. 'Van Yes,' verduidelijkte
hij-
Was dit kameraad Boenders? Met wie hij
zoveel overwinningen had gedeeld,
nederlagen had verwerkt?
'Nee, geen Yes!' Hij schreeuwde het nu uit.
'Maar Ajax. Ajax moet vanavond
voetballen! En dus moeten wij nu
voetballen! Tegen elkaar, zoals altijd, weet
je wel. Jij en ik en Zwaag en Dijksma. En
daar kan deze zangeres bitter weinig aan
veranderen.'
Hij hijgde ervan. Triomfantelijk keek hij
om zich heen. Geen enkele reactie.
Woedend beende hij de recreatiezaal uit,
op weg naar, ja, op weg waarheen?
Zonder Gerard was voetbal niet leuk, en
zonder Zwaag en Dijksma als
tegenstanders was het niet spannend. De
zon brak net door toen hij naar buiten liep.
Een paar derdeklassers waren bij de verste
goal een bal aan het trappen. Ze waren
hooguit twee jaar jonger dan hij, maar ze
leken wel van de lagere school.
Eigenlijk kon hij het niet maken om
met ze mee te doen. Hij wilde niet eens
met ze meedoen. Stel je voor dat hij
moest vragen of hij mee mocht doen.
Hij werd al boos bij de gedachte! Wat
dachten ze wel? Dat hij ging smeken of
hij mee mocht doen? Dat hij, die hier
op deze grasmat grootse triomfen tegen
de leraren gevierd had, op zijn knieën
ging? Hij wou dat hij een keer met
Gerard, Zwaag en Dijksma een
wedstrijdje tegen ze mocht spelen, dan
zouden ze dit stelletje verwende etters
eens een lesje leren.
Meteen na de eindtune van Colombo was
hij opgesprongen. Colombo was veruit de
populairste tv-serie. De televisiezaal zat
afgeladen vol.
'En dan nu waar we al de hele avond op
hebben zitten wachten.' Hij zette de tv uit
en in een vloeiende beweging draaide hij
de radio aan. 'De tweede helft van Ajax
tegen de Lillestrom SK!'
In plaats van het instemmende gejuich dat
hij verwachtte, stond iedereen op en liep de
televisiezaal uit, de meesten
voorovergebogen als Peter Falk. Hij had op
z'n minst gedacht dat Gerard wel zou
AJAX MAGAZINE APRIL 1999
209