enbroek
[03.1 tegen
AC Milan ontroerde mee heel erg'
'Al die jaren dat ik nu meedraai heb ik heel
veel kampioenschappen meegemaakt. Maar
vraag me niet hoeveel, want dat weet ik
niet. Ik heb dat niet bijgehouden.'
Aan het woord is Henk van Teunenbroek,
al weer een paar decennia jeugdleider. Zeg
maar gerust, de nestor van de
jeugdbegeleiding. Opmerkzame
toeschouwers kennen hem ook als de
begeleider van het jeugdspelertje dat als
mascotte mag optreden bij Ajax'
thuiswedstrij den.
'Ik kom uit een echte Ajax-familie. Mijn
vader was Ajacied en heeft mij met het
rood-witte virus besmet. Ik heb zelf nooit
bij Ajax gevoetbald. Ik speelde bij
Muiderberg, waar een broer van mij al
voetbalde. Die was getrouwd met een
Muiderbergs meisje. Ik heb er tot mijn
drieëndertigste gespeeld. Kon daardoor
nooit naar de wedstrijden van het eerste,
want wij speelden ook op zondagmiddag.
Mijn zoon kon wel bij Ajax terecht. Vanaf
zijn achtste als keeper. En hij keept nog, in
het veteranenteam, Ajax zaterdag 4, met
onder anderen Keje Molenaar, Sjaak Swart
en Dick Schoenaker.
Aan het begin van het seizoen '76-'77 ben
ik jeugdleider geworden. Aanvankelijk als
invaller bij de A3 pupillen en geleidelijk aan
werd ik vaste begeleider. Toen ik begon had
nog niet elk elftal z'n vaste trainer en z'n
eigen therapeut/verzorger. Dat is pas van
de laatste jaren. De selectie was ook nog
niet zo groot. Dertien jongens, dan hield
het wel op. En de meeste jongens kwamen
uit Amsterdam. Door die kleine selectie
speelde je ook altijd met een vast team.
Twee stonden er wissel. Die dan de andere
week mee mochten doen. Dus het grootste
deel van het elftal stond vast.
De selecties zijn nu veel groter en er wordt
heel veel gewisseld, zodat iedereen hetzelfde
aantal speelminuten heeft, wat ik wel goed
vind.
Een groot verschil met vroeger is ook, dat je
HïX MOMENT"
door Klaas Vos
foto's Louis van de Vuurst
veel gemakkelijker doorbrak naar het
hoogste niveau. Je had er ook meer tijd
voor om jongens te brengen. Je hebt nu
geen tijd. Als het nu even "hapert", wordt
de portemonnee getrokken en wordt er
iemand gekocht, klaar. Omdat je mee moet
met de top. Ook al moest je toen ook al
alert blijven, maar het speelde lang niet zo
erg. Dus konden jonge spelers
gemakkelijker ingepast worden.'
'De eerste tijd begeleidde ik de wat oudere
jeugd, onder anderen met Cees Groot als
trainer. Maar op een gegeven moment ben
ik naar de allerjongste jeugd gegaan en dat
vind ik nog steeds het allerleukste. De
allerkleinsten hingen er heel lang een beetje
bij. Maar onder Johan Cruijff als technisch
directeur is dat veranderd. Hij heeft de hele
jeugdopleiding verbeterd en mede meer
structuur gegeven. Waarbij hij het belang
ervan inzag om al zo vroeg mogelijk met
een echte opleiding te beginnen. En hij
heeft mij gevraagd om de allerjongsten te
begeleiden. Dat wilde ik dolgraag en ik heb
toen ook gezegd: dan blijf ik dat ook doen.
En zodoende ben ik nu alweer veertien jaar
leider van de E-pupillen.
Het leukste vind ik om al op die leeftijd de
jongetjes het besef bij te brengen bij wat
voor club ze mogen spelen. Welk gedrag
daarbij past. Wat we van ze eisen. Ze te
helpen als ze het moeilijk hebben. Praten
met de ouders. En wat ik erg leuk vind is
het begeleiden van de mascotte. Het was
een idee van David Endt. Voor die
jongetjes is het een droomdag, een feest. Ik
geniet enorm als ik zie hoe zij van zo'n dag
genieten.'
'Ik kan me niet herinneren wie van het
eerste elftal dat ik begeleidde, uiteindelijk
het eerste heeft gehaald. Ik heb me daar
ook nooit zo mee beziggehouden. Van een
aantal weet je het uiteindelijk wel, zoals
Michel Kreek, Clarence Seedorf, Danny
Muller en Patrick Kluivert. Die zijn
allemaal in de E begonnen.
Daarom moet ik wel zeggen dat het
doelpunt dat Patrick Kluivert in Wenen in
de finale maakte, me heel veel doet. Dat is
voor mij toch nog steeds het moment. Ik
was erbij en die goal tegen AC Milan
ontroerde me heel erg.
Ik ben altijd een fan van Kluivert geweest.
Van het begin af aan. Ik kan me nog goed
herinneren dat ik met Cas Harms (leider
van de Al, KV) en Tonnie Bruin Slot naar
Schellingwoude ben geweest, waar Patrick
toen tegen onze E-tjes speelde. Zelf speelde
hij misschien nog wel bij de F-jes. En toen
viel hij direct op. Het was een knoert van
een spits. Ik was meteen weg van hem. En
dat ben ik nu nog. En wat hij nu heeft, die
drang naar het doel en het neusje voor de
goal, dat had hij toen ook al.
Ik vind dat Patrick na alle moeilijkheden
die hij heeft gehad en de diverse inyloeden
die op hem ingewerkt hebben bij
Barcelona weer heel goed op z'n plek is. En
dat ook regelmatig weer laat zien.
Als ik er zo over na denk, is hij van dat
elftal de enige die de absolute top heeft
gehaald. Mendel Witzenhausen speelt nu
voor Haarlem, Peter de Waal voor AFC.
Of jongens het halen heeft heel veel te
maken met de instelling. Dan zijn ze tot de
Al nog heel goed. Maar voor die laatste
stap naar het tweede of zelfs het eerste
hebben ze niet de courage om er heel veel
voor te doen. En soms is het gewoon een
kwestie van net niet genoeg kwaliteit
hebben voor het hoogste niveau. Maar
vergeet niet dat er ook genoeg zijn die dan
wel niet het eerste van Ajax hebben
gehaald, maar toch een aardige plek in het
AJAX MAGAZINE APRIL 1999