Op 21 september 1972 nam Piet Keizer namens Ajax in Parijs de trofee in ontvangst voor de Europese ploeg van het jaar 1971-1972. De trofee was niet meer de Nikè van Samothrake, maar een gewone beker. Keizer poseerde naast Europa's topscorers Sentrac (OFK Belgrado), Gerd Müller (Bayern München), Antoniades (Panathinaikos) en Francis Lee (Manchester City). Ajax-voorzitter Jaap van Praag, trainer Rinus Michels en aanvoerder Gert Bals met de Nikè van Samothrake, de trofee voor de Europese ploeg van het jaar 1969. het jaar, is geen wonder. In 1955 had hij ook al aan de wieg gestaan van het Europa- Cuptoernooi voor landskampioenen, deels om de lezers van zijn bladen te plezieren en (dus) de oplagecijfers te stimuleren. Toen zijn initiatief vervolgens door de UEFA werd overgenomen, was hij natuurlijk wel zijn exclusieve speeltje kwijt. Zijn nieuwe 'competitie', met de Nikè als hoofdprijs, leverde zijn bladen opnieuw de beoogde publiciteit op, zeker dankzij de koppeling aan de verkiezing van de topscorers van het jaar (de gouden, zilveren en bronzen schoenen). Daarmee was het festijn inderdaad de Oscar-uitreiking voor voetballers geworden. In 1971, na de Europa-Cupwinst op Wembley, werd Ajax andermaal door de Fransen geëerd met wederom een replica van de Nikè. Ook de twee jaren daarna eindigden de Amsterdammers bovenaan het klassement. Alleen was toen opeens het Nikè-beeld vervangen door een weliswaar grote, maar verder heel gewone beker. Het is heel goed mogelijk dat de schone Nikè het veld heeft moeten ruimen omdat het feestje van France Footbal inmiddels een co-sponsor had gekregen in Adidas. Dit Duitse bedrijf was jarenlang de grootste fabrikant van sport- en voetbalschoenen. Er was echter in de Verenigde Staten een concurrent opgestaan die vanaf 1971 ook in Europa de sportschoenenmarkt met succes betrad en die concurrent heette... Nike (spreek uit: nai-kie). Het kan geen toeval zijn, dat juist toen Nike (nai-kie) Europa ging veroveren, de mooie Nikè (nie-kè) de plaats moest ruimen voor een conventionele beker. Gelukkig dat van de weinige Nikè-beelden die er door Goddet zijn vergeven, er maar liefst twee in het bezit van Ajax zijn gekomen. Allebei zijn ze in het Ajax Museum te bewonderen. Het Ajax Museum is dagelijks geopend van 10.00 tot 18.00 uur, behalve op de dagen waarop Ajax een thuiswedstrijd speelt. De entree bedraagt 12,50 p.p. Kinderen t/m 12 jaar, 65+-pashouders en groepen van minimaal 20 personen betalen flO,- p.p. Een bezoek aan het museum kan gecombineerd worden met een rondleiding door de Amsterdam ArenA. Voor inlichtingen en reserveringen: 020-3111333. AJAX MAGAZINE APRIL 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 189