Instuif in Krasnapolsky
KATERN
Op 18 mei 1970 kan Ajax tegen SW
kampioen van Nederland worden. Vóór
de wedstrijd is het al feest in de
bestuurskamer van de Meer.
Terreinknecht Henk Angel wordt er
gehuldigd vanwege vijfentwintig jaar
trouwe dienst. Trainer Rinus Michels
heeft voor het eerst in zijn loopbaan zijn
spelers vlak voor een duel alleen gelaten
en is ook naar de bestuurskamer
gekomen, alwaar hij de jubilaris een
bandrecorder cadeau geeft.
De wedstrijd zelf is een eitje. Dick van
Dijk scoort vijf en Johan Cruijff drie maal.
Ajax wint met 8-0, de hoogste zege die het
in een kampioenswedstrijd boekt. Toch
heeft deze wedstrijd een nare bijsmaak.
Michels heeft de basisspelers Gert Bals,
Barry Hulshoff en Gerrie Mühren buiten
het basiselftal gelaten. De gepasseerden
zijn woedend over hun reserverol.
Hulshoff en Mühren weigeren zelfs
's avonds op de kampioensreceptie te
komen.
Desondanks is het die avond vol in hotel Krasnapolsky. Dat is
mede de 'schuld' van voorzitter Jaap van Praag. Die heeft
tijdens Ajax - SW in de stadion-microfoon de opgewonden
fans op de staantribunes, die op het veld dreigen te komen,
toegesproken: 'Als jullie nu kalm blijven, zodat de wedstrijd
kan doorgaan, mogen jullie vanavond allemaal op de instuif
komen.' Dat heeft hij geweten. Honderden supporters
bezoeken de 'officiële' receptie van Ajax, waar de officials zich
al snel belaagd voelen door het 'volk'. Spelers en trainers van
Ajax amuseren zich aanvankelijk kostelijk. Als het echter véél te
druk wordt, zien ze zich genoodzaakt via een achteruitgang het
gebouw te verlaten. In het boek Topclub Ajax 1 uit 1970 neemt
auteur Frits Barend het op voor de Ajax-fans en breekt hij een
lans voor een ander soort kampioensreceptie, mét supporters:
'Dat gezeur van officiële recepties met zich interessant
Een kampioensfeest anno 1998: in een televisiestudiocomplex met sponsors.
voelende, maar nietszeggende officials, moet maar eens
vervangen worden door bijeenkomsten voor de supporters, waar
de officials dan ook kunnen komen. Of omgedraaid (dat maakt
niet zo veel uit), voor officials, waar supporters ook komen.'
De wens van Barend is niet verhoord. Integendeel. Met het
verstrijken der jaren is door de schaalvergroting die Ajax heeft
meegemaakt, ook de afstand tussen club en supporters
onvermijdelijkerwijs groter geworden. Dat is nergens zo goed te
zien als op kampioensrecepties, die tegenwoordig druk bezocht
worden door sponsors en hun relaties, terwijl de supporters
kampioenschappen vieren op feesten georganiseerd door hun
eigen, florerende Supportersvereniging.
Ten behoeve van het nageslacht zijn alle
feestelijkheden (zonder geluid) op film
vastgelegd. En anders zijn de zéér
uitgebreide voor- en nabeschouwingen in
het clubblad een goede bron. Dat vindt de
schrijver zelf ook: 'Zo dit staat genoteerd
en als er over vijftig jaar slachtoffers
gevonden worden om Honderd jaar Ajax
te schrijven (en die vindt men), dan
hebben die lieden vast iets om het een en
ander uit over te nemen.' Bij deze.
Wie gedacht zou hebben dat Ajax na dit
uitgebreide feestpakket voorlopig de
toespraken en huldigingen zou staken,
heeft het mis. Sowieso is er ieder jaar in
ieder geval een diner op 18 maart ter ere
van de jarige, en regelmatig treden
artiesten op. In 1960 zijn ter ere van het
zestigjarig bestaan twee feestdagen
georganiseerd. Op zaterdag 12 maart is er
in Bellevue een feestmiddag voor de jeugd,
met onder andere de Verona's. Een week
later is het in alle drie de zalen van Bellevue
feest, met optredens van onder andere
Willy Alberti, Jan Corduwener, Tante
Leen, Karin Kraaykamp en The Three
Jacksons. Het is opmerkelijk hoe Ajax er
AJAX MAGAZINE APRIL 1999
181