Twee jaar geleden
werd het tweede
zaterdagelftal
algemeen kampioen
van de zondag en
zaterdag, maar van die
ploeg is weinig over.
Het team heeft het
momenteel heel wat
moeilijker.
erover na en besloot, na rijp beraad met
zijn gezin natuurlijk, ja te zeggen. 'En het
bevalt me uitstekend,' aldus Boot. 'Ik kan
mijn ei weer kwijt. Er is een groep
waarmee ik lekker aan de slag kan. Ik sta
twee keer in de week van zeven tot tien op
het veld, maar dat vind ik alleen maar leuk.
Alleen valt het niveau me soms wat tegen,
omdat ik het eerste gewend ben.'
De doelstelling van het tweede elftal is om
elk jaar te zorgen voor een goede
doorstroming naar het eerste. Het
vlaggenschip heeft een groot verloop
omdat er altijd veel scouts langs de lijn
staan. Daarom moeten er jaarlijks veel
spelers worden gehaald en die hebben als
grote nadeel dat ze het systeem niet
kennen. 'Vandaar dat er aan het einde van
het seizoen in principe twee of drie spelers
uit mijn elftal klaar moeten zijn voor het
eerste,' zegt Boot. 'Het tweede team moet
zorgen voor een natuurlijke balans. De
laatste jaren is er helaas te vaak een hiaat
geweest, maar spelers als Pauolo
Meijnderhagen, Erik van Ingen en John
Hofwijks bewijzen dat het wel kan.'
Hoe het tweede elftal dit seizoen presteert?
Eerlijk gezegd valt het nog niet mee. Boot
heeft er een verklaring voor. 'Het team van
vorig jaar was een beetje te oud,' zegt hij.
speler die in het dagelijks leven advocaat is,
kan niet vaak trainen en dat wilde ik niet
hebben. Verder stopten belangrijke spelers
als Robin Pronk, Richard Louwers, Kees de
Vos en Marco Bragonje om diverse
redenen. Het gevolg was dat we begonnen
met een heel nieuwe groep. Jonge jongens
in de leeftijdsgroep van achttien, negentien
jaar.'
Een groep met veel talent, benadrukt Boot,
maar met een groot manco: de spelers
hebben nog maar weinig ervaring. En dat is
in de zware competitie waarin het tweede
elftal uitkomt toch een belangrijke vereiste.
Boot: 'In de competitie spelen we tegen
teams als IJselmeervogels 2, WOG 2 en
Marken 2. Allemaal clubs waarvan het
eerste elftal in de hoofdklasse speelt. In de
reserve-elftallen spelen jongens die net
buiten het eerste vallen. Het gevolg is dat
vooral fysiek gezien het contrast tussen ons
en de tegenstander altijd erg groot is. Deze
jonge groep heeft dan ook erg moeten
wennen aan het fysieke spel van de
tegenstander. Bovendien waren de meesten
niet bekend met het Ajax-systeem. De
AJAX MAGAZINE APRIL 1999