immers ouder en binnen twee jaar worden
zij geacht klaar te zijn om de sprong naar
het eerste elftal te maken. Wat dat betreft is
het ook niet nieuw dat er een kloof is, die is
er altijd.'
Moderne voetbaltrainer
De profielschets van Olde Riekerink komt
geheel overeen met die van de moderne
voetbaltrainer. Hij voetbalde
achtereenvolgens bij Sparta, Dordrecht '90
en Telstar. Hij volgde de Academie voor
Lichamelijke Opvoeding en het CIOS,
stond voor de klas, onder anderen voor
moeilijk opvoedbare jongeren en hij is -
vanzelfsprekend - in het bezit van de
vereiste trainersdiploma's.
De vergelijking met Louis van Gaal, Mark
Wotte, Co Adriaanse, Andries Jonker en
Hans van der Zee wordt dan al snel
getrokken. Olde Riekerink moet lachen.
'Ach, wat heb je aan dergelijke kretologie.
Dan zijn het de oud-voetballers die
populair zijn, nu weer de jongens van de
academie. Maar het gaat niet aan daar een
waardeoordeel aan te verbinden.'
Wat de oud-voetballers betreft kan Olde
Riekerink zich voor een deel vinden in de
kritiek dat zij wel al te gemakkelijk aan hun
trainersdiploma's komen. 'Er zou een
bepaalde academische onderbouwing
moeten zijn in de manier waarop een
trainer zijn vak uitoefent. Maar anderzijds,
als ik bijvoorbeeld kijk naar Jan Wouters
en zie hoeveel ervaring en inzicht hij met
zich meebrengt, en dan praat ik nog niet
eens over het respect dat hij geniet bij zijn
spelers, dat is minstens zoveel waard. Maar
het is ontegenzeglijk een voordeel wanneer
je een opleiding hebt genoten.'
Wat voor een trainer is Olde Riekerink?
'Dat is moeilijk te zeggen. Dan plaats je
jezelf zo in een hokje. Veel mensen zullen
zeggen: een docent, omdat ik afkomstig
ben uit het onderwijs. Dat zou wel een heel
simpel opgelegd stempel zijn. Ik heb
bijvoorbeeld rond de tweehonderd
wedstrijden in het betaalde voetbal
gespeeld. Er zijn talloze elementen die je
persoonlijkheid vormen. Je opleiding, waar
je vandaan komt en je ervaring behoren tot
die elementen.'
Over zijn eigen voetbalcarrière is Olde
Riekerink kort. 'Mijn profloopbaan staat in
het teken van drie punten. Eén: als actief
speler, twee: het omgaan met een blessure,
en drie: de blijdschap dat ik na twee jaar
blessureleed toch nog drie jaar heb kunnen
spelen. Ik begon pas op mijn twintigste bij
Sparta. Daar kreeg ik een ernstige
liesblessure. Het herstel duurde twee jaar,
waarna mijn contract niet werd verlengd.
Toen ben ik naar Dordrecht '90 gegaan,
waar ik nog een seizoen heb gespeeld en
vervolgens nog twee jaar bij Telstar,
waarmee we zelfs nog een halve bekerfinale
speelden.'
Olde Riekerink kon zich als speler wel eens
ergeren aan trainers. 'Wanneer een coach
bijvoorbeeld zei dat wij langs vier pylonen
moesten rennen en bepaalde jongens
namen er maar twee. Als dat dan niet werd
gecorrigeerd kon ik mij irriteren. Dat die
speler er maar twee neemt, kan ik mij
voorstellen, dat heeft weer te maken met
het zoeken naar grenzen. Maar de coach
moet vervolgens leiding geven aan het
proces. Het heeft allemaal te maken met
het feit dat je met elkaar afspraken maakt,
en die na komt. Wanneer je je niet houdt
aan dit soort simpele opdrachten, hoe kun
je dan wel de van tevoren afgesproken
tactische taken tijdens een wedstrijd
nakomen?'
Ongemerkt is het gesprek weer beland bij
het aanvangsthema. Bij de begrippen
respect en (zelf-)discipline die, samen met
betrokkenheid, passie en gedrevenheid
voor Jan Olde Riekerink van elementair
belang zijn. De aanvankelijke constatering
dat hij iets weg zou hebben van een
sergeant, is bijgesteld. Jan Olde Riekerink
is een indringende persoonlijkheid die vrij
van starheid, vaart op een koers van
duidelijkheid, respect en passie.
'Wanneer je op de club bent moet je in
eerste instantie het clubbelang dienen,
daarna het belang van het team en als
laatste komt pas het eigenbelang aan bod.'
Dan pakt hij zijn bord op en brengt het
terug naar de keuken. 'Ook dat heeft te
maken met respect,' verklaart Olde
Riekerink desgevraagd. 'Het is nergens
voor nodig dat iemand anders jouw
rotzooi zou moeten opruimen.'
AJAX MAGAZINE APRIL 1999