voetbal gaat. Daar praat ik veel over.'
'Wij zijn allemaal op zeg maar zevenjarige
leeftijd begonnen met voetbal omdat wij
het verschrikkelijk leuk vonden. En ik
ervaar voetbal nog steeds als een passie,
elke dag, en ik ben ervan overtuigd dat de
jonge voetballers dat ook hebben. Daar
blijf ik op hameren bij de spelers. En
natuurlijk op het eergevoel,' zegt Olde
Riekerink. 'Wat het is om uitverkoren te
worden tot eerste-elftalspeler van Ajax! Dat
is namelijk niet in geld uit te drukken. Dat
moet, ongeacht het financiële voordeel, een
doel op zich zijn.'
Olde Riekerink houdt zijn spelers graag
voorbeelden voor om zijn stellingen kracht
bij te zetten. 'Een tijd geleden hoorde ik
basketballer Michael Jordan op televisie
zeggen dat hij stopt met het basketbal,
omdat hij de prikkel mist om door te gaan.
De sportieve prikkel, daar gaat het om, dat
is fundamenteel. Ik heb tegen de spelers
gezegd: ondanks de vele miljoenen die hij
verdiende, had was juist die sportieve
prikkel, zijn honger naar succes en zijn
ambitie, zijn drijfveer om door te gaan.
Daar gaat het om, niet om het geld. Het
draait om sportieve ambities.'
Wat zijn Olde Riekerinks eigen ambities?
'Op termijn wil ik als hoofdtrainer in het
betaalde voetbal aan de slag. Maar ik
verbind aan die ambitie vooralsnog geen
tijdslimiet. Het is geen obsessie, ik word
niet elke ochtend wakker met de gedachte:
ik moet hoofdtrainer worden. Wat ik nu
doe, is verschrikkelijk leuk. Ik kom steeds
op tijd voor nieuwe uitdagingen te staan.
Zo werk ik nu ineens in een heel andere
organisatie. Het is een enorm verschil om
op de Toekomst te werken of in de ArenA.
Hier zit je midden in het professionele
circuit, en staat alles in het teken van
presteren en winnen.'
Olde Riekerink is behoorlijk positief
gestemd over zijn team. 'Het is een groep
met jonge talentvolle en door Ajax zelf
opgeleide spelers. Maar hoe snel die
jongens zich zullen doorontwikkelen? Dat
zal de praktijk uitwijzen. En juist daar gaat
het om. Neem Patrick Kluivert. Toen hij
jaren geleden de stap maakte naar het
eerste elftal ging het heel snel met hem.
Het gaat niet alleen om de vraag of iemand
talent heeft en of hij het haalt bij Ajax. Nee,
het gaat erom hóe iemand zich
doorontwikkelt, als hij eenmaal op het
hoogste niveau speelt.'
Er wordt de laatste tijd vaak gesproken
over de kloof tussen het tweede en het
eerste elftal. Er zou te weinig doorstroom
zijn. Olde Riekerink: 'Dat zijn vaak
suggesties vanuit de media. Van mensen
die zich hier nooit laten zien en alleen
maar anderen napraten. Het zijn
oppervlakkige waarnemingen waarbij de
werkelijke kennis vaak ontbreekt.
Helemaal onjuist is het echter niet, er is
inderdaad een kloof, al wordt die steeds
kleiner. De tweede-elffalspelers worden
AJAX MAGAZINE APRIL 1999
131