Foto: George Verberne
Haag, een simpel kopballetje van Nico
Mares (Go Ahead) door z'n armen liet
glippen, sprak rechtsback Theo van der
Burch hem fijntjes toe: 'We kunnen in
plaats van jou beter een ouwe jas in de goal
hangen.' Diezelfde Ton Thie was nogal
flink geschapen. Hetgeen onder de douche
leidde tot de uitdrukking dat hij de ballen
er gemakkelijk met z'n middelste been kon
uithouden. En om aan te geven dat Ton
Thie niet al te snel naar de hoek ging, werd
gezegd dat hij als hij dook brood mee nam
voor onderweg. Maar de mooiste, meest
veelzeggende uitdrukking die ik mij uit
mijn Haagse tijd kan herinneren, was van
de al eerder genoemde Rinus Loof. Voor
ome Rinus bestonden er maar twee
soorten voetballers: degenen die zich uit de
naad werkten en degenen die er de kantjes
van afliepen. De laatste categorie spelers
gaf hij een zaag door in het bijzijn van
anderen heel subtiel te zeggen: 'Ik heb
gezien dat jij vandaag weer op je gemak de
hele leesportefeuille hebt lopen
doornemen.' Maar de anderen, de werkers,
de zwoegers, stak hij een enorme veer in de
kont door met luide stem te roepen dat die
98
en die zich vandaag voor de ploeg weer een
stink-asem hadden gelopen. Een stink-
asem, een originele Haagse stink-asem. Dat
je tong op je schoenen ligt, dat alles in je
hele lichaam pijn doet, dat je moet kotsen
van vermoeidheid, dat je alles hebt gegeven
om de wedstrijd tot een goed einde te
brengen, dat je je niet kunt voorstellen dat
je de volgende ochtend haalt, dat je liever
doodgaat dan je gewonnen geven. Een
stink-asem. Copyright Rinus Loof.
De pannen van het dak
Die donderdag in The Sands dronk Johnny
Dusbaba vijf of zes biertjes. De eerste vijf of
zes biertjes van zijn leven. 'Mijn laatste
Ajax - Feyenoord zondag,' sprak hij de hele
tijd, 'mijn laatste klassieker. Ik zal ze
godverdomme eens wat laten zien. Ik zal
me eige een stink-asem lopen zondag. We
gaan winnen, op zeker. En we worden
kampioen, origineel waar.'
Die zondag speelde Johnny de pannen van
het dak. Feyenoord werd met 2-1
verslagen, door twee doelpunten van Ruud
Geels. Jan van Deinsen scoorde tegen.
Ruim 55.000 toeschouwers zagen in het
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1999
Tscheu-la Ling en Johnny Dusbaba heffen het glas
na de kampioenswedstrijd tegen FC Amsterdam
(2-3) op 1 mei 1977. Links Heinz Stuy, rechts
Frank Arnesen.
Olympisch stadion een heerlijke partij
voetbal met Johnny Dusbaba als absolute
uitblinker. Kort na het eindsignaal van
Charles Corver zakte hij bijna in elkaar. Hij
zag grauw als de wolken van november.
Voorovergebogen met de handen steunend
op de knieën stond hij in de verte dood te
gaan. Ik kon het niet goed zien, maar wist
zeker dat hij ook stond te kotsen. Allez,
allez, leek hij te roepen, toen hij langzaam
overeind kwam en zwakjes zwaaide in de
richting van waar hij dacht dat wij zaten. Ik
zwaaide terug, blij met de overwinning en
de titel die Ajax niet meer kon ontgaan.
Maar tegelijk was ik verward door wat er
komen ging. Dit was Johnny's laatste
klassieker en hij was nog maar pas 21
geworden. En terwijl het stadion langzaam
leegliep en de echo van de Zilvervloot
koers zette naar het Olympiaplein, begreep
ik dat de Haagse stink-asem definitief was
neergestreken in Amsterdam.