van Johnny Dusbaba Of: waarom Co Adriaanse met het verzamelen van zijn voetbaluitdrukkingen is begonnen in Den Haag De stink-asem Velen voelen zich geroepen, weinigen zijn uitverkoren. ï)f zoiets, want helemaal biiK'lvastSp ik nooit geweest. In elk geval betekent kpt dat er miljoenen voetballers op de wereld rondlopen, maar dat slechts f^felp^lvol erin slaagt tot de top door te cÊÊÊm. Toen wij bij de regionale jeugd vaMtDO in Den Haag de ene na de andere tegenstander van de mat speelden en ik mezelf elke wedstrijd toch eigenlijk wel heel erg goed vond, stond voor mij vast dat ik tot die groep uitverkorenen zou behoren. Dat ik profvoetballer ging worden, leed geen enkele twijfel. Roem en rijkdom lagen voor mij in het verschiet. Maar helaas, ik redde het niet. Ik had te weinig karakter, zeiden ze bij de technische leiding van ADO, dat inmiddels ('71-'72) FC Den Haag was gaan heten. Om prof te worden, moet je iets meer kunnen dan een balletje duizend keer hooghouden. Natuurlijk had ik enorm de ziekte in, maar ach, zoals je blij moet zijn met een zege, moet je ook leren een nederlaag te accepteren. Andere spelers waren simpelweg beter dan ik. Die hadden een betere mentaliteit en begrepen dat een wedstrijd pas voorbij is als het laatste fluitje heeft geklonken, en niet, zoals ik dacht, als je er een paar leuke acties hebt uitgegooid. Twee van die betere voetballers, twee van mijn ploeggenoten bij de ADO-jeugd, maakten het wél. Ze drongen zelfs door tot het Nederlands elftal. In het begin voelde ik iets van jaloezie, vlagen van afgunst. Hij, die lange door Chris Willemsen rechtsbuiten, die nota bene twee jaar jonger was dan ik, stoomde zomaar door tot het eerste elftal. En die andere, die geblokte verdediger, ook twee seizoenen jonger dan ik, was op z'n zeventiende al niet meer weg te denken uit het eerste van FC Den Haag. Beiden speelden de sterren van de hemel en werden niet lang daarna gegrepen door Ajax. De één maakte in 1974 de overstap naar Amsterdam, de ander een jaar later. Op dat moment veranderde er iets in mij. Mijn ongepaste voetbalnijd maakte plaats voor blijheid en iets van arrogantie, want die twee beroemde voetballers die bij het grote Ajax de handen op elkaar kregen, daar had ik toch mooi twee jaar mee samen in een elftal mogen spelen. Het boekje van Co Co Adriaanse verzamelt voetbaluitdrukkingen. Dat is een leuke hobby, vooral voor mensen die ze zelf ook verzamelen, zoals ik. Co publiceert ze in het Algemeen Dagbladik sla ze op in mijn hoofd. Co laat ze voorzien van tekeningetjes, ik vind ze zonder illustratie al beeldend genoeg. Co wil er later een boekje van uitgeven, ik heb die ambitie niet. Co denkt er rechten aan te kunnen AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 92