WINNAARS, VERLIEZERS
van Ajax hoefde hij vandaag niet meer te
rekenen. Hij bleef gewoon hier, bij zijn
eigen elftal.
'Kijk, daar zijn je vader en je zus. Zijn ze
toch gekomen!'
Hein wees naar de tribune en inderdaad,
achter de dug-out van de tegenstander zag
hij ze staan.
Gelukkig, waren ze toch nog gekomen.
Tijdens de wedstrijd had hij af en toe het
hek in de gaten gehouden, als het spel zich
aan de andere kant van het veld afspeelde.
Toen hij scoorde waren ze nog altijd niet
gearriveerd. En het was zo'n mooie
geweest.
Een door de keeper van de tegenstander
weggestompte bal, in één keer op de voet
genomen vanaf de rand van het
strafschopgebied, was strak de kruising
ingevlogen. Zoals in zijn dromen.
Hij was naar de zijlijn gerend.
Achternagezeten door zijn enthousiaste
teamgenoten. Maar in zijn droom was hij
naar zijn ouders gerend. Zijn ouders, die
nu in het ziekenhuis waren.
Gelukkig had de moeder van Hein daar
langs de zijlijn gestaan. Hij had zijn gezicht
in haar armen kunnen verbergen toen de
tranen kwamen.
Hij liep naar zijn vader en zijn zus. Ze
stonden tegen een van de reclameborden
aangeleund die speciaal voor vandaag om
het hoofdveld waren gezet.
'VOOR BLOEMEN NAAR DE BOER. U
WEET ZELF WEL WAAROM!'
Een gejuich steeg op vanaf de tribune.
Achter hem kwamen de spelers van het
eerste het veld op voor de warming-up.
Aad Koenen voorop. Ajax had zich nog
altijd niet laten zien.
'We hebben verloren,' zei hij op vlakke
toon.
Zijn vader greep hem beet en drukte hem
stevig tegen zich aan.
'Ja jongen,' fluisterde zijn vader, 'we
hebben verloren.'
'Ze waren een kop groter, dan is 2-1
verliezen geen schande. En het was een
schitterende goal!'
'Er kwam natuurlijk wel wat geluk bij
kijken,' probeerde hij
bescheiden te
blijven, 'maar hij
zeilde mooi binnen!'
'Ja,' beaamde Hein. 'Een magnifieke
treffer uit de tweede lijn waar nog veel
over gesproken zal worden de
komende jaren.'
Hein deed zijn journaalstem, in een
poging hem wat op te monteren.
Hij glimlachte even, Hein was een
echte vriend.
'Jongens, gaan jullie maar lekker
douchen, jullie krijgen van de
club allemaal een flesje en wat te
snoepen. Ze zijn trots op jullie,
en terecht. En straks gaan we
genieten van Ajax.'
De trainer keek hem aan en
kneep hem
vriendschappelijk in zijn
wang.
'Klasse dat je meegedaan
hebt. Voor mij ben je
een echte sportman.'
Hij hield zich deze
keer gelukkig sterk.
Ook de trainer was
een vriend. Wat
een fijne
voetbalclub was
het toch. Hij
zou voor altijd
lid blijven. Dit was zijn club!
Meneer Michels was tijdens de wedstrijd
niet één keer komen kijken. De rest van
Ajax trouwens ook niet. Op een contract
Voorzichtig probeerde hij zich los te
maken.
'Laten we maar naar binnen gaan,' zei hij
met een klein stemmetje. 'Hier horen we
misschien de telefoon niet.'
Ze liepen samen als laatsten van het veld af,
Hein en hij.
Ze hadden goed gespeeld, zei de trainer,
die naast hen was komen lopen.
214
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1999