WINNAARS, VERLIEZERS 'Gaan jullie maar naar Heins huis, ik kom zo snel mogelijk om te vertellen hoe het met haar is,' riep zijn vader nog. De voordeur sloeg met een klap dicht. Opeens was het stil. Oorverdovend stil. De moeder van Hein stond ze bij de voordeur op te wachten toen ze kwamen aangefietst. Zo te zien had ze gehuild. 'Gelukkig, daar zijn jullie.' Hoofdschuddend kwam ze op hen afgelopen. 'O, jongens, jongens. Wat afschuwelijk. Zo'n kleine jongen nog.' Hij had tot nu toe zijn tranen kunnen bedwingen. Eerst weten wat er aan de hand is, had hij zich al die tijd voorgehouden. Snel naar Heins huis. Daar zouden ze waarschijnlijk meer weten. Ze hadden hard en zwijgend doorgefietst, zonder er een wedstrijdje van te maken. 'Weet u al iets?' Zijn stem klonk alsof het de stem van een ander was en opeens waren ze daar. Van ergens achteruit werd hij overvallen. Hij probeerde het uit alle macht tegen te houden, maar ook Heins moeder barstte in snikken uit. Ze pakte hem beet en drukte hem tegen zich aan. 'O, jongens, jongens toch. Wat afschuwelijk,' zei ze weer. Zo tegen haar borst aangedrukt klonk het donker, zacht en wam. 'O, jongens, jongens.' Ze wiegde hem heen en weer. Ze rook lekker. Ze had een zoetige geur, een beetje zoals zijn moeder. Hij voelde zich weer wat rustiger worden. Hij vroeg zich af wat Hein ervan vond. Het zag er waarschijnlijk erg babyachtig uit. 'En de wedstrijd dan?' 'Dat is van later zorg,' had zijn vader gezegd, kortaf. Zijn zus was ontploft van woede. 'Zijn jullie soms helemaal gek geworden, mama is doodziek en jullie kunnen alleen maar aan voetbal denken! Ziek zijn jullie, ziek!' Hij voelde hoe zijn hoofd rood werd, zijn oren tintelden van schaamte. Hij wilde uitleggen dat hij natuurlijk niet van plan was te gaan voetballen nu zijn moeder in het ziekenhuis lag. Dat hij juist zo graag had gewild dat zij erbij zou zijn als hij de held van het grote voetbalfeest werd. Dat hij speciaal voor haar, en voor zijn vader, maar toch het meest voor haar, zijn best zou gaan doen. Dat hij wilde dat ze trots op hem was. Dat hij allang bedacht had dat hij na de wedstrijd als eerste zijn moeder zou bedanken. Zonder haar had hij nooit zo goed kunnen voetballen als hij nu deed. Maar nog voor hij een woord had gezegd werd de keukendeur opengegooid en kwam dokter Van Hoogt, de huisarts, binnengestormd. 'Wat afschuwelijk. Ik ben meteen gekomen. Kom, mee naar het ziekenhuis. Heb je voor de kinderen al iets geregeld, anders kunnen ze zolang wel bij ons. Ga mee!' Ziekenbroeders renden door het huis, je voelde het belang van elke seconde. 'Je moeder is ziek, heel ziek.' Zijn vader keek hem aan met paniek in de ogen. Zijn stem, normaal gesproken zwaar en rustig, klonk schel en breekbaar. 'Jij gaat bij Hein logeren vanavond. Hein, je moeder weet ervan.' Dokter Van Hoogt trok zijn vader mee, Marijke rende erachteraan. De ambulance reed al met gillende sirene de straat uit. AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1999 213

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 213