WINNAARS, VERLIEZERS
W
w
iwm £mmm
Mei zijn voet baltas«ver zijn schouders,
voetba
balschoenen in de hand sjokte hij het
tefjreiki oqjDe trainer zwaaide vanuit de
ve rte naar hem.
Hij Vet het dus ook al, dacht hij. Normaal
gesptjokM zwaait een trainer niet vanuit de
verte naar zijn spelers.^BP'
Het was de ochtend van het feest. Het
begin van de belangrijkste dag uit de
vijftigjarige geschiedenis van de club.
Vandaag kwam Ajax op bezoek! Stel je
voor. Johan Cruijff kwam zich vandaag in
hun kleedkamer verkleden. Meneer
Michels zou vandaag op het bankje voor de
hoofdtribune zitten, nors aanwijzingen
gevend. Piet Keizer zou hier, aan de andere
kant van de zijlijn, op nog geen vijf meter
van waar hij nu liep, zijn gevreesde schaar
laten zien. En hier zou hij vandaag de
voorwedstrijd spelen. Op het hoofdveld.
Voor echt publiek.
Hij had zich naar deze dag toe gehunkerd.
Alles had in het teken van deze wedstrijd
gestaan. Tot die middag, nu vier dagen
geleden, dat zijn moeder naar het
ziekenhuis was gebracht. Sindsdien was de
wedstrijd hem meer en meer tegen gaan
staan.
In het ziekenhuis mocht hij nog altijd niet
bij haar komen.
'Veel te zwak,' was steevast het antwoord.
'Haar toestand is nog steeds kritiek.'
'De doktoren doen wat ze kunnen.'
Hij had geen zin meer om de wedstrijd te
spelen. Maar om de wedstrijd vanaf de
tribune te moeten bekijken leek hem nog
veel erger. En thuis zitten, terwijl hij wist
dat zijn elftal zonder hem de wedstrijd aan
het spelen was, zou al helemaal
verschrikkelijk zijn. Hij slenterde verder,
richting kantine.
Hij zag zijn elftal al zitten, alle ogen
gericht op hem. En op het hek achter
hem. Daar zou straks de Ajax-bus
doorheen komen.
De kantine was al afgeladen vol. De
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1999 211
stemming zo te horen opperbest. Het feest
al in volle gang. Hij dacht aan zijn moeder,
in het ziekenhuis. Toestand kritiek. Zijn
vader en zijn zus wilden liever bij haar
blijven.
'Ga jij nu maar voetballen, we weten hoe
belangrijk deze wedstrijd voor je is. Wij
komen strakjes kijken, Marijke en ik,'
had zijn vader gezegd. 'Bewaar je
doelpunten maar voor de
tweede helft.'
Nog een uur, dan zou de
wedstrijd beginnen. De
Wedstrijd.
'En de wedstrijd
dan?' had hij die
middag
geschrokken
uitgeroepen.
Hij schaamde
zich er nog
altijd voor.
Terwijl zijn
moeder de ambulance
werd ingereden, had hij zich alleen maar
druk gemaakt over de wedstrijd.
Samen met Hein was hij thuis gekomen
om aan zijn moeder te vragen of hij bij
Hein mocht logeren. 'Op trainingskamp,'
zoals ze dat noemden. Voorbereiding op
de grote wedstrijd. Zijn vader stond in de
keuken, samen met Marijke, zijn zus. Ze
stonden roerloos, terwijl verderop in de
gang een enorme drukte heerste.
'Aan de kant allemaal!'
'Hou die pols in de gaten, blijven
tellen!'
'Kijk uit, bed stabiel! Niet stoten!'