tussen publiek en spelers groter is
geworden. Het contact blijft nu beperkt tot
dat korte stukje van het trainingsveld naar
de ArenA. Verder word je goed
afgeschermd. Op zich is dat wel prettig,
maar aan de andere kant moeten onze
werelden niet nog verder gescheiden
worden.
Zo is de sfeer in de ArenA ook niet
geweldig. De F-side probeert het nog wel,
maar het lukt niet erg. Als de rest niet
meedoet, is het gewoon stil in het stadion.
Wat dat betreft is het bij Feyenoord wel
anders. Daar staat het hele publiek als één
man achter de club en heb je het als
tegenstander zwaar. Bij Ajax wordt er een
beetje gefloten, maar daar houdt het mee
op. Bij Feyenoord schiet het dan door,
zodat het'bijvoorbeeld niet meer goed
mogelijk is om een corner te nemen, maar
toch heeft het wel wat. Het enige voordeel
is dat ik beter te verstaan ben op het veld.
Als ik aanwijzingen geef komt dat beter
over.'
Aangekleed
Het seizoen verloopt niet naar wens. Het
verdriet daarover is intens, maar haalt het
niet bij de rouw die nog altijd wordt
beleden over het verliezen van het
wereldkampioenschap. Dat was pas een
echte ramp.
Van der Sar: 'Het WK komt af en toe nog
wel eens langs. Bij de verkiezing van de
sportman, -vrouw en -ploeg van het jaar
zag ik voor het eerst wat fragmenten terug.
Het zou raar hebben gestaan als ik mijn
hoofd had afgewend. Maar die neiging had
ik wel. Later zag ik het WK voorbij komen
bij het jaaroverzicht, 's Avonds, toen het de
eerste keer werd uitgezonden, moest ik
weg. Ik moest mijn pak aan. Tijdens het
aankleden keek ik naar de verschillende
wedstrijden. Ik deed mijn sokken aan en
we waren door de eerste ronde. Mijn
onderbroek bracht ons in de kwartfinale en
bij mijn hemd speelden we tegen
Argentinië. Heel gek, maar ik was aan het
einde van die wedstrijd opeens klaar met
aankleden. Ik heb de tv uitgezet en ben
weggegaan. Een dag later was de herhaling.
Toen heb ik de hele terugblik gezien. Ik zag
mijn tranen na de uitschakeling tegen
Brazilië. Op dat moment voelde ik precies
wat ik toen voelde. Zo weinig scheelde het,
ofWe waren toch verder gekomen. Ik zag
die penalty van Van Hooijdonk, die niet
gegeven werd. Dan denk je wel: lezus, stel
je voor dat hij wel gewoon gefloten had.
Dan hadden we in de finale gestaan. Als je
dan weer die bus van die Fransen over de
Champs Elysées ziet rijden, dan denk je
toch dat je ook zoiets had kunnen
meemaken. We waren er zo dichtbij.
Nu moet je weer vier jaar wachten. Dat
plannetje van Blatter, om het WK om de
twee jaar te houden, zie ik ook niet zitten.
Voor spelers is het niet op te brengen, en
het zou het toernooi ook devalueren. Hoe
jammer het ook is dat je nu vier jaar moet
wachten om revanche te kunnen halen,
maar daardoor is het WK ook wat het is.
Zelf dacht ik dat we het land in de steek
hadden gelaten, maar zo werd het in
Nederland niet ervaren, bleek toen we
terugkwamen.'
De baggerschuit
De tweede helft van het seizoen werd
ingeleid door de trip naar Zuid-Afrika.
Weer was Van der Sar van huis. De rest
van het seizoen hoeft er niet meer zoveel te
worden gereisd. Dat is zo'n beetje het enige
voordeel van de Europese uitschakeling.
Want Van der Sar speelt het liefste thuis.
Van der Sar: 'Zuid-Afrika zou eerst
achttien dagen duren. Het werd
teruggebracht tot elf dagen. Dat was wat
prettiger. Veel langer hoeft voor mij niet.
Dan ga ik mijn kind en mijn vrouw toch te
veel missen. In het begin van het seizoen
was het allemaal best zwaar. De vakantie
was kort, en de eerste vrije woensdag had
ik pas begin december. Het was wedstrijd
na wedstrijd. En op het moment dat het
niet goed gaat, merk je dat je het minder
gemakkelijk kan opbrengen. Fysiek, maar
ook mentaal. Het zit in je hoofd. Er kan
geen moment van ontspanning zijn. Maar
als voetballer heb je niets te klagen. Als je
op een boorplatform werkt, ben je gewoon
iedere keer een maand weg. Een kennis van
me werkt op een baggerschip. Hij moet nu
twee maanden naar Indonesië. Die heeft
ook een kleine thuis. Dan valt elf dagen
nogal mee. En het was geen strafkamp. We
zaten in een mooi hotel. En we werden niet
afgebeuld van negen tot vijf. Het is twee
keer trainen op een dag en verder word je
in de watten gelegd. Voor ons is het leuk.
Wij zijn altijd bezig. Maar je vrouw moet
maar zien hoe ze het redt. Maar goed, het
is nog een paar jaar volhouden, dit zware
bestaan. Ik denk niet dat men echt heel erg
veel medelijden met ons hoeft te hebben.'
20
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1999