KOfc UEEN
het stro van de laadruimte. Midden in de
nacht waren er beschietingen boven ons
hoofd. Vreselijk was het. De volgende
ochtend kwamen we aan in Lemmer.'
Been bleef tot juli 1945 in Heerenveen. 'Al
die tijd wisten mijn ouders niet waar ik zat,
zelfs niet of ik nog leefde. Er was geen
contact; postverkeer was onmogelijk.' Tot
overmaat van ramp lag zijn vader op
sterven toen Rob terugkwam. 'Hij had
longkanker en lag al in coma. Thuis, want
in de ziekenhuizen gingen de
oorlogsslachtoffers voor. Een maand later,
eind augustus is hij overleden, zonder nog
bij kennis te zijn geweest. Hij heeft me
nooit meer bij Ajax zien voetballen, terwijl
die club alles voor hem was. Hij was een
Ajax-man in hart en nieren.'
Stanley Matthews
Dat zou Rob óók worden. Rob doorliep de
jeugdelftallen en kwam op zijn achttiende
terecht in een seniorenelftal: Ajax 5. 'Ik
speelde daar met oudere spelers, zoals
Wim Schoevaart. Zeker in de lagere teams
was je niet aan één bepaald team
verbonden. Ik speelde dan weer in het
vierde en een week later in het derde.'
Het was niet zo dat spelers uit die lagere
elftallen kansloos waren voor de
hoofdmacht. 'Als je maar continu goed
bezig was, kreeg je ooit wel een kans.
Natuurlijk: het tweede werd geacht sterker
te zijn dan, het vijfde, maar dat wilde niet
zeggen dat een speler van het vijfde nooit
in aanmerking kwam voor het eerste.'
AJAX MAGAZINE JANUARI 1999
81