'Mijn voetbalschoenen waren een maat te groot' Debutanten in Ajax 1 zijn doorgaans niet veel ouder dan een jaar of twintig, maar Rob Been was al bijna 23 toen hij van trainer Karl Humenberger een kans kreeg. Het waren andere tijden: op 25 mei 1953 was Ajax nog een amateurclub met negen seniorenelftallen. Een duidelijke hiërarchie daartussen bestond nog niet; een speler als Rob Been zwierf door verschillende elftallen heen. Een (afdelings)kampioenschap was niet aan de orde; Ajax - DOS was een wedstrijd tussen twee subtoppers. Aan zijn enige optreden in Ajax 1 bewaart Been niet veel goede herinneringen. Meer indruk maakte zijn totale Ajax-periode tot dan toe. Rob Been werd lid van Ajax in oorlogstijd en bivakkeerde in de hongerwinter van 1944 op uitnodiging van voetbalclub Heerenveen in Friesland. Rob Been is weliswaar een eendagsvlieg, maar een passant in de Ajax-geschiedenis is hij bepaald niet. Rob Been, van 29 juli 1930, is achtereenvolgens voetballer, lid van de commissie seniorenvoetbal, lid van de jeugdcommissie, leider van de BI, juniorensecretaris van de jeugdcommissie, bestuurslid amateurvoetbal en secretaris van de toernooicommissie geweest. Hij is nog altijd lid van de ledenraad en fungeert als plaatsvervangend secretaris en leider van het seniorenvoetbal. Vanaf juli 1996 is hij technisch coördinator van het clubgebouw op Sportpark de Toekomst. Vooruit, er kan nog wel een functie bij: hij is het aanspreekpunt voor de entreeheffing en het parkeren op parkeerplaats P2 van de Arena. Met 56 jaar lidmaatschap van Ajax is Rob Been een superroutinier tussen de routiniers van de Bordjesclub. De ledenadministratie van Ajax schreef EENPAGSVLIEGEN door Marcelle van Hoof foto's Yvonne Witte Rob Been op 12 september 1942 in als lid. Midden in de oorlogstijd. Been: 'Het voetbal stond op een laag pitje. Ik wilde aanvankelijk lid worden van een club bij ons in de buurt, ADW. We woonden in Oud-Zuid, omgeving Van Woustraat. Van mijn vader mocht ik echter geen lid worden van ADW. Via kennissen kon ik een proefwedstrijd spelen bij Ajax. De club nam me aan. Hoofdtrainer Jack Reynolds trainde soms de jeugd, maar nadat hij werd geïnterneerd, namen oud-eerste- elftalspelers als Dolf van Kol en Cor de Vlieger het over. Van medische begeleiding was geen sprake; als je een blessure had, verzorgde je die zelf. Een belangrijk medicijn was het wisselbad. Daarin ging je van zeer warm naar zeer koud water.' In de hongerwinter van 1944 verkaste de 14-jarige Been voor ongeveer een halfjaar naar Heerenveen. Op uitnodiging van de plaatselijke voetbalclub mochten jeugdspelers van de Amsterdamse eersteklassers De Volewijckers, DWS, Ajax en Blauw Wit naar Friesland komen om aan te sterken. Iedere vereniging mocht zo'n vijftien jongens leveren. Rob Been hoorde in eerste instantie niet tot de uitverkorenen. 'Ik was een jaar te oud. Mijn broertje Otto mocht wel gaan. Een aantal kinderen kreeg heimwee, waarna ik alsnog mocht afreizen. Dat gebeurde 's avonds, vanaf de De Ruijterkade achter het Centaal Station in een gigantische rijnaak. Zo'n honderd kinderen lagen in AJAX MAGAZINE JANUARI 1999

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 80