De man die aan het woord was, wist wat hij met zijn stemmuziek Bon doen. Soms stHKoms daalde hij volume. De stem had gegalmd en had gegolfd. Soms waren er stiltes, waardoor wat aan woorden \®Bestroomd was eeMege klank om over na te denken maÊÊÊËg. En ruimte gaf voor wat komenjgng. Zwaar, gravend, belerend, aandacht eisend. Dan weer luchtiger. Bij lÊÊEfÊ^een vrolijk nootje waarmee de spijer zelf zichtbaar ingenomen was. Het slotakkoord daalde van zijn top naar het dal van afsluiting. 'En o ja, nog een mededeling. Mee naar het trainingskamp gaat een voetballer, Litmanen. Fins international. Hij krijgt twee weken tijd om zich te bewijzen.' Het laatste staartje woordmuziek vervliegt. Het waren de laatste woorden van de persconferentie, die geheel in het teken had gestaan van het nieuwe seizoen. De trainer kon zijn stem ongestoord laten gaan. Onzichtbaar aanwezig was de UEFA Cup, vrucht van het laatste seizoen. De toehoorders volgden het voorbeeld van de man achter de tafel en stonden op, bewogen zich naar hem toe. Microfoons en camera's werden als door een magneet naar de trainer toegetrokken. Er vormde zich een eiland waar al het zeewier zich aan vast leek te klampen. Iets verderop werd een deur geopend. Men keek op, maar de jongen die binnenkwam was oninteressant. Geen bekerwinnende Ajacied. Dus draaiden de blikken terug. Ik schudde de hand van de jongen. Hij was de Fin Op Proef. Zijn ogen. Waren dat Scandinavische ogen? Meer Zuid- Amerikaanse ogen. Donker, glanzend, indringend. Gevuld met de onhoorbare muziek van wilskracht en overtuiging. Doelgerichte ogen. Ogen die veel meer zeiden dan het bassende hellouit zijn mond. Na de twee weken bleek de aanvankelijke twijfel over zijn kwaliteiten te zijn overwonnen door de indruk dat deze Finse speler wel iets kon. Dat hij geschikt zou kunnen worden voor Ajax. In de taalmuziek van de mededeling zat nog veel ontsnappingsmogelijkheid: misschien, wellicht, in potentie, leerproces, tijd gunnen, mogelijk... Zoals verschillende muziekinstrumenten AJAXZIELEN door David Endt illustratie Thijs Damsma gezamenlijk een magistraal geluid kunnen voortbrengen, zo maakten zijn natuurlijke begaafdheid, zijn inzicht en zijn leergierigheid hem na een jaar tot een ideale vertolker van de Ajax-symfonie. Binnen twee jaar was Jari Litmanen Ajacied. Er zijn voetballers die vier of vijf of zes jaar of nog langer in het klassieke rood en wit voetballen maar minder Ajacied zijn dan Jari Litmanen. Bij binnenkomst in de Meer opende hij zijn hart, dat de toegangspoort naar zijn ziel was. Hij begreep de kleinschaligheid van die grote Europese club, hij had die kleinschaligheid lief. Hij zoog de bijna familiare sfeer in zich op en voelde zich ermee verbonden. Hij koesterde zich aan de warmte en hij gaf warmte. Geen dikdoenerij, geen grootheidswaanzin, geen afstandelijke verzakelijking. Hij was gevoelig voor de bescherming van Herberg De Meer. Litmanen opende al zijn zintuigen en begreep de muziek die er in zijn nieuwe huis werd gespeeld. Aan de basiselementen van die muziek voegde hij zijn passie en toonde die al spelend aan de mensen die wekelijks op bezoek kwamen. Hij liet ze zien dat hij zijn hart en zijn ziel gaf aan de club en dat zijn liefde voor het voetbal niet ophield bij het perfect raken van de bal maar doorstroomde naar supporterschap. En de mensen merkten dat hij al spelend de tonen om hem heen tot een symfonie componeerde. Toen hij, geblesseerd, eens een plek zocht tussen de fanatiekste supporters, was dat niet om goede sier te maken. Hij wenste supporter te zijn van zijn club. Hij wilde optimaal en gepassioneerd van achter de hekken meeleven met de verrichtingen van de jongens in het veld. Hij wilde ook door de ijzeren mazen van die hekken van zijn club houden. Zijn club? Ja, zijn club, al was hij nog geen drie jaar in Herberg De Meer, Ajax was zijn club want liefde is niet gebaseerd op rangtelwoorden alleen. Hij was één van hen, één van het Ajax-volk. Kon hij niet strijden in het veld, dan streed hij met dezelfde loyaliteit en oprechtheid vanaf de tribune. Meeslepend meespelend dirigeert hij de hartslag van het elftal. Zijn spel bezielt het team. Hij maakt van al die verschillende tonen muziek. Hij geeft de bal ritme mee. Hij blaast een zuivere toon in de pass. Hij klaroent Goal! wanneer de bal het net raakt. Hij triangelt helder in de combinatie en hij strijkt vanaf de penaltystip de donkere tonen van de bas aan, tonen die, tegen de snaren van het net, overgaan in jubelend harpspel. Hotel ArenA, het nieuwe huis na Herberg De Meer, werd een zaal met vijftigduizend violisten toen de Man van het Ajax-volk zich na een lange blessuretijd van de bank oprichtte. Vijftigduizend violisten rezen spontaan omhoog, brachten hun instrument naar hun kin, tilden hun strijkstokken omhoog, toetsten de snaren en streken, streken als één man een magistrale antwoord-toon van liefde naar het weergalmende dak. Vijftigduizend violisten! Man van het Ajax-volk. Niet gedreven door financieel gewin maar door liefde. Niet gemotiveerd door harde munt maar door eerzucht. Zou hij ooit ergens anders zijn muziek kunnen laten horen? Kan ooit ergens anders zijn zuiverheid van klank samengaan met andere klanken om te komen tot een mooie symfonie? Welzeker, dat kan. Niets is onmogelijk. Hij kan zijn Ajax-ziel meenemen naar andere oorden, andere stadions, andere supporters. Hij kan ook elders musiceren. Zijn spel zal gewaardeerd worden, eindigen in applaus. En hij zal andere orkesten kunnen aansteken met zijn helpende, sturende ritmische zuiverheid. Maar of zijn muziek dezelfde referentie vindt die tot een compositie leidt? Of zijn naam ooit door andere dan Ajax-kelen zo magistraal omhoog kan vliegen, volare...? Of hij ergens anders door van een bank op te staan vijftigduizend supporters kan betoveren tot violisten...? Het werk van Thijs Damsma is te bezichtigen bij Galerie Peter Bax, Singel 82, 8601 AM Sneek AJAX MAGAZINE JANUARI 1999 75

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 75