In de Meer werd hij assistent bij de jonge
hoofdcoach Aad de Mos. Het opmerkelijke
is dat Spitz Kohn, die rond 1980
aanbiedingen van grote buitenlandse clubs
had, bewust koos voor een rol in de
schaduw.
Een spits gezicht
Bij Ajax bleef hij, en zo werd hij langzaam
Ajacied. Assistent-coach, interim-
hoofdcoach, trainer van jeugdelftallen en
zaterdagamateurs en scout. Steeds dacht
hij: over drie jaar ga ik weg, maar dat dacht
hij vijf keer en zo werden het er vijftien.
Kohns uitstekende Nederlands verraadt
soms de Duitstalige inslag. Enerzijds
gebruikt hij de mooiste Nederlandse
zinswendingen, anderzijds zegt hij
consequent weil in plaats van 'omdat'.
Heeft niemand hem daar ooit op gewezen?
Nederlander voelt hij zich wel bepaald.
'Alleen in mijn paspoort ben ik nog
Luxemburgs.'
Een tijdje weidt hij uit over zijn liefde voor
het vak van scout dat hij sinds kort
uitoefent voor Udinese. 'Ik ben dan wel
vijfenzestig, maar ik heb nog te veel vuur
in me, er moet actie zijn. Ik wil niet thuis
gaan zitten met de postzegels, snapt u. En
ik houd van reizen. Daarom ga ik nu
verder voor Udinese, een nieuwe
uitdaging. Of ik meer doe dan in hotel en
stadion zitten? Nee, eigenlijk niet. Of het
moet zijn: met andere scouts praten. Ik heb
alles wel gezien, alleen bij uitzondering ga
ik iets bekijken.'
'Spitz' wordt vaak tussen aanhalingstekens
geschreven, omdat het een bijnaam is.
Kohn: 'Ik heet niet zo omdat ik vroeger in
de spits stond. Dat zeg ik vaak tegen
mensen die erover beginnen, als ik er snel
af wil zijn. Dan zeg ik: Spitz...? Heet ik
omdat ik vroeger spits was. Nee, de
bijnaam komt nog uit mijn jeugd. Ik was
als vijftienjarige één meter tachtig lang en
héél smal, ook in het gezicht. Ik had een
spits gezicht. Heel sjpitz
Zijn manier van spreken is langzaam en
nadrukkelijk en werkt op de een of ander
manier komisch. Het is niet duidelijk of hij
dat ook zo bedoelt. 'Spijt heb ik nergens
van. Wel zijn er zijn altijd dingen, waarvan
je als je achteraf de rekening opmaakt
denkt: dat had ik anders moeten doen. Met
Twente speelden we halverwege de jaren
59