die twee uitersten zien te vinden. Dat heeft
niet zozeer met leeftijd te maken, maar met
ervaring. Als ik nu opnieuw in zo'n situatie
als destijds bij Feyenoord terechtkom, zou
ik onmiddellijk naar het bestuur stappen
om te zeggen dat ik het niet meer kan
opbrengen.'
Surinaams afhaalrestaurant
Gorré overwoog in de zwartste periode van
zijn mentale dip heel serieus om met
voetbal te stoppen. De plannen om een
klein Surinaams afhaalrestaurant te
beginnen hadden al sèrieuze vormen
gekregen toen FC Groningen zich meldde.
Het kan af en toe merkwaardig verlopen
met een voetballoopbaan, weet ook Gorré.
'Ik werd in eerste instantie voor twee
maanden uitgeleend, Groningen was in
degradatienood. Daar heb ik het plezier in
het voetbal teruggevonden. Ik kwam met
Hans Westerhof in contact. Hij bleek de
ideale man voor mij. Misschien weet hij
dat zelf niet eens, maar hij heeft echt heel
veel voor mij betekend. Ik kom hem hier
bij Ajax natuurlijk weer regelmatig tegen
en iedere keer als ik hem zie, ben ik blij.
die kunnen terugzien op een lange staat
van dienst. De meeste interviews met
Gorré dateren uit de tijd dat hij bij SW
speelde en natuurlijk bij Feyenoord,
waarmee hij in 1993 de landstitel
veroverde. Gorré maakte aan het begin van
het vorige seizoen, na twee succesvolle
jaren bij FC Groningen, de overstap naar
Ajax.
Gorré: 'Ik ben bij SW begonnen toen ik
twaalf jaar was. Ik was toen een klein
talentje en kreeg er mijn eerste contract.
Dat is toch een speciaal gevoel. Het is
jammer dat die club niet meer in het
betaalde voetbal zit. Het is een grijze
amateurclub geworden. Ik vind dat
pijnlijk. Ik bewaar heel goede
herinneringen aan mijn SW-tijd.'
Gorré speelde vijf seizoenen bij SW,
inclusief het laatste jaar van de club, waarin
het tot een fusie kwam met
Dordrecht. Samen
met vier andere
spelers maakte
Gorré de overstap
naar het grote
Feyenoord, Gorré:
'Dat was een extreme
tijd. Daar heb ik een
goed beeld gekregen
van hoe het voetbal
in elkaar zit: de ene
keer lach je en de
andere keer huil je.
Mijn eerste jaar bij
Feyenoord was
fantastisch,
vergelijkbaar met
mijn eerste jaar bij
Ajax. Ik speelde veel
en werd kampioen.
Een onbeschrijflijk
gevoel. Ik speelde in
dat kampioensjaar bij Feyenoord veel in de
basis. Maar het tweede jaar verliep minder
voor me, net als nu eigenlijk.'
Gorré is even stil, zoekt een moment naar
de juiste woorden en vervolgt: 'Het
probleem dat ik toen kreeg, was dat ik het
voetbal echt begon te haten. Omdat ik niet
aan spelen toekwam. Dat probleem heb ik
nu niet. Ik wilde toen serieus stoppen, er
ontplofte gewoon een bom in mij. Zo'n
periode zal ik nu nooit meer meemaken,
want ik weet inmiddels wat het is. Ik had
'M EEYENGGUP PEN IK METEEN
UGT3EVGEL WE33E3AAN. IK STIKTE
EPPtfNA. IN aöNINSEN HEP IKPE
71N VAN HET LEVEN TEPU33EVGNPEN'
mijn hele leven
op het voetbal
gericht en had
een bepaald
doel voor
ogen: het
halen van de
top. Toen ik
eenmaal aan
die top was
gekomen,
wilde ik meer,
ik had er
immers aan
geroken. Als je
dan niet wordt opgesteld, is dat een
enorme domper. Gelukkig kijk ik er nu
anders tegenaan. Ik weet dat voetbal niet
alles is in het leven. Wij voetballers leven
heel extreem. Als wij een slechte wedstrijd
spelen en vervolgens slechte kritieken
krijgen, ervaren we dat al snel als de
ondergang van je carrière. Aan de andere
kant kan dezelfde voetballer helemaal in
een hallelujah-stemming raken als er een
grote prijs wordt gewonnen. Zelf relativeer
ik nu alles. Je moet een middenweg tussen
AJAX MAGAZINE JANUARI 1999