De Leeuw va
I
De man was vijfenzestig geworden. Een leeftijd waarvan je weet dat
die als kilometerpaal in de berm van je levenspad staat. Zo'n
ouderwetse sterke stenen kilometerpaal. Wit geschilderd met een
oranje hoed. En in zwarte cijfers: 65. Lang lijkt die paal eindeloos
ver weg maar opeens, daar schicht hij voorbij. Stond het er echt,
65? Ja, 65, met verse grassprieten eromheen.
Spitz Kohn, die ik het liefst als Antoine benoem. Een Leeuw van
Luxemburg. Mooie man, de bijnaam die eigennaam werd hielp
daarbij: Spitz.
Hij was al jaren Ajacied, als trainer. Terwijl hij ook voetballer was
geweest. Van voor de tijd dat ik met herkennende en kennende
ogen naar voetbal keek. In de laatste jaren van zijn carrière
voetbalde hij bij het verse FC Twente. Dus vanaf 1965. Weinig te
zien op televisie, ik zou niet goed weten hoe hij speelde. Zijn stijl
van voetballen is mij onbekend en daarom moet de fantasie,
geholpen door summiere informatie, het gat vullen. Spitzdat kan
dus niet anders dan een middenvoor, een werkelijke aanvaller zijn
geweest. Ik kijk naar een oude foto van een elftal van Fortuna '54.
De foto is genomen in augustus 1959, in het Bernabeu-stadion.
Fortuna '54, in die jaren de trots van Limburg en de gedijende
bakermat van het vaderlandse betaalde voetbal, speelde
vriendschappelijk tegen Real Madrid. Spitz in het midden.
Gehurkt, prachtige donkere kuif en over zijn sprekend gezicht
hangt iets zuidelijks. De jongeman beleeft de kracht van zijn leven.
Naast hem zit een legende, Faas Wilkes die, op z'n Italiaans, zijn
linkerhand laat rusten op de knie van Spitz. Verder op de foto
Bram Appel, Cor van der Hart (de breedste borst van de elf), Henk
Angenent. Trainer Donenfeld. Het voorstellingsvermogen werkt.
De fantasie vouwt een beeld open. Spitz, spits is snel, doelgericht.
Hij heeft een radar die hem naar de precieze plek voor het doel
voert waar de bal uit de voorzet belandt. En zijn timing is
uitstekend. Zijn kuif springt op wanneer hij kopt. Doelpunt. Weer
een doelpunt! Hij weet te combineren en hij is rap zat. Maar, denk
ik onder mijn fantasie, hij is meer de man voor de doelpuntroof.
Slim en scherp, Spritzig, spits, Spitz. Levend van doelpunten.
Attent bij de van de keepersvuisten terugstuitende bal.
In later jaren herkende ik hem op de foto's als de assistent-trainer
van FC Twente. Dat was een ambitieuze club met een strenge, een
beetje koppige maar ook vaderlijke trainer, Kees Rijvers. Spitz nam
het over. Een relatief jonge trainer a'an het hoofd van een talentrijke
en veelbelovende club. En dus ook met een jonge ambitieuze
trainer. Moderne man met modieuze overhemden met van die
lange kraagpunten over de trui. En ik herinner mij zijn gebroken
gezicht dat de gemoedstoestand van zijn hart vertaalde toen
FC Twente in 1965 de UEFA Cup verspeelde. In Mönchengladbach
0-0. In Enschede 1-5. 1-5! Spitz zat er gebroken bij. Dat gezicht,
expressief tot in de neusvleugel, zo vol van smart en misnoegen.
Gelukkig kon de uitdrukking ook vervuld zijn van vreugde, puur
geluk en blijdschap. Een blije Spitz, een genietende spits, hij
gebruikte zijn eigen gezicht als veelzeggend masker.
En vertellen kon hij ook. Voorbij FC Twente, Go Ahead, Club
Brugge, nog eens Twente kwam hij de technische staf van Ajax
versterken. Allereerst als assistent van Aad de Mos. Mooie man,
echt. 'Leeuw van Luxemburg,' riep ik eens. Die zich onplooiende
lach, zoete herinnering over zijn gezicht, de mimiek van de
oogopslag, het spreekvermogen van een wenkbrauw. Ja, ooit was
hij de Leeuw van Luxemburg. Geboren in Esch, klein stadje met
straten vol mijnwerkersfamilies. Spitz ging ook de mijn in, hoorde
diep onder de grond het grommende rommelen van de aarde
boven hem, hoorde de steunstammen waarop het aarden dak
steunde knappen als lucifershoutjes. 'Tsjak-tsjak.' Mooie,
aangrijpende, komische verhalen vertelde hij over zijn
Luxemburgse jeugd.
Het voetballen redde hem uit de mijn maar diezelfde mijn vormde
hem natuurlijk ook. Van Luxemburg naar Duitsland. Het gehate
Duitsland, want zoveel oorlogsverdriet kenden de straten vol
mijnwerkers-families in Esch. Toch gegaan want voetbal was zijn
toekomst. Van Duitsland naar Nederland, overal op zijn reis nam
hij zijn voetballiefde mee en liet die stralen. Gedragen door zijn
zangerige stemgeluid dat zijn betoog van een onweerstaanbare
schoonheid voorzag, gaf hij kennis en ervaring door. Kilometerpaal
na kilometerpaal. Tot en met, tot en voorbij kilometerpaal 65. Zijn
nieuwe reisdoel ligt zuidelijk, het is Italiaans getint. Antoine Spitz
Kohn. Dierbare man.
Jammer dat ik er die middag niet bij kon zijn. Familieverplichtingen
stonden een bezoek aan de receptie in de weg. De man om wie de
receptie draaide is mij in meerdere opzichten dierbaar. Ik hoorde
later dat het gezellig was geweest, geanimeerd, dat de man verrast
was door de grote belangstelling, dat gerstenat en spiritualiën hadden
gevloeid, dat er vrolijk was geklonken op toekomst en verleden.
CGIMMN
door David Endt
AJAX MAGAZINE JANUARI 1999