k leven in een zapcultuur. We willen erbij zijn, we willen niets missen. Iedereen wil in zijn leven een keer in het Concertgebouw zijn geweest. Net als iedereen een keer naar een wedstrijd van Ajax wil. Het is niet vreemd als iemand op dinsdagavond in het Concertgebouw zit en op woensdag bij Ajax. De huidige tijd, met al zijn moderne elektronica en al zijn onpersoonlijkheid, heeft ons één ding duidelijk gemaakt, dat is dat we er zelfbij moeten zijn. We willen een van die mensen zijn die Bernard Haitink in levenden lijve heeft zien dirigeren, die Dani een bal in de bovenhoek heeft zien krullen.' Meezingen Maar hoe gelijkgeschakeld amusement ook is, de kans dat Bernard Haitink of Jaap van Zweeden op de voetbaltribune zitten is groter dan dat Dani of Arveladze in een concertzaal aangetroffen worden. Sanders bestrijdt het. Michael van Praag is een groot muziekliefhebber, weet Sanders. En het zou goed kunnen dat hij Jan Mulder tegenkomt bij een uitvoering van, pakweg, de Wiener Philharmoniker. 'Goed, goed, ik zie verder nooit een voetballer in het Concertgebouw, als ik ze al zou herkennen. Maar we hebben het hier over één type muziek, de klassieke muziek. Er is meer muziek dan klassieke muziek. We zijn al jaren druk bezig andere soorten muziek naar het Concertgebouw toe te halen. Jazz, wereldmuziek. Op die manier komt er ook telkens een nieuw publiek. 'We willen erbij zijn, we willen niets missen, ledereen wil in zijn leven een keer in het Concertgebouw zijn geweest. Net als iedereen een keer naar een wedstrijd van Ajax wil' Onlangs hebben we een avond gehad waarop klassiek werd verbonden met house en dance. We zijn op zoek naar een jonger publiek. We willen meer avonden waarop het publiek erbij wordt betrokken; voorstellingen waar meegezongen kan worden, zoals in Engeland 'The Last Night of the Proms'. Het hoeft niet allemaal met toeters en bellen, we zijn per slot het Rijksmuseum van de muziekkunst. En in het Rijksmuseum wordt de Nachtwacht ook niet met gekleurde spots uitgelicht.' Lang zal het ook niet meer duren, zegt Sanders, voor het Ajax-publiek en het Concertgebouw-publiek zijn versmolten. Als het dak van de ArenA er bijna afgaat bij een optreden van opera-ster Luciano Pavarotti, kunnen we immers niet ver af zijn van de totale 'amusementsdemocratisering'. En het laatste duwtje wil Sanders zelf nog wel geven. Waarom, zegt hij, zouden I Concertgebouw en Ajax-bestuur niet eens rond de tafel gaan zitten om te kijken of er niet iets voor een voetbalpubliek valt te organiseren? Het scenario schudt Sanders uit zijn mouw. 'Vraag een aantal spelers van Ajax of zij een avond in het Concertgebouw willen samenstellen. Ze mogen op het programma zetten wat ze willen, als het maar een beetje past in de ambiance van het Concertgebouw. En ze moeten zelf aanwezig zijn om hun keuze toe te lichten.' Wie van de drie Martijn Sanders is 'een man van de kunsten'. Sinds twee jaar, als part time voorzitter van de AVRO, bovendien 'een man van de media'. Niettemin is hij liever bij een wedstrijd van Ajax dan ('uit voor de buis') deelgenoot te zijn van een avondje AVRO of aanwezig te zijn bij een uitvoering van de vijfde symfonie van Gustav Mahler. Bij Ajax is hij totaal weg AJAX MAGAZINE JANUARI 1999 229

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1999 | | pagina 229