r
f
Martijn Sanders is vier dagen per week directeur van het Concertgebouw. 'De
mooiste baan van Nederland/ De resterende werkdag is hij bestuursvoorzitter
van de AVRO. Maar liever een wedstrijd van Ajax dan 'een avondje AVRO' of de
vijfde van Mahler in het Concertgebouw. Genieten hoor, maar het blijft werk. En
werken betekent: je zorgen maken of het plafond niet naar beneden komt en je
afvragen welk publiek je wilt 'bedienen'. Voetbalpubliek? Laat maar komen. Leuk
idee ook: een meezing-avond, geprogrammeerd door Dani, Danny en Benni.
Waarom steenrijke weduwen niet welkom zijn in het Concertgebouw en zonen
hun vaders moeten meenemen naar het stadion. 'In het Concertgebouw zijn geen
skyboxen en businessseats. Onze tribune is één F-side.'
DE DMITENSTAANDER
door Rik Planting
foto's Wanda Tuerlinckx
srrieffier sn
ar
banden
De directeur van het Concertgebouw heeft
als taak mensen te amuseren. Net als Ajax,
is het Concertgebouw van Martijn Sanders
(53) onderdeel van de vrijetijdsindustrie.
Leisure industry: niet meer, niet minder.
Een voetbalwedstrijd aanduiden als
'vrijblijvender amusement' dan
bijvoorbeeld een avondje klassiek in het
Concertgebouw: het irriteert Sanders
behoorlijk. 'Het is zo typisch Nederlands
een rangorde te willen aanbrengen in wat
"hoger" en "lager" vermaak is, in wat
"volks" is en wat "elitair".' Sanders heeft
jaren terug in de Verenigde Staten
gestudeerd. Wat hem uit die tijd is
bijgebleven is dat in Amerika totaal geen
onderscheid wordt gemaakt in high en low
culture. 'In Nederland wordt kunst altijd
als "hoogwaardiger" of "waardevoller"
vermaak bestempeld. Sport heet "volks" en
"plat" te zijn. Wat een onzin. Het roept een
redenering op als: kunst is waardevoller
naarmate je je er meer bij kunt vervelen,
dus als je je amuseert kan het geen kunst
zijn. Ik verzet me heftig tegen zo'n
tweedeling. Ik vind Freek de jonge net zo'n
vakman als jaap van Zweeden. Ze
beschikken alleen over verschillende
soorten van creativiteit.'
De discussie, zegt Sanders, is ook enigszins
achterhaald. De standenmaatschappij van
zo'n twintig jaar, waarin kunstenaars en
gestudeerden zich laafden aan kunst en het
volk zich met sport vermaakte, is voorbij.
Voetbal wordt geconsumeerd door alle
lagen van de bevolking; de Grote Kunst is,
gezien de ellenlange rijen voor Vermeer-
en Mondriaantentoonstellingen, ontdekt
door het Grote Publiek. Ook de
bezoekcijfers van zijn eigen
Concertgebouw spreken boekdelen,
jaarlijks komen er rond de
achthonderdduizend mensen af op de circa
vierhonderd concerten aan het
Museumplein - recordcijfers die
ongetwijfeld verbeterd gaan worden.
Allemaal een kwestie van slimme
marketing, zegt Sanders. Met brede
advertentiecampagnes weten musea of
muziektheaters zoals het zijne
tegenwoordig de toeschouwers in
drommen te trekken. Honger naar
cultuur? Het speelt een rol, zegt Sanders.
Maar met echt diepgewortelde
belangstelling heeft het ook weer niet te
maken. 'We zijn er met z'n allen vooral
goed in geworden die honger te stillen. We
AJAX MAGAZINE JANUARI 1999 227